Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Vervolgonderzoek Bovenplanse kosten Bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen

De Ministeries van Infrastructuur en Milieu en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte aangegeven dat het Rijk vasthoudt aan het huidige systeem van kostenverhaal maar wel zoekt naar een technische optimalisatie. In 2012/2013 heeft BVH Ruimte reeds onderzoek gedaan naar een eventuele forfaitaire bijdrage die de bijdragen ruimtelijke ontwikkelingen en bovenplanse kosten zou kunnen vervangen.

Rijksoverheid 10 juli 2014

De Ministeries van Infrastructuur en Milieu en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte aangegeven dat het Rijk vasthoudt aan het huidige systeem van kostenverhaal maar wel zoekt naar een technische optimalisatie. In 2012/2013 heeft BVH Ruimte reeds onderzoek gedaan naar een eventuele forfaitaire bijdrage die de bijdragen ruimtelijke ontwikkelingen en bovenplanse kosten zou kunnen vervangen. Uit de resultaten van dit onderzoek is het niet mogelijk een forfaitaire bijdrage te bepalen en ook is gebleken dat de respondenten een door het Rijk opgelegde forfaitaire bijdrage niet wensen. Zij willen een op maat gemaakte bijdrage die past bij de eigen gemeentelijke situatie. Uit dit onderzoek bleek ook dat het kostenverhaal voor wat betreft de bovenplanse kosten en bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen erg diffuus is. Het lijkt erop dat de gemeenten er niet goed mee uit de voeten kunnen en dat de kaders onduidelijk zijn.

Op verzoek van bovengenoemde Ministeries heeft BVH Ruimte nu nader onderzoek gedaan naar de wijze waarop gemeenten in de structuurvisies omgaan met afdwingbare bovenplanse kosten en vrijwillige bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen. Het doel van de Ministeries is onduidelijkheden te verminderen en het kostenverhaal duidelijker, transparanter, flexibeler maar toch evenwichtig te maken.

Voor dit onderzoek zijn 2 vragen opgesteld:

1. In welk mate passen de bijdragen die door gemeenten gevraagd worden voor bovenplanse kosten en of bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen in het bestaande wettelijke systeem (Wro)?

2. In welke mate zijn deze afdwingbare bovenplanse kosten en of vrijwillige bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen aan te merken als bovenwijkse voorzieningen?

Om te kunnen beoordelen of de gevraagde bijdragen passen in de Wro zijn criteria opgesteld om de structuurvisies en de projecten waarvoor de bijdragen gevraagd worden te kunnen toetsen. Deze criteria zijn ontleend aan wetsartikelen uit de Wro, aan diverse kamerstukken over de totstandkoming van de Wro en aan diverse jurisprudentie en vakliteratuur.

Steekproef

De bestudeerde structuurvisies en projecten zijn voortgekomen uit het eerder onderzoek naar de forfaitaire bijdrage. Omdat dit om 94 structuurvisies en ca 1.000 projecten ging is gekozen voor een steekproef. Deze steekproef is een representatieve afspiegeling van de respondenten uit het eerdere onderzoek en bestaat uit 46 structuurvisies en bijna 600 projecten.

Uit de toetsing is gebleken dat:

  • De termen bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen, bovenplanse kosten en bovenwijkse voorzieningen door elkaar heen worden gebruikt. Soms hebben gemeenten ook nieuwe termen geïntroduceerd, bijvoorbeeld bijdrage ruimtelijke voorzieningen of ruimtelijke investeringen. Soms wordt niet aangegeven of het de vrijwillige bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen betreft of de afdwingbare bijdrage voor bovenplanse kosten.

  • In een aantal structuurvisies de koppeling tussen een project en een nieuwe ontwikkeling zo duidelijk aanwezig is dat het project eigenlijk onderdeel van de ontwikkeling is en er geen aparte bijdrage voor bovenplanse kosten had hoeven te worden gevraagd.

  • In de 46 structuurvisies die bestudeerd zijn vooral bijdragen voor ruimtelijke ontwikkelingen worden gevraagd. Dit was in 84% van in totaal 586 projecten het geval.

Download het rapport

Gerelateerde info:

Artikel delen