Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Wat gaat de Omgevingswet gemeenten kosten en opleveren?

Verslag van de G40-leerkring. De invoering van de Omgevingswet brengt voor gemeenten eenmalige invoeringskosten met zich mee. Maar ook structurele kosten en baten, zowel organisatorisch als maatschappelijk. De Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) wil in kaart brengen hoe deze uitgaven en opbrengsten voor gemeenten uitvallen en vraagt gemeenten hierover mee te denken. Door het invullen van gegevens over kosten en baten binnen en buiten de organisatie, krijgen gemeenten ook voor zichzelf een beeld van wat ze financieel te wachten staat.

28 augustus 2018

Gemeenten zullen daarvoor bijvoorbeeld moeten nadenken over wat de Omgevingswet verandert aan hoe zij werken aan beleid, dienstverlening, communicatie en informatievoorziening, hoe ze het organiseren, maar ook wat voor functies en competenties daar voor nodig zijn. Daarbij moeten ze rekening houden met de invoeringsstrategie die ze kiezen: kiezen ze voor vernieuwing, of blijft veel bij het oude? En welke maatschappelijke financiële consequenties kunnen voortkomen uit gekozen bestuurlijke afwegingsruimte?

Dialoogmodel invullen

Enkele grote steden hebben financieel dialoogmodel dat de

VNG

hiervoor ontwikkelde al ingevuld. Zo gebruikte Tilburg dit om input te krijgen voor de begroting van 2018. Programmamanager Omgevingswet Wim Tijssen licht toe dat globale bedragen steeds verder kunnen worden verfijnd, door een scherpe analyse van de consequenties van bestuurlijke keuzes die een gemeentebestuur maakt. Zo blijkt het afschaffen van bepaalde vergunningen niet perse besparingen op te leveren. Tijssen: Want er komen kosten voor handhaving voor in de plaats, mogelijk in veelvoud. Het is nog een hele zoektocht om er grip op te krijgen.

Tijdens de leerkring van de G40-themagroep Omgevingswet gingen deelnemers (programmamanagers en controllers) hiermee aan de slag. De

VNG

kreeg bruikbare tips om het dialoogmodel verder te verbeteren. Zoals het advies om een basislijst op te stellen die laat zien welke wettelijke veranderingen gemeenten minimaal moeten doorvoeren (zoals het verplicht opstellen van een omgevingsvisie) en op welke onderdelen ze (aanvullend) lokale keuzes kunnen maken.

In de doorontwikkeling van het model moet aandacht zijn voor de vraag wat méér vooroverleg en participatie kost en oplevert, ook ten aanzien van toezicht en handhaving. Het te ontwikkelen model moet daarnaast helderheid geven over de reikwijdte van de legesverordening: welke kosten mogen gemeente dekken via leges? En welke kosten kunnen ze redelijkerwijs bij initiatiefnemers leggen?

Besparen op onderzoeksplicht en bouwvergunningen

Niet alleen gemeenten willen weten hoe de kosten en baten van de Omgevingswet uitpakken. Het ministerie van Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties onderzoekt ook waarop gemeenten kunnen besparen. Denk aan de vervallen actualiseringsplicht voor bestemmingsplannen, vereenvoudiging van de onderzoeksplicht en nadeelcompensatie: de drempel om planschade te claimen wordt hoger.

En omdat een bouwtechnische vergunning voor kleine bouwwerken straks niet langer nodig is, vervalt naar verwachting zestig procent van de huidige aanvragen. Gemeenten kunnen ervoor kiezen om nog wel een ruimtelijke toets te laten plaatsvinden, maar dat hoeft niet. Zo zijn op meer onderwerpen lokale keuzes te maken die gevolgen hebben voor de portemonnee. Bijvoorbeeld de meldplicht voor inrichtingen toch handhaven, of leges heffen op milieuvergunningen.

BZK

gaat de komende periode de financiële effecten van alle onderdelen van de wet onderzoeken. In onderstaande presentatie is daarover meer informatie te vinden.

Nu opruimen, of rommel meeverhuizen?

Hoewel standaardlijstjes over dit soort onderwerpen kunnen helpen om inzicht te krijgen in kosten en baten, hangt uiteindelijk veel af van keuzes die de gemeente maakt. Hoe snel werken ze aan de invoering? De Omgevingswet is vanaf 2021 van kracht, maar tot 2029 geldt een overgangstermijn voor bestemmingsplannen en het omgevingsplan. Hoe lager het tempo van de invoering ligt, hoe langer de gemeente twee systemen in de lucht moet houden. Of zoals een van de deelnemers treffende vergeleek: Je weet dat je binnenkort gaat verhuizen. Dan heb je de keuze om nu op te ruimen of alle rommel mee te nemen en daarna uit te zoeken.

Meer informatie

Artikel delen