Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Vragen over startanalyse Leidraad Transitievisie Warmte

De recent voor gemeenten openbaar gemaakte Leidraad voor de Transitievisie Warmte heeft bij gemeenten vragen opgeroepen. Waarom komt bijvoorbeeld in bepaalde wijken groen gas als goedkoopste oplossing naar voren?

5 november 2019

De VNG benadrukt dat de Leidraad de eerste stap is bij het bepalen voor het beste warmtealternatief voor wijk of buurt. (zie ook het bericht ). De startanalyse is ook niet volledig. Zo zijn de eindgebruikerskosten en de lokale data niet meegenomen. De startanalyse en daarmee ook de Leidraad hoeven niet door gemeenten gebruikt te worden om te komen tot een Transitievisie Warmte. Op de twee meest voorkomende vragen heeft de VNG een advies opgesteld:

Vraag: Groen gas komt naar voren als goedkoopste optie in een buurt waar we dat niet hadden verwacht.

Advies: Het PBL gaat er in de berekeningen van uit dat er in 2050 2 miljard m3 groen gas beschikbaar is voor de gebouwde omgeving. Toch zijn de precieze beschikbaarheid en prijs van groen gas in 2050 is nog erg onzeker. De uiteindelijke beschikbaarheid en prijs van groen gas in de gebouwde omgeving is afhankelijk van veel factoren buiten de gebouwde omgeving, zoals de behoefte aan groen gas in de industrie en eventuele beleidskeuzes die worden gemaakt over de verdeling van groen gas. Veel van deze factoren zijn nog niet uitgekristalliseerd. Daarom is het verstandig om in eerste instantie terughoudend te zijn met de inzet van groen gas.

Ook is relevant dat de kosten van vernieuwing van het gasnet NIET zijn opgenomen in de Startanalyse. Die kosten zijn erg afhankelijk van het tijdstip waarop die vernieuwing in uw buurt aan de orde is. Alleen de lokale netbeheerder kan hierover meer duidelijkheid geven. Als de kosten van gasnetvernieuwing bij andere strategieën kan worden uitgespaard, dan wordt de groengas-strategie relatief duurder. Daarom is het verstandig om in dit soort gevallen te kijken wat de kostenverschillen zijn tussen groen gas en all electric of een warmtenet in een bepaalde wijk, en om die opties lokaal te detailleren om tot een preciezere inschatting van de kosten te komen.

Vraag: All electric of een warmtenet met lage temperatuur komt naar voren als strategie met de laagste nationale kosten, terwijl er veel monumenten in deze buurt staan (bv oude binnenstad).

Advies: Dit ligt waarschijnlijk aan de aanname over de isolatie naar schillabel B. De Startanalyse gaat ervan uit dat alle gebouwen geïsoleerd worden naar schillabel B. Daardoor zijn de renovatiekosten in een buurt voor elke strategie gelijk. De kostenverschillen tussen strategieën worden binnen elke buurt bepaald door de kosten van de energie-infrastructuur en de energiekosten. Monumenten isoleren tot schillabel B is aanmerkelijk duurder dan bij gewone gebouwen, als het technisch al mogelijk is. Daardoor is het bij monumenten waarschijnlijk financieel voordeliger om hogere energiekosten te accepteren in ruil voor lagere renovatiekosten. Die strategie kon in de Startanalyse niet worden doorgerekend omdat er geen landelijke database beschikbaar is met informatie over welk gebouw een monument is. Voor historische binnensteden met veel monumentale panden is het daarom raadzaam een aanvullende analyse uit te voeren met kosten van isolatiemaatregelen die toegesneden zijn op monumenten, om op die manier een gedetailleerdere inschatting te kunnen maken van de kosten van de verschillende alternatieven.

Meer informatie

Nog veel meer antwoorden op vragen over de Leidraad vindt u op de

Artikel delen