Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

In hoofdstuk 4, paragraaf 4.8 is het voorkeursrecht al kort aan de orde geweest. De (oude) Onteigeningswet vervalt voor het grootste deel en de regels uit de Onteigeningswet gaan over naar de Omgevingswet. Een belangrijk verschil met de regels in de Onteigeningswet is onder meer dat nu de onteigeningscriteria wettelijk zijn vastgelegd, en dat het bestuursorgaan de onteigeningsbeschikking neemt, en niet de Kroon.

Zie hoofdstuk 6 MvT Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet, Kamerstukken II, 2018-2019, 35 133, nr. 3, p. 89-131.

Onteigenen is het ontnemen van grondeigendom in het algemeen belang voor het ontwikkelen, gebruiken of beheren van de fysieke leefomgeving. Bijvoorbeeld voor de aanleg van een nieuwe weg. Het instrument onteigening wordt toegepast als aankoop niet of niet op tijd lukt. Voorwaarden zijn een algemeen belang, noodzaak en urgentie van de onteigening. Als van vrijwillige zelfrealisatie geen sprake zal zijn, komt de vraag of tot onteigening zal moeten worden overgegaan in beeld. Dit zal niet snel aan de orde zijn. Wel kan via een ‘uitvoeringsfasering’ een eigenaar min of meer gedwongen kunnen worden het bouwplan te realiseren door middel van een gebodsbepalingen.

MvT Aanvullingswet grondeigendom, Kamerstukken II, 2018-2019, 35 133, nr. 3, paragraaf 12.2.3. Onteigening: p. 168.

Dit zal met het definitief worden van de Aanvullingswet grondeigendom eerst duidelijk worden.

Zie G.M. van den Broek, ‘Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet: hoe een stelselherziening in het omgevingsrecht leidt tot een systeemwijziging van het nadeelcompensatierecht’. Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4, 2018, p. 172-181.

Hetzelfde geldt voor onderwerpen zoals onteigening, een plicht tot zelfrealisatie en een compensatieregeling, maar dat heeft wel de nodige haken en ogen.

Zie hoofdstuk 6 MvT Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet, Kamerstukken II, 2018-2019, 35 133, nr. 3, p. 89-131. Ontleend aan T. Pranger en H. Wiersema, ‘Onteigenen nieuwe stijl: beschikken en bekrachtigen’. Omgevingsweb, 9 juli 2021, https://www.omgevingsweb.nl/nieuws/onteigenen-nieuwe-stijl-beschikken-en-bekrachtigen/.

Let op: het onteigeningsinstrument kan niet worden ingezet wanneer het algemeen belang kan worden gediend door de uitoefening van een minder ingrijpende bevoegdheid, zoals het opleggen van een gedoogplicht (zie paragraaf 11.12).

Het onteigeningsbelang is het algemeen belang van ontwikkelen, gebruiken of beheren van de fysieke leefomgeving. Dit belang vindt zijn basis in de toedeling van functies aan locaties. Dit belang moet voldoende concreet zijn uitgewerkt in een omgevingsplan of projectbesluit, of in een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Onteigening is alleen mogelijk als:

Art. 11.5 Ow.

  • er een onteigeningsbelang is;

  • onteigening noodzakelijk is;

  • onteigening urgent is.

De noodzaak tot onteigening ontbreekt als:

  • er geen redelijke poging is gedaan tot minnelijke, dus niet verplichte, verwerving. Er moet in ieder geval een aanbod in geld zijn gedaan;

  • het aannemelijk is dat binnen afzienbare tijd toch nog overeenstemming kan worden bereikt;

  • de belanghebbende bereid en in staat is om de ontwikkeling te realiseren waarbij deze concrete (en op uitvoering gerichte voornemens kenbaar heeft gemaakt) en de belanghebbende de ontwikkeling zal verwezenlijken op de door het bevoegd gezag beoogde manier;

    Art. 11.7 Ow.

  • een minder ingrijpend middel mogelijk is, zoals het opleggen van een gedoogplicht (algemene bestuursrechtelijke evenredigheidsbeginsel).

    Art. 3:4, lid 2 Awb.

Binnen drie jaar moet de uitvoering van de ontwikkeling, gebruik of beheer van de fysieke leefomgeving starten.

Art. 11.11 Ow.

De periode van drie jaar start met de eigendomsoverdracht na de onteigening. Onteigenaars kunnen de urgentie motiveren met concrete, op uitvoering gerichte projectplannen en planningen.