Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Kunststofproducten voor eenmalig gebruik aan banden

Hoewel in maart 2020 alweer het tweede Europese actieplan voor de circulaire economie werd gepresenteerd, zijn de acties ter uitvoering van het eerste Europese actieplan voor de circulaire economie uit 2015 nog in volle gang. Eén daarvan is de implementatie in nationale regelgeving van de Europese Single Use Plastics richtlijn. De minister van Infrastructuur en Waterstaat is voornemens om deze richtlijn te implementeren door middel van het Besluit kunststofproducten voor eenmalig gebruik.

6 juli 2020

De concept tekst van het besluit is gepubliceerd met het oog op internetconsultatie. Tot en met 9 augustus 2020 kan op de concept tekst worden gereageerd.

Aanleiding voor het beperken van kunststofproducten voor eenmalig gebruik

Ter uitvoering van het actieplan uit 2015 werd in 2018 het circulair economy package gelanceerd met onder meer de Europese strategie voor kunststoffen in een circulaire economie waarvan de Single Use Plastics richtlijn een van de speerpunten was. Aanleiding voor deze richtlijn was het plastic afval in zee. De hoeveelheid kunststofzwerfafval in oceanen en zeeën neemt steeds meer toe en hiermee ook de schadelijke effecten voor het milieu en de gezondheid. Tegelijkertijd is er economische schade omdat waardevol materiaal verloren gaat dat terug in de economie gebracht zou kunnen worden.

Jarenlange monitoring ter uitvoering van de Kaderrichtlijn mariene strategie heeft inzicht gegeven in de samenstelling van het zwerfvuil op de Europese stranden. De Single Use Plastics richtlijn focust op de top tien kunststofproducten voor eenmalig gebruik die op de Europese stranden worden aangetroffen en op vistuig (zo’n 27% van al het zwerfaval), omdat deze samen goed zijn voor 70% van het zwerfafval op de stranden. Kunststofhoudende filters van of voor tabaksproducten zijn het op één na meest gevonden kunststofproduct voor eenmalig gebruik op de Europese stranden. De Single Use Plastics richtlijn dekt ongeveer 86% van alle kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in het mariene zwerfafval worden gevonden.

In 2019 sloten onder meer plastic producerende en plastic benuttende bedrijven en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het Plastic Pact NL om het onnodig gebruik van kunststof verder en sneller terug te dringen, het ontwerp van producten te verbeteren, het aandeel recyclaat te verhogen en de inzameling, sortering en recycling van kunststof te verbeteren en op te schalen. Begin maart 2020 is ook op Europees niveau een Europees Plastic Pact afgesloten waarin grensoverschrijdende samenwerking voor een extra impuls in innovatie en opschaling van circulaire initiatieven kan leiden en normen, standaarden en monitoring verder geharmoniseerd worden. Op 2 juli 2020 kondigden de staatssecretaris voor milieu en het verpakkend bedrijfsleven bovendien een nieuw offensief tegen verpakkingsafval aan.

Wat regelt het besluit?

Het besluit heeft als doel om het aandeel kunststofproducten voor eenmalig gebruik in het zwerfafval en in zee (plastic soep) te verminderen. Het besluit ziet op: (i) producten die zijn gemaakt van oxo-degradeerbare kunststoffen, (ii) specifiek aangewezen kunststofproducten voor eenmalig gebruik en (iii) kunststofhoudend vistuig.

Kunststofproducten die geen verpakking zijn

Daartoe bevat het besluit de volgende maatregelen voor kunststofproducten (niet verpakkingen):

  • Een verbod op het in de handel brengen van (i) alle producten die zijn vervaardigd uit oxo-degradeerbare kunststoffen en (ii) de volgende kunststofproducten voor eenmalig gebruik: katoenen wattenstaafjes, bestek, borden, rietjes, roerstaafjes en ballonstokjes.

  • Markeringsvoorschriften voor hygiëneproducten, vochtige doekjes en tabaksproducten met filters en filters voor gebruik met tabaksproducten omdat deze vaak verkeerd worden weggegooid en in het riool (met economische schade omdat pompen dichtslibben en buizen geblokkeerd raken) en op de stranden terechtkomen.

  • Bewustmakingsmaatregelen t.b.v. consumenten.

Ten aanzien van katoenen wattenstaafjes en rietjes wordt voorzien in een uitzondering voor medisch gebruik. Tot nu toe zijn al ruim 50 consultatiereacties ingediend, die met name aandacht vragen voor de effecten van dit besluit voor mensen met een beperking die niet zonder rietje kunnen drinken. Kern van de zorg is dat er geen goede alternatieven zijn voor plastic rietjes en dat indien rietjes alleen nog als medisch hulpmiddel beschikbaar zijn, de kosten daarvan naar verwachting scherp zullen stijgen. Hierover zijn ook Kamervragen gesteld die op 5 juni 2020 door minister De Jonge zijn beantwoord.

