Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bijlage 3.1.2 behorende bij artikel 3.1.3 [Geldend t/m 19-08-2014]

Berekeningmethode t.b.v. berekenen hoogte van de subsidie [Geldend t/m 19-08-2014]

1.1 Berekeningsmethode voor de opbrengt in GJ voor kleine zonneboilers [Geldend t/m 19-08-2014]

Voor kleine zonneboilers wordt de subsidie gebaseerd op de opbrengsttesten van de norm NEN-EN 12976 (Thermische zonne-energiesystemen en componenten: fabrieksmatig geproduceerde systemen). De Nederlandse testcondities zijn vastgelegd in de Nederlandse praktijkrichtlijn NPR 7976 (in Annex A) en met deze praktijkrichtlijn kunnen de testresultaten worden omgerekend naar Nederlandse standaardomstandigheden. Deze NPR kan ook gebruikt worden om de opbrengst te bepalen van zonneboilers die zijn afgeleid van een getest systeem, maar een afwijkende collectoroppervlakte en/of vatinhoud hebben. De warmtapwatervraag waarbij de opbrengst bepaald moet worden is volgens deze regeling 110 liter per dag.

Als collectoroppervlakte geldt de apertuur oppervlakte, volgens NEN-EN 12975.

Hoogbouw zonneboilersystemen, die opgebouwd zijn uit meerdere zonneboilers, waarbij de collectoren zijn gekoppeld als een groot collectorveld, worden beschouwd als een aantal kleine zonneboilers met elk een collectoroppervlak dat een evenredig deel is van het grote collectorveld. De energetische opbrengst van zo’n hoogbouwsysteem is gelijk aan de som van de energetische opbrengsten, bepaald conform NPR 7976, van de individuele (kleine zonneboiler-)systemen waaruit het hoogbouwsysteem is opgebouwd.

Bij kleine zonneboilers, die naast warm tapwater ook een bijdrage leveren aan de ruimteverwarming, worden deze systemen getest met de ruimteverwarmingsfunctie uitgeschakeld.

Om de conformiteit met de NEN 5128:2004 te handhaven, worden ook opbrengsten geaccepteerd die bepaald zijn met de NPR 7976 voor een opwarmtraject van 10 °C (koud water) naar 60 °C (warm water).

De opbrengst in GJ wordt op één decimaal nauwkeurig afgerond.

1.2 Berekeningsmethode voor de opbrengst in GJ voor grote zonneboilers [Geldend t/m 19-08-2014]

Voor grote zonneboilers is er nog geen geaccepteerde internationale methode voor het bepalen van de systeemopbrengst. Voor deze zonneboilers wordt de opbrengst voor de subsidie bepaald op basis van de prestaties van de collectoren, conform NEN-EN 12975.

De opbrengst (GJ) = A * η * Gj

Met A: de collectoroppervlakte volgens de apertuur (in m2); η: het rendement en Gj : de jaarlijkse instraling op de collector in Nederland, die voor deze regeling op 4 GJ/m2 is gesteld.

Het rendement wordt bepaald met collectorcurve volgens NEN-EN-12975.

Het rendement η = η0 – a1T* – a2 G (T*)2

Met η0, a1, en a2 de coëfficienten die uit de test volgen, volgens Annex D van NEN-EN 12975.

T* de gereduceerde temperatuur, die voor deze regeling op 0,078 K.m2/W gesteld is.

G: de instraling, die voor deze regeling en volgens de norm op 1000 W/m2 genomen wordt. Maximaal wordt per woning 12,0 GJ in aanmerking genomen.

De opbrengst in GJ wordt op één decimaal nauwkeurig afgerond.

1.3 Berekeningsmethode voor de opbrengst in kWth van warmtepompen, niet zijnde lucht/waterwarmtepompen [Geldend t/m 19-08-2014]

De subsidie voor de warmtepomp, niet zijnde een lucht/waterwarmtepomp, wordt bepaald op basis van het thermisch vermogen geleverd door de condensor van de warmtepomp in kWth op basis van de normen en testcondities, genoemd in artikel 2.1.

De COP en het thermisch vermogen, kWth, worden op één decimaal nauwkeurig afgerond.

Informatie geldend op 12-07-2016

Regelgeving die op dit bijlage is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit bijlage als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit bijlage

Geen

Overzicht van wijzigingen voor dit bijlage

(12-07-2016)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

20-08-2014

intrekking-regeling

11-07-2014

Stcrt. 2014, 20679

11-07-2014

Stcrt. 2014, 20679

Alg. 1

19-05-2010

wijziging

10-05-2010

Stcrt. 2010, 7544

10-05-2010

Stcrt. 2010, 7544

Alg. 2

01-01-2010

nieuwe-regeling

10-12-2009

Stcrt. 2009, 20455

10-12-2009

Stcrt. 2009, 20455

Opmerkingen

  • 1) Artikel 5.3 van Stcrt. 2014/20679 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.

  • 2) Artikel IV van Stcrt. 2010/7544 bevat overgangsrecht m.b.t. deze wijziging.