Er wordt veel gesproken over de mogelijkheden van waterstof binnen de energietransitie. De industrie maakt er al op grote schaal gebruik van en er worden steeds meer voertuigen ontwikkeld die volledig op waterstof kunnen rijden. Jeanine Zwalve-Erades beantwoordt enkele vragen over de kansen van waterstof voor de gebouwde omgeving.
Onder de juiste condities kan waterstof prima worden opgeslagen. Juist die opslagfunctie zou wel eens een van de belangrijkste functies van waterstof binnen de energietransitie kunnen gaan worden. Want met het opslaan van waterstof kunnen twee belangrijke nadelen van duurzame energie uit zon en wind worden opgevangen, namelijk dat energie uit deze opwek qua tijd en/of qua plaats niet goed genoeg aansluit bij het tijdstip en de plek van de vraag naar elektriciteit. Door het overschot aan duurzaam opgewekte elektriciteit om te zetten in waterstof en die op te slaan, kan de opgeslagen waterstof op een later moment en/of op een andere plaats weer worden omgezet in elektriciteit en zo dus de verschillen tussen vraag en aanbod overbruggen. Maar omdat waterstof het lichtste element is, moet het onder hoge druk of bij lage temperatuur worden opgeslagen en dat maakt deze opslagfaciliteiten kostbaar.
Afhankelijk van het doel van de opslag, kan deze grootschalig of kleinschalig van aard zijn, want het maakt uiteraard uit of de opslag de fluctuaties in een heel seizoen moet kunnen opvangen of voor een kortere termijn of dat het gaat om de tussenopslag voor een tankstation. Voor seizoensopslag kan de waterstof worden opgeslagen in ondergrondse zoutcavernes of lege gasvelden om voldoende duurzame energie beschikbaar te hebben voor de warmteproductie in het koude jaargetijde. Voorbeeld daarvan is het project Zuidwending waar de Gasunie sinds 2017 onderzoek doet naar de opslag van waterstof in een zoutcaverne en de effecten daarvoor op de langere termijn. Bij de kleinschaliger units gaat het vooral om bovengrondse opslag in de industrie waarbij de opgeslagen waterstof vooral dient als noodstroomvoorziening. Maar ‘on site-opslag’ kan ook worden toegepast bij een opwekfaciliteit voor duurzame energie (zonne- of windpark) waardoor de duurzaam opgewekte – maar op dat tijdstip overtollige – elektriciteit ter plaatse tijdelijk via elektrolyse kan worden omgezet in waterstof en zo congestieproblemen op het elektriciteitsnet kunnen worden voorkomen. Daarnaast komen er natuurlijk steeds meer waterstoftankstations met opslagtanks voor het tanken van allerlei waterstofvoertuigen.
Tot slot zijn er veelbelovende initiatieven om waterstof op te slaan in andere stoffen, bijvoorbeeld in vloeibaar ammoniak of mierenzuur of zelfs in plastics. Met deze technieken wordt geprobeerd om de hoeveelheid opgeslagen waterstof per volume te vergroten om zodoende het transport van waterstof te vereenvoudigen. Hiervoor is echter nog veel onderzoek nodig. Daarbij komt dat door de relatief hoge kostprijs (afgezet tegen andere energiedragers en technieken) waterstofopslag economisch nog niet rendabel is. De verwachting is echter wel dat de doorontwikkeling en opschaling van de opslagtechnieken zal leiden tot een verdere kostprijsverlaging.
Door veel partijen en in diverse sectoren wordt hard gewerkt om ervoor te zorgen dat waterstof een substantiële rol kan gaan spelen in de verduurzaming van onze samenleving en dat is ook goed voor onze economie. Vanuit ons motto “Enhancing society together” zijn de technische, strategische en juridische adviseurs van Royal HaskoningDHV daar op verschillende manieren bij betrokken.