Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Opgepast: de PAS is vastgesteld en in werking!

De Programmatische Aanpak Stikstof (”PAS”) is vandaag op 1 juli 2015 in werking getreden. De PAS bestaat uit een wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998 (de ”Wet Pas“), het programma (het ”Programma’‘), het Besluit grenswaarden programmatische aanpak stikstof (het ”Besluit”) en de Regeling programmatische aanpak stikstof (de ”Regeling”).

1 juli 2015

De Programmatische Aanpak Stikstof (

PAS

) is vandaag op 1 juli 2015 in werking getreden. De PAS bestaat uit een

wijziging van de Natuurbeschermingswet 1998

(de

Wet Pas

), het

programma

(het

Programma

), het

Besluit grenswaarden programmatische aanpak stikstof

(het

Besluit

) en de

Regeling programmatische aanpak stikstof

(de

Regeling

).

Dit betekent dat vergunningverlening op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (

Nbw

) vanaf nu in beginsel zal geschieden onder de PAS.

De PAS, wat was het ook alweer?

In essentie is de PAS is een gezamenlijke, samenhangende aanpak van alle betrokken overheden op provinciaal en rijksniveau. De PAS bevat maatregelen die leiden tot een afname van stikstofdepositie en maatregelen die leiden tot een versterking van de natuurwaarden in de Natura 2000-gebieden. Door deze maatregelen kunnen in en rondom de Natura 2000-gebieden nieuwe economische activiteiten, zoals bedrijfsuitbreidingen die stikstofdepositie veroorzaken, worden toegelaten.

Voor meer informatie over de PAS verwijzen wij graag naar onze eerdere berichten op Stibbeblog, waaronder

De Programmatische Aanpak Stikstof in 15 vragen en antwoorden

en zeer recent

De programmatische aanpak stikstof: komt de PAS van pas?

.

Kort overzicht verschillen ontwerp-PAS en definitieve PAS

De bovengenoemde blogberichten gaan in op de ontwerp-PAS. Nu is bekend hoe de definitieve PAS eruit ziet. Hieronder zullen wij kort de belangrijkste wijzigingen beschrijven die de wetgever heeft doorgevoerd ten opzichte van de conceptversies van het Besluit, de Regeling en het Programma.

Het Besluit

  • Meetwijze afstand voor de specifieke grenswaarden.
    Artikel 2, lid 2 van het Besluit vermeldt dat de afstand voor de specifieke grenswaarden voor infrastructurele projecten en handelingen van het Rijk die zijn opgenomen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport moet worden gemeten vanaf het midden van een (vaar)weg. Het ontwerpbesluit vermeldde dat dit moest worden gemeten vanaf de buitenste begrenzing van een (vaar)weg.

  • Algemene grenswaarde niet van toepassing op Afstandsgrenswaarde.
    De toelichting omschrijft nu expliciet dat op projecten waarop een afstandsgrenswaarde van toepassing is, de algemene grenswaarde van 1 mol per hectare per jaar niet van toepassing is.

  • Toename van 0,05 mol per hectare per jaar is verwaarloosbaar.
    De toelichting geeft nu anders dan het concept aan dat de activiteiten met een waarde van minder dan 0,05 mol per hectare per jaar als verwaarloosbaar worden beschouwd; deze activiteiten hoeven niet te worden gemeld (ook al niet onder de ontwerp Regeling). Ook cumulatief beschouwd zorgen deze activiteiten voor geen effecten voor de natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden, aldus de toelichting.

  • In 43 gebieden zijn geen problemen met stikstof.
    De toelichting op het definitieve Besluit vermeldt dat er 43 gebieden zijn waar zich geen problemen met stikstof voordoen; het concept vermeldde dat het ging om 38 gebieden.

De Regeling

  • Ook een melding is relevant om de toename van de stikstofdepositie te bepalen.
    Artikel 5, lid 5 van de Regeling vermeldt in sub a dat voor wijziging of uitbreiding van een project de toename van stikstofdepositie wordt bepaald ten opzichte van de Nbw-vergunning, omgevingsvergunning of ander toestemmingsbesluit respectievelijk het project of de andere handeling waarvoor een melding is gedaan (melding voor activiteiten onder grenswaarde van 1 mol per hectare per jaar). Het laatste gedeelte onder aanhalingstekens is toegevoegd. Met andere woorden: ook de melding kan een rol krijgen bij wijziging of uitbreiding van een project om de toename van de stikstofdepositie te bepalen.

  • Feitelijk veroorzaakte stikstofdepositie kan bepalend zijn.
    Artikel 5, lid 5 sub c bepaalt dat de feitelijk veroorzaakte stikstofdepositie als die hoger is dan de stikstofdepositie die is toegestaan op grond van een eerder besluit, zoals een Nbw-vergunning bepalend kan zijn voor het bepalen van de toename van stikstofdepositie van uitbreiding of wijziging van een besluit, mits dat besluit voor 1 juli 2015 is genomen. Dit was onder de ontwerp Regeling niet opgenomen.

