Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Omgevingsvisies: een leven lang leren

Het is alweer zeven jaar geleden dat de eerste ronde pilots omgevingsvisie plaatsvonden en de tweede ronde is ook alweer van vijf jaar geleden. Sindsdien is er in den lande driftig gewerkt aan het maken van omgevingsvisies, stuk voor stuk pilots op zichzelf. Die ervaringen heb ik meegenomen in de tweede actualisering van mijn boek Werken met de omgevingsvisie. Visievorming onder de Omgevingswet. Wat zijn de belangrijkste nieuwe inzichten?

12 juli 2022

Artikelen

Artikelen

Aansluiting van omgevingsvisie op omgevingsplan

We weten al langer dat het belangrijk is om te zorgen voor een goede aansluiting van de omgevingsvisie op het omgevingsplan. In de wet staat immers dat de omgevingsvisie de beleidsmatige basis is voor het omgevingsplan. In Hillegom hebben we (KuiperCompagnons) onder de vlag van de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen (BNSP) onderzocht wat hiervoor nodig is. Wij maken daarom bij voorkeur beleidsrijke visies.

Toch blijkt in de praktijk nog steeds dat de vertaling van de visie in het plan een uitdaging is, om het eufemistisch te stellen. Dit komt onder meer omdat het al lastig zat is om een integrale en coherente visie te maken die voldoende bestuurlijk, ambtelijk en maatschappelijk draagvlak heeft, laat staan dat er op alle fronten voldoende duidelijke uitspraken zijn om er gelijk regels van te kunnen maken. Tip: maak dan in elk geval helder wat de route is naar een omgevingsvisie 2.0, waarin die keuzes wel zitten.

Afwegingskaders en gebiedsgerichte uitwerkingen

De afgelopen jaren hebben we veel energie gestoken in het optuigen van ‘integrale inspiratie- en afwegingskaders’, omdat deze in een compacte vorm laten zien waar de gemeente voor staat, ze vertaald kunnen worden in het omgevingsplan als kader voor binnenplanse omgevingsplanactiviteiten (OPA’s) en direct kunnen dienen als kader voor buitenplanse OPA’s.

Bovendien vormt zo’n afwegingskader een goede basis voor de monitoring. De gebiedsgerichte uitwerking van dit kader is interessant, omdat zodoende zichtbaar gemaakt kan worden hoe de balans gevonden kan worden en welke accenten gelegd kunnen worden in het desbetreffende deelgebied. Tip: werk het afwegingskader gebiedsgericht uit.

Participatie

We waren er net van overtuigd geraakt dat het aansluiten bij evenementen (al dan niet zelf bedacht) toch echt de beste manier is om te voorkomen dat je alleen wat ik noem ‘bluesfestivalpubliek’ krijgt (niets ten nadele daarvan trouwens), toen corona uitbrak. Eventjes dacht ik nog dat de digitale bevragingen ertoe zouden leiden dat ook jonger publiek zou aansluiten, maar die hoop bleek ijdel.

Toch hebben we ook in coronatijd goede sessies gehad, waarin we digitaal geschetst, gediscussieerd en mensen bevraagd hebben. De betrokkenheid van specifieke doelgroepen, zoals jongeren, jonge gezinnen, mensen met een migratieachtergrond en lageropgeleiden blijft een probleem. Tip: regel voor het komende schooljaar een uitwisselingsprogramma tussen school en gemeente. Bereik op die manier niet alleen jongeren, maar ook de (jonge) ouders.

Digitalisering

Het is prachtig dat een omgevingsvisie op ruimtelijkeplannen.nl interactief kan worden ontsloten. Jammer is wel dat de omgevingsvisiekaart waar je zo je best op hebt gedaan te heet gewassen lijkt. Daarom maken veel gemeenten een eigen viewer. Ook blijft er behoefte aan een (digitaal) boekje, waarin je – als je dat wilt – het verhaal van A tot Z kunt lezen. Het risico bij een viewer is dat je (à la Video 2000) iets heel moois optuigt, maar dat het niet past in het DSO. Wat dat betreft is het veiliger om toch aan te sluiten op ruimtelijkeplannen.nl, omdat dan een soepele overgang gewaarborgd is. Iets om nog rekening mee te houden is de digitale toegankelijkheid, stukken op websites van de overheid moeten aan richtlijnen hieromtrent voldoen.

Elk jaar vers

Een aantal gemeenten heeft al kunnen experimenteren met het werken in de beleidscyclus en het actualiseren van de omgevingsvisie. Wij hebben ervaren dat elk jaar, of om het jaar, herzien het meest recht doet aan het adagium ‘elke dag vers’ en toch nog werkbaar is. Zo kunnen nieuwe ontwikkelingen, trends, beleid, projecten en resultaten van de monitoring worden geabsorbeerd in de omgevingsvisie, zonder de kern hiervan geweld aan te doen.

Dit neemt niet weg dat het in de praktijk lastig is om los van de gewoonte te komen om telkens nieuwe beleidstukken te maken. De inkt van de omgevingsvisie is vaak nog niet droog of de nieuwe beleidsstukken buitelen al weer over elkaar. Dit komt integraal werken niet ten goede, kost veel energie en leidt mogelijk tot participatiemoeheid. Nieuw beleid ontwikkelen is goed, maar doe dat dan bij voorkeur geïntegreerd in een actualisatie van de omgevingsvisie. En schrijf in de uitvoeringsparagraaf van de omgevingsvisie op hoe je de visie in de praktijk brengt: wat is de sturingsfilosofie (dat kan per project verschillen)? Wie pakt welk project op? Hoe gaat de gemeente om met kostenverhaal en verevening? Hoe wordt de omgevingsvisie vertaald in het omgevingsplan, de programma’s en ander beleid?

Tot slot

Wat dat betreft is de actualisering van mijn boek in lijn met de wens van de wetgever om ‘elke dag vers’ te zijn (ok, elke paar jaar dan). Dit neemt niet weg dat het weer een hele opgave was. Dat geldt ook voor de omgevingsvisie. Toch heb ik de overtuiging dat het altijd nog minder werk is dan stuk voor stuk sectoraal beleid te ontwikkelen en af te stemmen, en dat werken in de beleidscyclus misschien wel de grootste winst van de Omgevingswet zal blijken te zijn. Dus de volgende actualisatie maar wat eerder inplannen… voor je het weet hebben we weer heel veel bijgeleerd!

Meer weten? Om erachter te komen hoe je het beste aan de slag kunt met de omgevingsvisie voor jouw gemeente, koop je Werken met de omgevingsvisie van Gerwin Gabry in onze webshop.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.