Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Hoe werkt de Wkb voor padelbanen, vlaggenmasten, standbeelden en magazijnstellingen?

Woningen en bedrijfshallen; daar ging de afgelopen jaren vooral de aandacht naar uit als we spraken over de Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb). Ook bij mij. Echter beperkt de nieuwe wet zich niet alleen tot deze twee bouwwerken, zo leerde ik in de afgelopen maanden. In deze blog laat ik je zien welke bouwwerken ook onder de wet vallen.

Huib van de Vrie, via PlanGarant 27 april 2024

De eerste twee bouwwerken die ik noemde, staan letterlijk beschreven in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en bovenaan het lijstje bouwwerken in de gevolgklasse 1 (artikel 2.17 lid 3 Bbl). Maar als je dat lijstje naar beneden afgaat, kom je het volgende bouwwerk tegen: een ander bovengronds gelegen bouwwerk geen gebouw zijnde dat niet hoger is dan 20 meter, met uitzondering van een infrastructurele voorziening bestemd voor verkeer anders dan bedoeld onder f en bouwwerken met een waterkerende functie. Toen ik daar wat langer bij stil stond, ben ik op een aantal bouwprojecten gekomen die ook met een kwaliteitsborger opgepakt moeten worden.  

Voorbeelden 

Ondertussen hebben wij hier bij PlanGarant ook ervaring mee opgedaan en dat lijkt spannender dan het is. Voor onderstaande bouwwerken zijn de risico’s namelijk laag in te schalen en dus qua hoeveelheid bewijslast ‘makkelijk’ te verzamelen. Binnen de Regeling kleine werken kunnen we dit goed oppakken. Denk bijvoorbeeld aan: 

  1. Padelbanen (met lichtmasten hoger dan 5 meter) 

  2. Vlaggenmasten (hoger dan 6 meter) 

  3. Antennemasten (hoger dan 3 meter) 

  4. Sport- of speeltoestel (hoger dan 4 meter) 

  5. (permanente) Cameramast als bewaking bij zonneparken (hoger dan 5 meter) 

  6. Vleermuizenhotel (hoger dan 5 meter) 

  7. Magazijnstelling in bedrijfsruimte (hoger dan 8,5 meter) 

  8. Thematische constructie in een attractiepark (hoger dan 5 meter) 

  9. Kunstwerk als bijvoorbeeld Rotondeaankleding (hoger dan 5 meter) 

Hoe lees je de Bbl dan op de juiste manier? 

Voor de bouwactiviteit begint het met artikel 2.26 Bbl (een bouwwerk zonder een dak). Daar gelden 3 artikelen om als bouwwerk zonder een dak vergunningplichtig te worden voor de bouwactiviteit. Is een bouwwerk geen gebouw zijnde meer dan 5 meter hoog of ondergronds gelegen dan is deze bouwtechnisch vergunningsplichtig. De oppervlakte speelt dus geen rol hier.  

In het tweede lid staan de bouwwerken zoals het sport of speeltoestel (> 4 meter), terreinafscheidingen (> 1 meter), erf- of perceel afscheidingen (>2 meter), antennes (>3 meter) en schotelantennes (doorsnede > 2 meter) genoemd. 

Kom je bij 2.26 Bbl uit op een vergunningplichtig bouwwerk omdat de padelbaan, het vleermuizenhotel of het standbeeld hoger is dan 5 meter, dan ga je vervolgens naar artikel 2.27 Bbl en daar kom je via lid 1 onder a. uit in artikel 2.17 lid 3 onder g. Bbl.  

Dit artikel wijst bouwwerken aan die onder gevolgklasse 1 vallen en deze weer meldingsplichtig maakt voor de Wkb.  

Speciale aandacht gaat uit naar artikel 2.27 lid 2 onder e en f. Daarin worden de vlaggenmasten en magazijnstellingen benoemd. Een vlaggenmast is daar vergunningsvrij als hij lager is dan 6 meter en een magazijnstelling als deze lager is dan 8,5 meter en alleen steunt op de vloer van het gebouw waarop wordt gebouwd. 

Het gaat dus om de volgorde waarin je deze artikelen moet lezen. Je doet er goed aan te beginnen bij artikel 2.25 (bouwwerk met dak) en 2.26 (bouwwerk zonder dak) en vervolgens naar 2.27 voor de uitzonderingen. Valt het bouwwerk dan nog steeds binnen de vergunningsplicht, dan kijk je in 2.17 of je wellicht onder de gevolgklasse 1 terug kan naar de bouwmelding.  

Conclusie 

Ondertussen wennen we allemaal aan de Wkb en weten we deze beter toepasbaar te maken. Het is een leuke tijd voor ons kwaliteitsborgers en we denken graag mee met nieuwe of bestaande projecten.  

Auteur: Huib van de Vrie 

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.

KENNISPARTNER