Een bestaande portiek uit 2013 wordt opgetopt met twee bouwlagen waardoor de hoogste vloer van een verblijfsgebied dat bij brand is aangewezen op het portiektrappenhuis op 21 m komt te liggen. De vergunningaanvrager is van mening dat het rechtens verkregen niveau (RVN) van de bestaande woningen niet verslechtert door de optopping en er geen RVN is voor de nieuwe bouwlagen waardoor aan bestaande bouwniveau mag worden voldaan. De gemeente is van mening dat het RVN gebaseerd is op de nieuwbouwvoorschriften van het Bouwbesluit 2012 waarop het bestaande gebouw uit 2013 is vergund.
Voor een bestaande portiek uit 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd voor het optoppen van het gebouw met twee extra woonlagen. De hierin toegevoegde woningen in de optopping beslaan twee bouwlagen met een eigen interne trap. De hoogste vloer van een verblijfsgebied in het gebouw is daarom op 21 m boven het meetniveau gelegen. De vergunningaanvrager is van mening dat het veiligheidsniveau voor de bestaande woningen door de optopping niet verslechterd en dat deze getoetst moet worden aan de eisen voor bestaande bouw, omdat er geen rechtens verkregen niveau bestaat voor de te bouwen optopping van het woongebouw. De gemeente is van mening dat het rechtens verkregen niveau in dit geval gelijk is aan het nieuwbouwniveau en dat daarom aan de nieuwbouwvoorschriften moet worden voldaan.
