Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Pas-uitspraak leidt tot stroom vernietigingsuitspraken van bestemmingsplannen

Op 11 september jl. gingen weer zeven bestemmingsplannen geheel of gedeeltelijk over de kop als gevolg van het feit dat bij de vaststelling was teruggevallen op de passende beoordeling die ten grondslag ligt aan het Programma Aanpak Stikstof.

26 september 2019

De Afdeling deed uitspraak inzake plannen in Heiloo en Castricum voor de aanleg van een nieuwe aansluiting op de A9 ( Heiloo ECLI:NL:RVS:2019:3092), in Zaandijk voor een sportpark ( Zaandijk ECLI:NL:RVS:2019:3090), in Schagen voor o.m. recreatiewoningen ( Schagen ECLI:NL:RVS:2019:3094), in Bergen voor een voetbalcomplex ( Bergen voetbalcomplex ECLI:NL:RVS:2019:3119) en een sporthal ( Bergen sporthal ECLI:NL:RVS:2019:3095) en in Aalten voor een bedrijventerrein ( Aalten ECLI:NL:RVS:2019:3091). Op het eerste gezicht weinig nieuws en een logisch uitvloeisel van de uitspraak van de Afdeling van 29 mei jl. ( ECLI:NL:RVS:2019:1603) waarnaar in elk van deze uitspraken dan ook wordt verwezen en waaruit overwegingen worden geciteerd. Toch zijn er variaties waar te nemen.

De twee zaken van de gemeente Bergen zijn op zitting geweest, welke in beide gevallen voor 29 mei plaatsvond. Alle andere zaken zijn buiten zitting afgedaan.

De beide zaken uit Bergen die op zitting zijn geweest, kregen nog een volledige behandeling: ook alle andere beroepsgronden tegen de betreffende plannen werden behandeld en beslist. Voor de zaken die niet op zitting zijn geweest, gold dat niet.

In zaak van de gemeente Schagen werd niet gemotiveerd waarom de andere beroepsgronden onbesproken bleven (zouden er geen andere gronden zijn geweest?), maar in de zaken uit Aalten, Heiloo en Zaandijk gebeurde dat wel: het alsnog uitvoeren van een passende beoordeling zou wel eens tot aanpassing van de plannen kunnen leiden, zodat op voorhand niet duidelijk is dat de behandeling van de overige beroepsgronden tegen de thans voorliggende besluiten van belang kan zijn voor een eventueel vervolgbesluit.

In twee zaken (Aalten en Heiloo), waar gelijktijdig ook een hogere waardebesluit op grond van de Wet geluidhinder was genomen, werd ook dat besluit meteen meevernietigd op grond van de overweging dat nu de bestemmingsplannen worden vernietigd en op voorhand niet duidelijk is of en op welke wijze de aansluiting op de A9 mogelijk wordt gemaakt, () de motivering van de besluiten omtrent de hogere waarden niet langer dragend (is).

Uit de uitspraak Schagen blijkt dat de raad na de Pas-uitspraak van 29 mei alsnog een nieuwe passende beoordeling had laten maken en ingezonden. De Afdeling doet daar in het geheel niets mee in het kader van finale geschilbeslechting: omdat deze nieuwe beoordeling niet aan het bestreden besluit ten grondslag lag, deed dat niet af aan de conclusie dat dit vernietigd moest worden, aldus de Afdeling. Dat is goed te volgen. Maar waarom niet een onderzoek werd gedaan of het mogelijk zou zijn geweest om de gevolgen van de vernietiging in stand te laten, omdat de nieuwe passende beoordeling alsnog voldoende zou zijn, wordt niet duidelijk: van enig onderzoek naar de inhoud ervan geeft de uitspraak geen blijk. Een zelfde lot trof de gemeente Heiloo, die alsnog een berekening had laten maken waaruit volgde dat van het plan géén ecologisch meetbare of waarneembare effecten zijn te verwachten op het Natura 2000-gebied. De Afdeling keurde de berekening ogenschijnlijk geen blik waardig en overwoog: De stelling van de gemeenteraden dat uit een nieuwe berekening van de stikstofdepositie blijkt dat geen ecologisch meetbare of waarneembare effecten zijn te verwachten op het Natura 2000-gebied Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder, kan aan die conclusie [dat de bestemmingsplannen zijn vastgesteld in strijd met artikel 19j van de Natuurbeschermingswet 1998] niet afdoen. Nogmaals, dat is juist, maar waarom in het kader van finale geschilbeslechting de nieuwe berekening niet wordt onderzocht, wordt uit de uitspraak niet duidelijk.

In geen van de uitspraken werd bezien of herstel via een herstelbesluit tot de mogelijkheden zou behoren. Ziet de Afdeling door de oogharen dat het binnen afzienbare termijn met die plannen in relatie tot de Wet natuurbescherming echt niet goed kan komen? Of moet er gewoon een stuwmeer van zaken worden weggewerkt?

Artikel delen