Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De onteigening is op naam van de onteigenaar. Dit is de rechtspersoon op wie de eigendom na onteigening overgaat.

Zie hoofdstuk 6 MvT Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet, Kamerstukken II, 2018-2019, 35 133, nr. 3, p. 89-131.

Onteigenaars kunnen zijn:

  • een gemeente;

  • een waterschap;

  • een provincie;

  • de Staat;

  • andere rechtspersonen waaraan ontwikkeling, gebruik of beheer van de fysieke leefomgeving is toegestaan.

    Zoals ProRail B.V. Artikel 11.2 Ow.

Let op: inmiddels is op het Informatiepunt Leefomgeving een ‘Handreiking grondeigendom Omgevingswet’ beschikbaar.

Het onteigeningsbelang moet worden onderbouwd aan de hand van de aan de locatie toegedeelde functies. Het omgevingsplan, de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit en het projectbesluit kunnen de grondslag van het onteigeningsbelang zijn. Alle onteigeningen in de Omgevingswet volgen dezelfde procedure.

Gemeenteraden, algemeen besturen van waterschappen, provinciale staten en verantwoordelijke ministers nemen de onteigeningsbeschikking. Deze bestuursorganen hoeven niet meer de Kroon te verzoeken een koninklijk besluit te nemen. Belanghebbenden kunnen bij het bestuursorgaan een zienswijze indienen en niet meer bij de Kroon.

Nieuw is dat de onteigeningsbeschikking altijd moet worden bekrachtigd door de bestuursrechter. De rechtsbescherming door de bestuursrechter is daardoor altijd verzekerd. De bestuursrechter is bij alle onteigeningen betrokken. Er is een ambtshalve toetsing door de bestuursrechter. Er is hoger beroep mogelijk bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Zie hoofdstuk 6 MvT Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet, Kamerstukken II, 2018-2019, 35 133, nr. 3, p. 89-131.