Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Reactiemogelijkheid voor ‘meedenkers’ in rechtszaak over vleermuizen in spouwmuren

Tot en met 13 januari 2023 geeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State iedereen de gelegenheid om ‘mee te denken’ in een rechtszaak in het kader van de Wet natuurbescherming over de eventuele aanwezigheid van vleermuizen in spouwmuren. De Afdeling bestuursrechtspraak maakt hiervoor gebruik van het instrument van de ‘amicus curiae’.

6 januari 2023

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

Wat is de amicus curiae?

Op 1 juli 2021 is de Wet amicus curiae en kruisbenoemingen in werking getreden. Daarmee is in de wet vastgelegd dat de hoogste bestuursrechters in concrete rechtszaken inbreng kunnen vragen van externe ‘meedenkers’. Normaal gesproken maakt de bestuursrechter alleen gebruik van informatie die procespartijen in een concrete rechtszaak aanleveren, maar soms heeft hij behoefte aan meer of andere informatie. Door de inbreng van externe meedenkers kan de rechter een beter en breder zicht krijgen op de mogelijke maatschappelijke gevolgen van de beslissing die hij moet nemen en zo een beter gefundeerde uitspraak doen. Deze ‘meedenkers’ leveren daarmee een bijdrage aan de rechtsvorming.

Waar gaat deze rechtszaak over?

In juni 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak een zaak op zitting behandeld die gaat over een dwangsom die het college van gedeputeerde staten van Utrecht heeft opgelegd aan een isolatiebedrijf. Het bedrijf adverteert in een reclamefolder dat zij binnen vijf weken na het opstellen van de offerte kan beginnen met isolatiewerkzaamheden. Vóór de werkzaamheden inspecteert het bedrijf de muren met een endoscoop op isolatiemateriaal en leidingen en de mogelijke aanwezigheid van dieren. Volgens de provincie overtreedt het bedrijf in deze zaak de Wet natuurbescherming, omdat het in vijf weken niet genoeg onderzoek kan doen naar de eventuele aanwezigheid van vleermuizen in (spouw)muren en daken. De provincie legde het bedrijf een dwangsom op om herhaling van de overtreding te voorkomen. Het bedrijf kwam al eerder tegen de dwangsom in beroep bij de rechtbank Midden-Nederland, maar kreeg daar geen gelijk. Het bedrijf is daarom tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

Mogelijkheid voor ‘meedenkers’ om te reageren

De Afdeling bestuursrechtspraak zou graag meer geïnformeerd worden over de mogelijkheden tot onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen in spouwmuren en de mogelijke gevolgen van handhaving op grond van de zorgplicht in artikel 1.11 van de Wet natuurbescherming als vleermuizen aanwezig kunnen zijn in een spouwmuur. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft al een aantal specifieke organisaties uitgenodigd om schriftelijk te reageren op haar vragen. Tot en met 13 januari 2023 wil zij daarnaast iedereen de gelegenheid bieden om schriftelijk te reageren op onderstaande vragen. Dat kan via het formulier op deze website.

Vragen

Hieronder zijn de vragen opgesomd. Niet alle vragen hoeven te worden beantwoord. Het staat ‘meedenkers’ vrij om te kiezen welke vragen zij beantwoorden.

  1. In hoeverre is endoscopisch onderzoek a. gebruikelijk en b. geschikt om te beoordelen of er in een spouwmuur vleermuizen aanwezig kunnen zijn, en zo ja, welke eisen moeten aan een dergelijk onderzoek worden gesteld?

  2. In hoeverre is ecologisch onderzoek a. gebruikelijk en b. geschikt om te beoordelen of er in een spouwmuur vleermuizen aanwezig kunnen zijn, en zo ja, welke eisen moeten aan een dergelijk onderzoek worden gesteld?

  3. Indien uit de in 1 en/of 2 genoemde onderzoeken volgt dat niet kan worden uitgesloten dat vleermuizen in een spouwmuur aanwezig kunnen zijn, in hoeverre is nader ecologisch onderzoek a. gebruikelijk en b. geschikt om te beoordelen of er in een spouwmuur daadwerkelijk vleermuizen aanwezig zijn, en zo ja, welke eisen moeten aan een dergelijk onderzoek worden gesteld?

  4. Zijn er alternatieve onderzoeksmethoden beschikbaar aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of er in een spouwmuur vleermuizen aanwezig kunnen zijn, respectievelijk daadwerkelijk aanwezig zijn, en zo ja, welke eisen moeten aan dergelijke onderzoeken worden gesteld?

  5. Wat zijn bij benadering de gemiddelde kosten per m2 spouwmuur van een gemiddelde woning van de onderzoeken als bedoeld onder 1, 2, 3 en 4 naar de mogelijke, respectievelijk daadwerkelijke aanwezigheid van vleermuizen in een spouwmuur?

  6. Welke bijkomende kosten en andere schade - als bijvoorbeeld een stijging van de spouwmuurisolatiekosten en het pas later kunnen genereren van de met een spouwmuurisolatie te realiseren energiebesparing - kunnen optreden in verband met het moeten uitvoeren van de onder 1, 2, 3 en 4 bedoelde onderzoeken? Vallen die kosten en schade bij benadering te kwantificeren, het liefst in de vorm van een bedrag per m2 spouwmuur van een gemiddelde woning per maand dat de spouwmuur niet is geïsoleerd.

  7. In hoeverre en op welke manier zou samenwerking tussen de bij de spouwmuurisolatie betrokken partijen, als bijvoorbeeld (behartigers van de belangen van) corporaties, andere verhuurders, particuliere woningeigenaren, spouwmuurisolatiebedrijven en overheidsinstanties, eraan kunnen bijdragen dat de genoemde onderzoeken goedkoper kunnen zijn en ook sneller kunnen worden uitgevoerd?

  8. Heeft u nog andere opmerkingen of suggesties voor het aan de orde gestelde onderwerp van spouwmuurisolatie en het in kaart brengen van de eventuele gevolgen daarvan voor vleermuizen?

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.