Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Leges, leuker kunnen wij het niet maken, of toch?

Al jaren is er veel aandacht voor bouwleges. De verschillen tussen gemeenten zijn groot en zeker voor bouwprojecten met een forse bouwsom kunnen de bouwleges hoog oplopen. Rotterdam kent bijvoorbeeld een maximumtarief van € 1.300.000,00, Zoetermeer een maximumtarief van € 2.000.000,00 en Den Haag zelfs een maximumtarief van € 2.500.000,00. Regelmatig rijst dan ook de vraag: mogen gemeenten zoveel leges heffen? Uit de jurisprudentie van de belastingrechters blijkt dat met een behoorlijke regelmaat wordt geoordeeld dat geen leges geheven hadden mogen worden! Meestal komt dit omdat de legesverordening niet deugt.

28 juni 2013

Nieuws

In een groot aantal legeskwesties worden argumenten naar voren gebracht die gelet op de Gemeentewet en de jurisprudentie weinig kans van slagen hebben. Uit de Gemeentewet en de jurisprudentie kunnen in elk geval de volgende uitgangspunten worden afgeleid:

  • Er mag geen sprake zijn van een onredelijke of willekeurige legesheffing.

  • Gemeenten zijn vrij in het kiezen van de verdelingsmaatstaf voor legesheffing, maar het draagkrachtbeginsel mag niet gehanteerd worden.

  • De geraamde baten mogen de geraamde lasten terzake niet overschrijden. Dit wordt niet per vergunning bekeken, maar beoordeeld moet worden of alle geraamde baten voor alle omgevingsvergunningen in het betreffende jaar tezamen niet de lasten voor die vergunningen overschrijden.

  • Tussen de hoogte van de leges en de verstrekte diensten is (dus) geen rechtstreeks verband vereist.

  • Een vast bescheiden tarief is toegestaan (bijvoorbeeld 1,4% van de bouwsom).

Kijkend naar deze uitgangspunten lijkt er weinig ruimte meer te zijn om met succes tegen een legesnota op te komen, maar schijn bedriegt. Uit de jurisprudentie van de afgelopen twee jaar blijkt dat een groot aantal legesverordeningen onverbindend is verklaard, met als gevolg dat in het geheel geen leges verschuldigd zijn! Zo zijn bijvoorbeeld één of meerdere legesverordeningen van de gemeenten Utrecht, Nijmegen, Amersfoort, Roosendaal, Wijchen, Vianen, Pijnacker-Nootdorp, Harenkarspel en Dantumadiel onverbindend verklaard.

In de meeste gevallen waarin de belastingrechter oordeelt dat geen leges verschuldigd zijn, komt dit omdat de gemeente de lasten en baten niet op een juiste wijze geraamd heeft. Regelmatig komt het voor dat een gemeente baten die zij moest verwachten niet geraamd heeft, waardoor die gemeente in de ramingen is uitgegaan van een te lage opbrengst. Daarnaast worden vaak kosten aan het verrichten van diensten toegerekend die daar niet aan toegerekend mogen worden, zoals bijvoorbeeld kosten voor handhaving, kosten voor bezwaar- en beroepsprocedures, alsmede indirecte kosten.

Tevens komt het met enige regelmaat voor dat bij de legesheffing vormvoorschriften worden geschonden. Dit is bijvoorbeeld het geval als de heffingsambtenaar niet bevoegd blijkt te zijn.

Kijkend naar de jurisprudentie van de belastingrechters loont het bij leges van enige omvang om goed te laten toetsen of de in rekening gebrachte leges ook daadwerkelijk geheven mogen worden. Alsdan kan blijken dat de gemeente geen of tot een veel lager bedrag leges in rekening mag brengen waarmee veel kosten bespaard worden.

Vanaf 1 juli a.s. is er nog een extra reden om goed op te letten. Vanaf die datum kunnen gemeenten als het gaat om een bestemmingsplan dat ouder is dan tien jaar geen leges meer terzake het bestemmingsplan in rekening brengen voor diensten die enerzijds verband houden met dat bestemmingsplan en anderzijds zijn verricht nadat het bestemmingsplan ouder is dan tien jaar. Dit volgt uit artikel 3.1 lid 4 Wet ruimtelijke ordening. Algemeen wordt aangenomen dat hieruit volgt dat gemeenten geen leges meer kunnen heffen voor omgevingsvergunningen voor bouwactiviteiten, omgevingsvergunningen voor met een bestemmingsplan strijdig gebruik alsmede de verzoeken om een bestemmingsplan te wijzigen.

Ook gepubliceerd in Vastgoedjournaal.nl, 28 juni 2013