Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Coronavirus & staatssteun: het tijdelijk juridisch kader

In deze blogreeks schonken wij eerder aandacht aan de verschillende mogelijkheden tot het verlenen van staatssteun ter compensatie van “coronaschade” (ten eerste naar aanleiding van de goedkeuring van een Deense steunregeling; ten tweede naar aanleiding van een miljardenclaim uit de Nederlandse horecabranche). De heersende onzekerheid lijkt inmiddels ten dele weggenomen: op 17 maart 2020 presenteerde de Europese Commissie (‘Commissie’) haar plannen voor een tijdelijk juridisch kader, en niet veel later kondigde het kabinet een miljardenpakket aan ter behoud van banen en continuïteit van bedrijven.

18 maart 2020

Het miljardenpakket van de Nederlandse overheid voorziet (hoofdzakelijk) in maatregelen van algemene strekking, waarmee geen selectief economisch voordeel aan bepaalde ondernemingen wordt verstrekt. Vanuit staatssteunrechtelijk perspectief is het tijdelijk juridisch kader daarom vele malen interessanter. In dit blog zetten wij de hoofdlijnen van het voorstel uiteen.

Artikel 107(3)(b) VWEU
Het tijdelijk juridisch kader is gebaseerd op artikel 107(3)(b) van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (‘VWEU’). Daarmee vertoont het gelijkenis met het kader dat werd aangenomen ter vergemakkelijking van steunmaatregelen aan banken ten tijde van de financiële crisis. Artikel 107(3)(b) VWEU bepaalt dat steunmaatregelen om “een ernstige verstoring in de economie van een lidstaat” op te heffen, verenigbaar met de interne markt kan zijn. Toen de Commissie op donderdag haar goedkeuring verleende aan de Deense steunregeling, deed zij dit op grond van artikel 107(2)(b) VWEU (steun wegens “buitengewone gebeurtenissen”). Daarbij gaf zij terloops aan dat de situatie in Italië (destijds) een beroep op artikel 107(3)(b) VWEU zou rechtvaardigen. Dit geldt inmiddels dus voor alle lidstaten.

Vier soorten maatregelen
Het plan van de Commissie omvat vier soorten steunmaatregelen waarmee de lidstaten de economische repercussies van het Coronavirus kunnen verzachten:

  1. Directe leningen of belastingvoordelen tot een maximum van € 500.000 per onderneming, waarmee dringende liquiditeitstekorten worden geadresseerd;

  2. Gesubsidieerde garanties op bankleningen tot een maximum dat wordt bepaald aan de hand van de exploitatiebehoeften van de onderneming;

  3. Gesubsidieerde garanties en rentetarieven voor directe leningen of bankleningen voor zowel bedrijven die behoren tot het MKB als bedrijven die daar niet toe behoren. Hier worden wel grenzen aan gesteld, die hoofdzakelijk zijn gebaseerd op de exploitatiebehoeften van de onderneming. Het mag daarbij gaan om garanties voor zowel leningen ten behoeve van investeringen als leningen ten behoeve van het werkkapitaal; en

  4. Steunmaatregelen waarmee banken kunnen voorzien in hogere financieringsvolumes, riskantere portefeuilles, lagere zekerheidsvereisten, lagere garantiepremies of lagere rentetarieven. Het tijdelijk juridisch kader maakt daarbij duidelijk dat het niet gaat om steun aan de banken, maar om steun aan hun klanten. Daarbij moet worden voorkomen dat steun ‘blijft hangen’ bij de banken.

Overige maatregelen
Het tijdelijk juridisch kader is niet uitputtend bedoeld. Het dient ter aanvulling op de reeds bestaande faciliteiten. De overige mogelijkheden tot het verlenen van staatssteun, onderschreef de Commissie nogmaals in haar Mededeling van vrijdag 13 maart 2020. Daarbij gaf zij aan dat een beroep op artikel 107(2)(b) VWEU (“buitengewone gebeurtenissen”) mogelijk blijft voor (verdergaande) steunmaatregelen ten behoeve van ondernemingen in de zwaarst getroffen sectoren (zoals transport en toerisme). Bij de bekendmaking van het tijdelijk juridisch kader, merkt de Commissie op dat eventuele steunmaatregelen aan banken ook langs deze weg kunnen worden goedgekeurd. Ten slotte wijst de Commissie erop dat ondernemingen die na 31 december 2019 in financiële moeilijkheden zijn geraakt, in aanmerking komen voor steun onder het tijdelijk juridisch kader. Dit is significant, omdat een “onderneming in moeilijkheden” daardoor niet zal zijn aangewezen op goedkeuring onder de Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden. De voorwaarden voor steunverlening zijn in dat kader erg strikt.        

Conclusie
De lidstaten laten zich momenteel uit over de plannen van de Commissie. Hoewel het voorstel voor een tijdelijk juridisch kader meer duidelijkheid biedt over de mogelijkheden tot het verlenen van staatssteun ter compensatie van “coronaschade”, is het nog wachten op de definitieve vaststelling van dit kader. Zodra wij meer weten, maken wij dit uiteraard zo snel mogelijk bekend. Ook ander nieuws ten aanzien van het Coronavirus & Staatssteun maken wij bekend in deze blogreeks zodat u op de hoogte blijft van de laatste ontwikkelingen.

Dit is het derde blog in de blogreeks over het coronavirus en staatssteun.  
Lees hier het eerste blog uit de reeks. 
Lees hier het tweede blog uit de reeks.

Door Nikee Groot, Tom Binder en Marilou van der Feltz.

AKD

Artikel delen