Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De Omgevingswet en de milieueffectrapportage

In het wetsvoorstel voor de Omgevingswet zijn de regels over milieueffectrapportage (m.e.r.) opgenomen in paragraaf 16.4. Uit die bepalingen blijkt dat de m.e.r. ook in het nieuwe stelsel het centrale instrument blijft waarmee de milieugevolgen van plannen en projecten via een eenduidige procedure in beeld moeten worden gebracht.

3 november 2014

Inleiding

In het wetsvoorstel voor de Omgevingswet zijn de regels over milieueffectrapportage (m.e.r.) opgenomen in paragraaf 16.4. Uit die bepalingen blijkt dat de m.e.r. ook in het nieuwe stelsel het centrale instrument blijft waarmee de milieugevolgen van plannen en projecten via een eenduidige procedure in beeld moeten worden gebracht. Zodoende kan het bevoegd gezag de gevolgen voor onder andere milieu, cultureel erfgoed en natuur betrekken bij haar belangenafwegingen en krijgen deze aspecten een volwaardige plaats in de besluitvorming. Dat is ook niet vreemd want die verplichting vloeit voort uit de EU-richtlijn voor de milieueffectrapportage (m.e.r.-richtlijn) en de EU-richtlijn voor strategische milieubeoordeling (smb-richtlijn) en kan dus niet ongestraft uit het nationale systeem worden geschrapt. Maar het overnemen van m.e.r. in de Omgevingswet wil niet zeggen dat alles bij het oude blijft, want mede in samenhang met de andere aanpassingen in het stelsel, verandert er op het gebied van m.e.r. best veel. Hieronder staan de belangrijkste veranderingen op een rij.

M.e.r.(-beoordelings)plicht voor plannen

De m.e.r.(-beoordelings)plicht voor plannen wordt niet meer bepaald aan de hand van (limitatieve) lijsten met een beschrijving van gevallen en de daarbij behorende drempelwaarden, maar via drie algemene criteria:

1. is er sprake van een wettelijk of bestuursrechtelijk voorgeschreven plan of programma?

2. vormt dat wettelijk voorgeschreven plan of programma het kader voor de toekenning van toekomstige vergunningen voor m.e.r.(beoordelings)plichtige projecten?

3. of moet er voor het plan of programma een passende beoordeling in het kader van de Wet natuurbescherming worden gemaakt?

Voor plannen of programmas voor kleine gebieden of voor kleine wijzigingen is een plan-m.e.r. alleen vereist als er mogelijk sprake is van aanzienlijke milieueffecten. Om vast te stellen of sprake is van aanzienlijke milieueffecten dient een zogenoemde

plan-mer-beoordeling

te worden uitgevoerd. Ook voor plannen of programmas die het kader vormen voor andere projecten dan de aangewezen m.e.r.(beoordelings)plichtige projecten dient een zogenoemde

plan-mer-beoordeling

te worden uitgevoerd.

Niet onbelangrijk is dat in de Omgevingswet onder plan of programma in ieder geval wordt verstaan: de omgevingsvisie, een programma, een omgevingsplan en een voorkeursbeslissing.

M.e.r.(-beoordelings)plicht voor projecten

Hiervoor blijft de huidige systematiek, waarbij de m.e.r.-plicht wordt bepaald aan de hand van (limitatieve) lijsten met gevallen en drempelwaarden, gehandhaafd. De besluiten waarvoor een m.e.r.-plicht kan gelden zijn in elk geval: het projectbesluit, de omgevingsvergunning en het omgevingsplan en enkele specifieke sectorale besluiten.

De huidige m.e.r.-beoordeling en de vormvrije m.e.r.-beoordeling worden gebundeld tot één eenvoudige m.e.r.-beoordelingsprocedure. Daarin meldt de initiatiefnemer uiterlijk bij de aanvraag van de vergunning dat hij een m.e.r.-beoordelingsplichtig project wil uitvoeren. Als het bevoegd gezag meent dat er inderdaad geen m.e.r.-plicht geldt, wordt dit opgenomen in het ontwerpbesluit van het project. Daarmee vervalt het afzonderlijk m.e.r.-beoordelingsbesluit. Als een m.e.r. toch vereist is, wordt de aanvraag buiten behandeling gelaten (omdat het Milieueffectrapport (MER) ontbreekt). Dit kan uiteraard door vroegtijdig (voor)overleg worden voorkomen.

De mogelijkheid om bij provinciale verordening m.e.r.-plichtige projecten aan te wijzen, is geschrapt.

Inhoudseisen MER/beschrijving alternatieven

De inhoudseisen van het MER staan niet meer in de wet, maar worden in het vervolg opgenomen in een Amvb. Als gevolg van de nieuwe EU-richtlijn voor de m.e.r. worden in het Milieueffectrapport ook nieuwe onderwerpen opgenomen: bescherming biodiversiteit, klimaatverandering, risicos van ongevallen en rampen en effecten op het mariene milieu.

Er is meer ruimte voor maatwerk bij het alternatievenonderzoek. Alleen alternatieven die van belang zijn voor besluitvorming zijn relevant en alternatievenonderzoek is niet meer nodig als deze al op planniveau voldoende zijn onderzocht.

Procedures en participatie

De huidige m.e.r.-procedures voor projecten (de uitgebreide en de beperkte procedure) worden geïntegreerd tot één uniforme project-m.e.r.-procedure.

Het toetsingsadvies van de Commissie voor de milieueffectrapportage inzake een project-m.e.r. wordt facultatief, evenals het advies over de reikwijdte en het detailniveau van het MER.

De procedure voor de m.e.r. wordt volledig geïntegreerd in die van het betreffende plan of besluit en de Omgevingswet schept geen aanvullende participatieverplichtingen.

Verplichte coördinatie is niet langer wettelijk geregeld omdat dit een verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag is.

Evaluatie

Er komt een structurele m.e.r.-evaluatie van de plan-m.e.r.-plichtige plannen en programmas op grond van de Omgevingswet, terwijl de m.e.r.-evaluatie op projectniveau komt te vervallen.

Wilt u meer informatie, neem contact op met Jeanine Zwalve-Erades (

jeanine.zwalve@rhdhv.com

) 06 46 29 67 92.

Gerelateerde info:

Artikel delen