"Een aantal weken geleden publiceerde de Autoriteit woningcorporaties (Aw) haar jaarverslag over het jaar 2017. De Aw bewaakt of corporaties zich aan de Woningwet houden. In 2015 is de Woningwet grondig aangepast. Daarmee zijn de toegestane werkzaamheden behoorlijk ingeperkt. Een corporatie mag alleen actief zijn op het gebied van de volkshuisvesting. Voor werkzaamheden die daaronder vallen, maar een commercieel karakter hebben, is in de regel voorafgaande toestemming van de Aw vereist. Ook voor een aantal andere werkzaamheden dient de Aw eerst een goedkeurend besluit te nemen. Kortom: elke corporatie heeft regelmatig contact met de Aw."
Een besluit van de Aw kan anders uitpakken dan een woningcorporatie wenst en dan staat de mogelijkheid tot bezwaar bij de Aw open. Na een (voor de corporatie negatief) besluit op bezwaar kan de corporatie beroep bij de Rechtbank instellen. In de praktijk gebeurt dat niet vaak. Uit het jaarverslag blijkt dat er in 2017 27 keer bezwaar is ingesteld. Er is twee keer beroep ingesteld bij de rechtbank.
In de praktijk merken we dat corporaties er vaak bang voor zijn dat een bezwaar- of beroepsprocedure de relatie met de Aw zal verstoren. De Aw komt in het kader van het toezicht regelmatig bij de corporatie. Een corporatie vreest dat een bezwaar of beroep ertoe zal leiden dat de Aw bij het gebruikelijke toezicht strenger zal zijn of dat de relatie op een andere manier wordt verstoord. Onze ervaring is anders. Een procedure leidt, zo merken wij, niet tot een verstoring van de relatie. Integendeel, ook de Aw heeft soms behoefte aan meer duidelijkheid. De huidige Woningwet kent een aantal grijze gebieden. Met de Aw discussiëren we regelmatig over die grijze gebieden. Interessant zou het zijn om de dilemmas in de grijze gebieden in de Woningwet voor te leggen aan de Rechtbank. Niet alleen tegenover de Aw, maar ook om duidelijkheid te krijgen voor de Aw en alle corporaties in Nederland.