  • Wijziging van een spoorweg.
    In artikel 5, lid 8 is spoorweg toegevoegd voor het anders dan in lid 5 bepalen van de toename van stikstofdepositie (naast wegen en vaarwegen).

  • Melding kan ten hoogste ten hoogste twee jaar voor aanvang project worden gedaan.
    Artikel 8, over vrijstelling van de vergunningplicht, vermeldt (anders dan het ontwerp) dat de melding ten hoogste twee jaar voor aanvang van het project of andere handeling kan worden gedaan. Voor het plaatsen van extra landbouwhuisdieren geldt een termijn van ten hoogste drie maanden (artikel 8, tweede lid). De melding moet nu ook vergezeld gaan van het verwachte tijdstip waarop met het project of andere handeling wordt aangevangen (artikel 5 lid 4 sub g).

  • Actualisatie projectenlijst.
    De bijlage met projecten waarvoor ontwikkelingsruimte is gereserveerd is geactualiseerd.

Het Programma

Het Programma heeft ter inzage gelegen van 10 januari 2015 tot en met 20 februari 2015. In totaal hebben 562 (rechts)personen een zienswijze ingediend. Naar aanleiding hiervan en op eigen initiatief heeft de wetgever onder meer de volgende wijzigingen doorgevoerd:

  • Feitelijke depositie kan als uitgangssituatie gelden.
    Als de feitelijke depositie op 1 januari 2015 hoger is dan is vergund op grond van de Nbw, geldt de feitelijke depositie als uitgangssituatie. Als voor een bedrijf al een onherroepelijke vergunning op grond van de Nbw is verleend, geldt normaliter de vergunde situatie als uitgangssituatie ingeval nieuwe vergunningverlening wegens uitbreiding of wijziging van het bedrijf aan de orde is.

  • Emissiereducerende afspraken met andere sectoren mogelijk.
    Er bestaat nu ook een mogelijkheid voor andere sectoren dan de veehouderij om emissiereducerende afspraken te maken om ontwikkelingsruimte te creëren. Onder het ontwerp Programma konden deze afspraken alleen worden gemaakt met de veehouderij sector.

  • Pakket met aanvullende maatregelen in ontwikkeling.
    Voor de situatie waarin de ontwikkelingsruimte minder is dan vooraf ingeschat is een pakket met maatregelen in ontwikkeling. Belanghebbende partijen worden betrokken bij de wijze van bijsturen.

  • Onbedoelde maatschappelijke en/of (neven)effecten.
    Er is een afspraak toegevoegd over het door partijen gezamenlijk oplossen van onbedoelde maatschappelijke en/of (neven)effecten als gevolg van het Programma. Indien zich bij de uitvoering van het Programma situaties voordoen waarin de provincie(s) of andere partijen wordt (worden) geconfronteerd met onbedoelde maatschappelijke en/of financiële (neven)effecten als gevolg van (de uitvoering van) het Programma, dragen en nemen Rijk en provincie(s) gezamenlijk verantwoordelijkheid voor een oplossing die voor alle partijen redelijk en aanvaardbaar is. Bij de eerstkomende evaluatie van het Natuurpact in 2016 of zoveel eerder als één van de partijen hier aanleiding toe ziet, zal worden getoetst of er sprake is van onbedoelde maatschappelijke en/of (neven)effecten.

  • Toebedelen ontwikkelingsruimte.
    Verduidelijkt is bij welke besluiten ontwikkelingsruimte kan worden toebedeeld, namelijk middels (i) een beheerplan voor een Natura 2000-gebied houdende toestemming voor concrete projecten of andere handelingen, (ii) een vergunning ingevolge de Nbw, (iii) een omgevingsvergunning waarop hoofdstuk IX van toepassing is, (iv) een bestemmingsplan voor een ontwikkelingsgebied als bedoeld in de Crisis- en herstelwet of (v) een tracé- of wegaanpassingsbesluit.

  • Nadere onderbouwing van de drempelwaarde en grenswaarde.
    De onderbouwing van de drempelwaarde en grenswaarde is opgenomen in paragraaf 5.4 van het Programma.

  • Aangescherpte emissienormen voor stallen via provinciale beleidsregels.
    In het Programma is toegevoegd dat vooruitlopend op de inwerkingtreding van het Besluit emissiearme huisvesting de voldoening aan aangescherpte emissienormen voor stallen via provinciale beleidsregels als voorwaarde wordt gesteld voor toebedeling van ontwikkelingsruimte.

Tot besluit

Vanaf vandaag geschiedt vergunningverlening in beginsel onder de PAS. De toekomst moet gaan uitwijzen hoe dit in de praktijk zal gaan verlopen. Zodra de eerste uitspraak van een rechter over de PAS verschijnt of een andere ontwikkeling zich voor doet, zullen wij u uiteraard berichten.

Artikel delen