Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

To do in 2018: aan de slag met de woonruimteverdeling

Sinds 1 januari 2015 is de Huisvestingswet 2014 van kracht, op basis waarvan de gemeente kan sturen op de verdeling van de woonruimte. Inmiddels zijn we vier jaar verder en verliezen de meeste Huisvestingsverordeningen aan het einde van het jaar hun geldigheid. Dit biedt een uitgelezen gelegenheid om de uitgangspunten van het woonruimteverdeelsysteem eens grondig tegen het licht te houden. Hoe dit aan te pakken?

12 januari 2018

Sinds 1 januari 2015 is de Huisvestingswet 2014 van kracht, op basis waarvan de gemeente kan sturen op de verdeling van de woonruimte. Inmiddels zijn we vier jaar verder en verliezen de meeste Huisvestingsverordeningen aan het einde van het jaar hun geldigheid. Dit biedt een uitgelezen gelegenheid om de uitgangspunten van het woonruimteverdeelsysteem eens grondig tegen het licht te houden. Hoe dit aan te pakken?

Ook in gemeenten waar destijds geen verordening is vastgesteld of waar dit destijds bij gebrek aan schaarste onmogelijk was, is er overigens alle reden voor een herbezinning. De situatie op de woningmarkt is sterk veranderd en aanpalende regelgeving is grondig gewijzigd. Denk aan de passendheidseis opgenomen in de Woningwet 2015, het vervallen van de voorrangspositie voor vergunninghouders, de discussie over de (regulering van) middenhuur en de verruiming van de mogelijkheden voor tijdelijke huurcontracten.

De woonruimteverdeling is kortom een dossier om snel mee aan de slag te gaan! En dat niet alleen. Het vergt overleg en overeenstemming tussen gemeenten, woningcorporaties en huurdersorganisaties.

Waar te beginnen?

Het krijgen van een goed beeld van de effecten van de woonruimteverdeling is een goed begin. Wat leert de monitoringsinformatie ons? Hebben de regels die we stelden en de instrumenten die we inzetten het beoogde effect gehad en bereiken we onze doelen? Vervolgens is het de vraag of de gestelde doelen herbevestigd kunnen worden of aan bijstelling of aanvulling gedacht moet worden. Doelen zijn er legio: betaalbare woonlasten, doorstroming bevorderen, leefbaarheid verbeteren, mantelzorg mogelijk maken, et cetera.

Allen zijn een gesprek waard, zeker wanneer het gesprek ook komt op de achterliggende kernwaarden. Nadenken over de woonruimteverdeling begint met uitspraken over zaken als rechtvaardigheid, keuzevrijheid en transparantie. Cijfers helpen je hier niet, de woonruimteverdeling is een onderwerp om iets van te vinden. In de regios Eemvallei en Utrecht doorlopen we op dit moment een dergelijk traject. In Eemvallei begonnen met een evaluatie en denken nu na over de onderliggende kernwaarden en doelen.

Naar een nieuwe verordening of niet?

Na een dergelijke fundamentele discussie is het tijd om na te denken over de inrichting van het systeem (de in te zetten instrumenten) en het vastleggen hiervan in regels (de huisvestingsverordening). In deze fase komt ook de vraag aan de orde of het maken van een huisvestingsverordening noodzakelijk én mogelijk is. Er moet ook nu weer sprake zijn van schaarste die voor bepaalde doelgroepen onevenwichtige en onrechtvaardige effecten heeft en daarmee het benoemen van de vergunningplichtige woningvoorraad naar prijs, woningtype of ligging. Gaat het om de sociale huurwoningvoorraad alleen of is sturing op de toewijzing en de samenstelling van duurdere woningen ook wenselijk?

De Huisvestingswet laat de wijze van onderbouwing hiervan aan de gemeente zelf over. Soms is dit vrij eenvoudig, bijvoorbeeld als er al een recent woningmarktonderzoek ligt. Soms moet je er dieper de cijfers voor induiken. Ook in deze fase is het voeren van een gesprek naar aanleiding van de cijfers cruciaal.

Kortom de wereld is veranderd. In elke gemeente vraagt dit om opnieuw na te denken over het woonruimteverdeelsysteem, de achterliggende waarden en de doelen die het systeem zou moeten dienen. Dat leidt vervolgens weer tot nieuwe regels/verordeningen die hier invulling aan geven. Dit is typisch een onderwerp om op de agenda van het nieuwe college van B&W te zetten kort na de gemeenteraadsverkiezingen in maart, maar het nodige voorwerk is al te doen.

Artikel delen