Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Wetsvoorstel grondgebonden groei melkveehouderij naar de Tweede Kamer

Met ingang van 1 januari 2015 is het stelsel van verantwoorde groei voor melkveehouderijen van kracht geworden. Dit stelsel maakt groei mogelijk, mits aan de gestelde vereisten is voldaan. Voor groei dient het fosfaatoverschot van melkvee ten opzichte van 2013 (het zogenaamde melkveefosfaatoverschot) te worden gecompenseerd door extra grond, 100% mestverwerking of een combinatie daarvan. Grondgebondenheid is in deze regelgeving geen strikte voorwaarde.

2 oktober 2015

Volledig grondloze groei acht Staatssecretaris van Economische Zaken Dijksma echter maatschappelijk niet verantwoord. Bij de behandeling van dit stelsel drong het parlement aan op behoud en versterking van het grondgebonden karakter. Staatssecretaris Dijksma ontwierp daartoe vervolgens een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), die op 29 maart 2015 aan de Eerste en Tweede Kamer werd aangeboden. Het parlement verlangde een wettelijke verankering van deze regelgeving. Daartoe ligt er nu een wetsvoorstel tot wijziging van de Meststoffenwet. Staatssecretaris Dijksma had aangekondigd dat het wetsvoorstel inhoudelijk gelijk zou zijn aan de AMvB. Toch zijn er een paar wijzigingen.

Staffeling

Het wetsvoorstel van Staatssecretaris Dijksma is niet bepaald omvangrijk. Het voorstel komt neer op een wijziging van artikel 21 Meststoffenwet. Melkveebedrijven die niet groeien ten opzichte van 2014 worden door het wetsvoorstel niet geraakt. Het melkveefosfaatoverschot dat vanaf 2015 voor mestverwerking in aanmerking komt, geldt voor bedrijven met een overschot per ha tussen de 20 kg en 50 kg fosfaat. Deze bedrijven mogen maximaal 75% van de extra kilogrammen (ten opzichte van 2014) verwerken. Voor het resterende deel zal dus grond beschikbaar moeten komen. Voor bedrijven met een overschot boven de 50 kg is dat percentage 50%. Bedrijven met een overschot van minder dan 20 kg hoeven geen extra grond te verwerven.

Uitzondering

In het wetsvoorstel is een regeling opgenomen om bedrijven te ontzien, die financiële verplichtingen op zich hebben genomen om mest te laten verwerken. Bedrijven die kunnen aantonen dat zij vóór 30 maart 2015 financiële verplichtingen zijn aangegaan voor het laten verwerken van hun gehele melkveefosfaatoverschot, mogen dat overschot voor 100% laten verwerken. Het bewijs van het bestaan van deze verplichting dient vóór 1 februari 2016 bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) te worden aangeleverd.

Handhaving

Overtreding van artikel 21 van de Meststoffenwet kan leiden tot het opleggen van een bestuurlijke boete. De boete bedraagt 11,00 per kilogram fosfaat die niet op eigen grond kan worden geplaatst of mag worden verwerkt. Bovendien is overtreding strafbaar gesteld in de Wet economische delicten.

En verder?

Dit najaar zullen de Tweede en vervolgens de Eerste Kamer het wetsvoorstel behandelen, zodat de wettelijke regeling op 1 januari 2016 in werking kan treden. De AMvB grondgebonden groei melkveehouderij wordt echter niet ingetrokken. Mocht het wetsvoorstel niet tijdig kunnen worden behandeld, dan treedt de AMvB in werking. In ieder geval zullen dus op 1 januari 2016 regels in werking treden die bepalen dat bedrijfsuitbreiding deels dient te worden verantwoord met uitbreiding van grond.

Artikel delen