Milieucalamiteiten zoals een brand bij een industriële inrichting of een zeeschip dat een grote hoeveelheid lading verliest, kunnen tot het verlies van ecosysteemfuncties leiden. De Europese Milieuaansprakelijkheidsrichtlijn (Environmental Liability Directive 2004 (Richtlijn 2004/35/EG)) (hierna: ELD) biedt bij aanmerkelijke milieuschade de mogelijkheid om maatregelen te treffen die erop zijn gericht om natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties te herstellen én tussentijds verlies daarvan te compenseren.
Daarmee biedt de ELD meer mogelijkheden voor milieuherstel dan andere juridische instrumenten uit het Nederlandse milieurecht. Toch wordt de richtlijn weinig gebruikt in Nederland. In deze blogreeks gaan wij in op de mogelijkheden die de ELD bij milieucalamiteiten biedt aan het bevoegd gezag. In onze eerste blog van deze reeks hebben wij een introductie tot de ELD gegeven. In deze tweede blog gaan wij in op de aard en inhoud van de herstelmaatregelen die op grond van de ELD kunnen worden genomen en/of verlangd.
Zoals in de eerste blog van deze blogreeks al kort aan bod is gekomen, biedt titel 17.2 Wm (de Nederlandse implementatie van de ELD) het bevoegd gezag de mogelijkheid om een beschikking op te leggen aan degene die een activiteit verricht waardoor onder de ELD vallende milieuschade ontstaat of onmiddellijk dreigt te ontstaan. Met deze beschikking kan de veroorzaker van de (dreigende) milieuschade worden verplicht om preventieve of herstelmaatregelen te treffen. De ELD kent een drietal te onderscheiden herstelmaatregelen:
primaire herstelmaatregel;
complementaire herstelmaatregel, en;
compenserende herstelmaatregel.
Het doel van een primaire herstelmaatregel is het terugbrengen van aangetaste natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties naar hun referentietoestand. De referentietoestand is de toestand waarin de natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties zich ten tijde van een milieuincident zouden hebben bevonden als de schadeveroorzakende gebeurtenis zich niet zou hebben voorgedaan en geen milieuschade zou zijn ontstaan (zie: artikel 2 lid 14 ELD). De referentietoestand wordt bepaald aan de hand van de best beschikbare informatie, waarbij ook gedacht kan worden aan data die afkomstig zijn van een locatie op enige afstand van daar waar het incident zich heeft voorgedaan, maar dat vergelijkbaar is met locatie waar de schade is ontstaan. Een voorbeeld van een primaire herstelmaatregel is het afgraven van vervuilde grond nadat er olie uit een ondergrondse leiding is gelekt.
Als het niet mogelijk is om terug te keren naar de referentietoestand worden complementaire herstelmaatregelen getroffen. Het doel van complementaire herstelmaatregelen is het scheppen van eenzelfde niveau van natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties als in de situatie waarin de aangetaste locatie in haar referentietoestand hersteld zou zijn. Denk hierbij aan de situatie dat, ondanks de getroffen primaire herstelmaatregelen, een zeegrasbed door stranding van schip wordt aangetast. In dat geval wordt met complementaire herstelmaatregelen ingezet op het creëren van nieuwe natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties op een alternatieve maar gelijkwaardige locatie. Het heeft de voorkeur om het nieuwe gebied aangrenzend aan het aangetaste gebied aan te leggen.
Na een milieuincident zullen de natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties van een getroffen (natuur)gebied onder het niveau van de referentietoestand zijn geraakt. Indien en voor zover de getroffen primaire en (eventueel) complementaire herstelmaatregelen succesvol zijn, zullen de natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties van het getroffen gebied herstellen naar de referentietoestand. Ondanks de getroffen maatregelen kan dit jaren duren, waardoor sprake is van een tussentijds verlies aan natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties.
Met compenserende herstelmaatregelen kan dit tussentijdse verlies – in afwachting van regeneratie – van natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties (interim losses) worden gecompenseerd. Deze herstelmaatregelen zijn niet gericht op een financiële compensatie van geleden interim losses, maar juist op het ecologisch compenseren van dit verlies. De maatregelen worden (voornamelijk) bepaald met de Habitat Equivalency Analysis (HEA) en Resource Equivalency Analysis (REA). Hierop gaan wij in de derde blog van deze blogreeks in.
Een herstelmaatregel in de zin van de ELD is een maatregel (of combinatie van maatregelen) die is gericht op herstel, rehabilitatie of vervanging van de aangetaste natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties, of op het verschaffen van een gelijkwaardig alternatief voor de aangetaste natuurlijke rijkdommen of functies (zie: artikel 1 ELD). Potentiële herstelmaatregelen worden vastgesteld door de bedrijfs- of beroepsmatige exploitant van de activiteit waardoor de milieuschade is ontstaan of dreigt te ontstaan. Daarbij moet het in bijlage II van de ELD vastgestelde kader voor herstelmaatregelen in acht worden genomen. De exploitant legt de herstelmaatregelen ter goedkeuring voor aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag besluit vervolgens welke herstelmaatregelen moeten worden uitgevoerd. Voor het nemen van dit besluit is in paragraaf 1.3 van bijlage II van de ELD een aantal beoordelingscriteria opgenomen.
In deze tweede blog zijn wij ingegaan op de aard en inhoud van de herstelmaatregelen die op grond van de ELD kunnen worden genomen en/of verlangd. In deel 3 van deze reeks gaan wij in op de compenserende herstelmaatregelen voor tijdelijk verlies van natuurlijke rijkdommen en/of ecosysteemfuncties die op grond van de ELD kunnen worden getroffen.
Bent u als bevoegd gezag betrokken bij een milieucalamiteit? Kijk dan op www.calamiteitenapp.nl. Op deze door Pels Rijcken ontwikkelde website vindt u praktische handvatten en tips voor handhaving in crisissituaties.