Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

PAS-programma treedt op 1 juli 2015 in werking

De kogel is door de kerk; er liggen eindelijk bestuurlijke afspraken over de vaststelling van het Programma aanpak stikstof 2015-2021 (PAS-programma). Staatssecretaris Dijksma heeft de Tweede Kamer laten weten dat het de bedoeling is dat het PAS-programma op 15 juni a.s. wordt vastgesteld en per 1 juli a.s. in werking treedt.

28 april 2015

De kogel is door de kerk; er liggen eindelijk bestuurlijke afspraken over de vaststelling van het Programma aanpak stikstof 2015-2021 (PAS-programma). Staatssecretaris Dijksma

heeft de Tweede Kamer laten weten

dat het de bedoeling is dat het PAS-programma op 15 juni a.s. wordt vastgesteld en per 1 juli a.s. in werking treedt.

De vaststelling van het PAS-programma heeft veel meer tijd gekost dan voorzien (zie ook mijn vorige

blog

) en nog altijd spelen er veel vragen rond het PAS-programma. Een ding staat wel vast en dat is dat het PAS-programma aanzienlijke gevolgen heeft voor industrie en landbouw die in of in de buurt van Natura 2000-gebieden activiteiten ondernemen. Ook overheden zullen te maken krijgen met (de uitvoering van) het PAS-programma. In deze blog wordt op hoofdlijnen een aantal belangrijke wijzigingen waar het PAS-programma voor zorgt (onder meer op het terrein van vergunningverlening) op een rij gezet.

Essentie PAS

Met de Programmatische Aanpak Stikstof wordt beoogd om natuurdoelen te behalen terwijl tegelijkertijd economische ontwikkelingen mogelijk blijven. Voor het behalen van natuurdoelen worden maatregelen getroffen; bronmaatregelen die zorgen voor een daling van de stikstofdepositie en herstelmaatregelen die in de natuurgebieden worden getroffen om deze robuust te maken. De economische ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt door het vrijmaken van depositieruimte: een deel van de voorziene daling van stikstofdepositie. Een programmatische aanpak is nodig omdat stikstofproblematiek niet op lokaal niveau kan worden opgelost; het is een (gemeente-, provincie- en eigenlijk zelfs lands-) grensoverschrijdend vraagstuk.

Vergunningplicht en uitzondering op de vergunningplicht

Belangrijk is om op te merken dat de vergunningplicht op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) blijft bestaan. Vergunningverlening voor stikstof veroorzakende activiteiten kan ingevolge de toepasselijke regelgeving en het PAS-programma (alleen) plaatsvinden onder toedeling van ontwikkelingsruimte. Praktisch voordeel van het PAS-programma is dat aanvragers gebruik kunnen maken van de passende beoordeling die hiervoor is opgesteld. Zij hoeven dus voor het onderdeel stikstof geen eigen passende beoordeling te (laten) maken zoals op dit moment gebruikelijk is.

Met de inwerkingtreding van het PAS-programma (en de hiermee samenhangende regelgeving: de wijziging van de Nbw 1998, het Besluit grenswaarden programmatische aanpak stikstof en de Regeling programmatische aanpak stikstof) worden twee uitzonderingen op de vergunningplicht geïntroduceerd (in artikel 19kh, zevende lid, Nbw 1998). De eerste uitzondering heeft betrekking op activiteiten die een geringe stikstofdepositie op een nabijgelegen Natura 2000-gebied veroorzaken. De grenswaarde die hiervoor zal worden gesteld is althans volgens het Ontwerp Besluit grenswaarden programmatische aanpak stikstof 1 mol per hectare per jaar. Deze activiteiten moeten overigens alleen wanneer ze meer dan 0,05 mol per hectare per jaar aan stikstofdepositie veroorzaken wel worden gemeld bij het bevoegd gezag. De grenswaarde van 1 mol per hectare per jaar kan neerwaarts worden bijgesteld als er teveel gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid (er is een aparte post depositieruimte gereserveerd voor meldingen). Dit is geen denkbeeldige situatie.

De tweede uitzondering op de vergunningplicht geldt voor rijkswegen en rijksvaarwegen die van nationaal belang zijn en die (aan weerszijden, gemeten vanaf de buitenste begrenzing) op een afstand van meer dan respectievelijk 3 en 5 kilometer van een Natura 2000-gebied liggen. Ook deze zijn uitgezonderd van de vergunningplicht.

Ontwikkelingsruimte

Voor activiteiten die niet zijn uitgezonderd van de vergunningplicht en die stikstofdepositie veroorzaken op Natura 2000-gebieden kan alleen indien voorhanden! ontwikkelingsruimte worden toegedeeld. Dit kan via het PAS-programma zelf (van deze mogelijkheid wordt nog geen gebruik gemaakt) of via in artikel 19km, eerste lid, van de Nbw 1998 opgesomde besluiten waaronder de Nbw-vergunning, de omgevingsvergunning (waarbij de Nbw 1998 is aangehaakt), het beheerplan en het tracébesluit. Reguliere bestemmingsplannen kunnen niet dienen als toedelingsbesluit. Dit is een bewust (niet onomstreden) keuze geweest van de wetgever. Grote vraag is wat de PAS voor gevolgen heeft voor de problemen in de bestemmingsplanpraktijk; biedt het toch een oplossing of verergert de situatie? Jurisprudentie zal hierover uitsluitsel moeten geven.

De hoeveelheid beschikbare ontwikkelingsruimte voor de programmaperiode van zes jaar wordt (per hexagon met een oppervlakte van één hectare) vastgesteld in het PAS-programma en gedurende de PAS-programmaperiode via het rekeninstrument AERIUS bijgehouden. Het gebruik van AERIUS wordt verplicht gesteld. Voor activiteiten van nationaal of provinciaal belang wordt ontwikkelingsruimte gereserveerd. Wat na aftrek voor de prioritaire projecten aan ontwikkelingsruimte resteert kan worden uitgedeeld voor de overige activiteiten, ook wel segment 2 genoemd.

De colleges van gedeputeerde staten van de provincies zullen naar verwachting beleidsregels vaststellen voor de toedeling van ontwikkelingsruimte uit segment 2. Hiermee kan regie worden gevoerd (denk aan een plafond voor toe te delen ontwikkelingsruimte en het hanteren van een gemaximeerde periode waarbinnen de toegedeelde ruimte ook daadwerkelijk moet worden gebruikt).

Verbod van externe saldering

Aan de (in de huidige situatie veel toegepaste) praktijk van externe saldering kort gezegd: tegenover een toename aan stikstofdepositie door een nieuwe activiteit staat een afname aan stikstofdepositie komt een einde. Hiervoor is een verbod opgenomen in artikel 19km, derde lid, van de Nbw 1998. Deze bepaling treedt ook per 1 juli a.s. in werking. In artikel 19km, vierde lid, van de Nbw 1998 is wel een overgangsbepaling opgenomen waarin is vastgelegd dat het verbod om te salderen niet van toepassing is op vergunningaanvragen die voor 1 juli a.s. zijn ingediend.

Gerelateerde info:

Artikel delen