Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 61a

  • 1

    Tegen de voor onderzoek opgehouden verdachte kunnen maatregelen in het belang van het onderzoek worden bevolen. Als zodanige maatregelen kunnen onder meer worden aangemerkt:

    • a.

      het maken van foto’s en video-opnamen;

    • b.

      het nemen van lichaamsmaten en handpalm-, voet-, teen-, oor- en schoenzoolafdrukken;

    • c.

      de toepassing van een confrontatie;

    • d.

      de toepassing van een geuridentificatieproef;

    • e.

      het afscheren, knippen of laten groeien van snor, baard of hoofdhaar;

    • f.

      het dragen van bepaalde kleding of bepaalde attributen ten behoeve van een confrontatie;

    • g.

      plaatsing in een observatiecel;

    • h.

      onderzoek naar schotresten op het lichaam.

  • 2

    De in het eerste lid genoemde maatregelen kunnen alleen worden bevolen in geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in artikel 67, eerste lid.

  • 3

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de uitvoering van de maatregelen in het belang van het onderzoek en voor het verwerken van de resultaten daarvan.

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(01-08-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-05-2014

wijziging

12-03-2014

Stb. 2014, 125

33352

07-04-2014

Stb. 2014, 149

01-10-2010

wijziging

18-07-2009

Stb. 2009, 317

31436

25-03-2010

Stb. 2010, 152

01-03-2002

wijziging

01-11-2001

Stb. 2001, 532

26983

31-01-2002

Stb. 2002, 66

01-06-1993

nieuw

24-03-1993

Stb. 1993, 182

19757

24-03-1993

Stb. 1993, 182