Er wordt veel gesproken over de mogelijkheden van waterstof binnen de energietransitie. De industrie maakt er al op grote schaal gebruik van en er worden steeds meer voertuigen ontwikkeld die volledig op waterstof kunnen rijden. Jeanine Zwalve-Erades en Gijs Kreeft beantwoorden enkele vragen over de kansen van waterstof voor de gebouwde omgeving.
Het feit dat bij de verbranding van waterstof geen CO2 vrijkomt, maakt waterstof een interessante brandstof met het oog op de noodzakelijke terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen. Daarom wordt in het Klimaatakkoord van december 2018 het belang van waterstof binnen verschillende sectoren onderstreept. Zo worden er mogelijkheden gezien voor het gebruik van waterstof als duurzame energiedrager voor mobiliteit en (zwaar) transport, als grondstof of energie voor de industrie, als grootschalig opslagmedium voor de energiesector en mogelijk ook in de gebouwde omgeving. In de industrie wordt waterstof al langere tijd gebruikt en de ervaringen uit die sector zijn waardevol voor de verkenning van de mogelijkheden in de gebouwde omgeving.
Waterstof kan in de toekomst potentieel dezelfde rol spelen als aardgas in het verwarmen van onze huizen en is zelfs geschikt om op te koken. De eerste CV-ketels op waterstof zijn intussen al ontwikkeld. Er is echter op veel fronten nog behoefte aan kennisontwikkeling. Hiervoor zijn inmiddels op diverse plaatsen in het land pilots gestart, zowel voor het gebruik van 100% waterstof in nieuwbouwsituaties (een voorbeeld is de nieuwbouwwijk Nijstad-Oost in de gemeente Hoogeveen), maar ook in gebouwen en wijken die om verschillende redenen moeilijk op andere wijzen te verduurzamen zijn. (Een voorbeeld van het verwarmen van bestaande woningbouw is het waterstofproject in Rozenburg, gemeente Rotterdam.) De resultaten van deze pilots zullen naar verwachting veel invloed hebben op de rol die waterstof in de gebouwde omgeving kan gaan spelen.