Ruimtelijke ontwikkelingen dienen altijd rekening te houden met bestaande en toekomstige natuurwaarden. Regels op dat gebied zijn onder andere vastgelegd in de Natuurbeschermingswet en verschillende uitvoeringsregelingen.
Algemeen
Natuur speelt al gauw een rol bij ruimtelijke ontwikkelingen. Ontwikkelingen die leiden tot stikstofdepositie staan erg in de belangstelling. Maar denk bijvoorbeeld ook aan de gevolgen van activiteiten door ruimtebeslag, aantasting van nestplaatsen, foerageergebieden of migratieroutes, verstoring door geluid, toenemende recreatiedruk, optische verstoring, of veranderingen in de hydrologische situatie. Of een ontwikkeling negatieve gevolgen heeft voor beschermde natuurgebieden of beschermde soorten kan worden bepaald aan de hand van ecologisch onderzoek.
Sinds 2017 is het natuurbeschermingsrecht grotendeels opgenomen in de Wet natuurbescherming, het Besluit natuurbescherming en de Regeling natuurbescherming. De Wet natuurbescherming heeft de daarvoor geldende Natuurbeschermingswet 1998, Flora- en faunawet en Boswet vervangen. Over enkele jaren zal de Wet natuurbescherming opgaan in de Omgevingswet. Ook in andere kaders zijn regels over natuurbescherming opgenomen. Zo is het beschermingsregime voor het Natuurnetwerk Nederland, voorheen de Ecologische Hoofdstructuur, opgenomen in provinciale verordeningen.
Drie pijlers
De Wet natuurbescherming bevat regels over soortenbescherming, gebiedsbescherming en houtopstanden.
Soortenbescherming
De regels over soortenbescherming zijn gericht op de bescherming van beschermde soorten, ongeacht waar deze zich bevinden. Het gaat om vogelsoorten waarop de Europese Vogelrichtlijn betrekking heeft, dier- en plantensoorten opgenomen in de Europese Habitatrichtlijn en de Verdragen van Bern en Bonn, en dier- en plantensoorten waarvoor een nationaal beschermingsregime geldt. De Wet natuurbescherming bevat ook regels over faunabeheer en schadebestrijding, jacht, en handel in en bezit van dieren en planten.
Gebiedsbescherming
De regels over gebiedsbescherming zijn gericht op de bescherming van Natura 2000-gebieden en de natuurwaarden waarvoor deze gebieden zijn aangewezen.
Houtopstanden
De regels over houtopstanden hebben betrekking op houtopstanden van een bepaalde omvang buiten de bebouwde kom. Houtopstanden binnen de bebouwde kom worden gereguleerd door gemeentelijke regels.
In beweging
Het natuurbeschermingsrecht is geen rustig bezit. Niet alleen omdat de Wet natuurbescherming in 2017 in werking is getreden, waardoor de wet- en regelgeving op onderdelen is gewijzigd, of omdat over enkele jaren alweer een nieuwe wet in werking treedt in de vorm van de Omgevingswet. Maar ook omdat er regelmatig jurisprudentie verschijnt van Europese en nationale rechters over de toepasbaarheid van bestaande regels en de wijze waarop deze regels moeten worden uitgelegd. De ‘stikstof-uitspraak’ van de Raad van State van 29 mei 2019 is hiervan een voorbeeld.
De natuur zelf is ook in beweging. Ook dit speelt een rol bij de beoordeling van ruimtelijke ontwikkelingen. De effecten op de natuur en de mate waarin de natuur negatieve effecten kan opvangen zijn namelijk in hoge mate bepalend voor de vraag of een vergunning of ontheffing kan worden verkregen. Ook de kaders voor en uitvoering van faunabeheer en schadebestrijding worden bepaald aan de hand van de staat van de natuur. Het belang van ecologisch onderzoek in dit vakgebied is dan ook groot.
Dwingende reden van groot openbaar belang. Renovatie rijksmonumentale villa en tuin
Jurisprudentie – SamenvattingenEuropese raad en Parlement akkoord over Natuurherstelwet
Nieuws-persberichtBeoordeling procesbelang en toetsing bestuursrechter van bestuurlijke beoordelingsruimte bij verlenen natuurvergunning (Wet natuurbescherming)
SamenvattingHoe natuur en landbouw twee gescheiden werelden werden
Nieuws-persbericht