Kunststofverpakkingen

Specifiek voor kunststofverpakkingen voorziet het besluit in een wijziging van het Besluit beheer verpakkingen 2014 met een nieuwe paragraaf waarin regels over kunststofverpakkingen voor eenmalig gebruik zijn opgenomen, zodat de voorschriften voor verpakkingen in één besluit zijn opgenomen.

Voor kunststofverpakkingen voor eenmalig gebruik gaan in het bijzonder de volgende regels gelden:

  • Een verbod op het in de handel brengen van alle verpakkingen die zijn vervaardigd uit oxo-degradeerbare kunststoffen.

  • Een verbod op het in de handel brengen van eenpersoons voedselverpakkingen, drankverpakkingen en drinkbekers van geëxpandeerd polystyreen.

  • Een grondslag om bij ministeriële regeling kunststofverpakkingen aan te wijzen die niet gratis mogen worden verstrekt. Dit ter invulling van de doelstelling uit de SUP richtlijn om de ‘on-the-go verpakkingen’ significant te reduceren (artikel 4 van de richtlijn, met meetjaar 2026 t.o.v. 2022).

  • Producteisen voor drankverpakkingen en samengestelde drankverpakkingen van ten hoogste 3 liter, inclusief doppen en deksels. Deze eisen zien op de verplichting van vastzittende doppen en deksels aan drankverpakkingen en het gehalte aan recyclaat in kunststof drankflessen en komen bovenop de zogenoemde essentiële eisen uit de Verpakkingenrichtlijn.

  • Inzamelpercentages voor plastic flessen.

  • Markeringsvoorschriften voor drinkbekers.

Daarnaast voorziet het besluit in uitbreiding van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de kosten van afvalinzameling, het opruimen van zwerfafval en bewustwordingsmaatregelen (zie hierna).

Het besluit zal op 1 januari 2021 in werking treden.

Wijziging in regels uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV)

Het besluit introduceert daarnaast een UPV voor producten waarvoor die nog niet gold en breidt de UPV voor enkele andere producten uit.

UPV is een bekend instrument in het Europese afvalstoffenrecht waarmee invulling wordt gegeven aan een van de basisprincipes van het Europese afvalstoffenrecht: de vervuiler betaalt. Door middel van de UPV worden producenten of importeurs (mede) verantwoordelijk worden gemaakt voor het afvalbeheer van de producten die zij in de handel brengen. UPV-regelingen moeten voldoen aan de voorwaarden van artikel 8 bis van de Kaderrichtlijn afvalstoffen.

In het besluit is ten aanzien van sommige producten gekozen voor de UPV omdat voor die producten (nog) geen goede alternatieven bestaan. De focus ligt daarom op het terugdringen van het gebruik van die producten door die producenten financieel verantwoordelijk te stellen voor de gevolgen voor het milieu van het afval van hun producten en het beter voorlichten van de consument. De verwachting van het ministerie is dat dit ook zal bijdragen aan consumptievermindering. Voor de voedselverpakkingen geldt dat de Nederlandse wetgeving voor voedselveiligheid van voedselcontactmaterialen strenger dan in andere lidstaten, zodat het in Nederland mogelijk moelijker is dan in andere lidstaten om alternatieve voedselverpakkingen te gebruiken.

Introductie UPV voor ballonnen, vochtige doekjes, kunststofhoudend vistuig en tabakproducten

De UPV wordt per 31 december 2024 ingevoerd voor ballonnen, vochtige doekjes en kunststofhoudend vistuig. Producenten van ballonnen en vochtige doekjes moeten dan zorgen voor bewustmakingsmaatregelen, het opruimen, vervoer en verwerking van zwerfafval, het verzamelen en rapporteren van gegevens over het afval van die producten en dekken de kosten daarvan. Producenten van kunststofhoudend vistuig worden dan verantwoordelijk voor de kosten van het gescheiden inzamelen van kunststofhoudend vistuigafval en de kosten voor daaropvolgend vervoer en verwerking ervan en voor bewustmakingsmaatregelen. Er geldt een jaarlijks minimum inzamelingspercentage.

Met ingang van 5 januari 2023 geldt de UPV voor tabaksproducten met filters en filters voor gebruik met tabaksproducten. Producenten van tabaksproducten met filters en filters voor gebruik met tabaksproducten treffen zelf geen maatregelen, maar dekken de kosten van maatregelen die door of namens de overheid worden getroffen.

Uitbreiding van UPV voor kunststofverpakkingen voor eenmalig gebruik en lichte draagtassen

Daarnaast wordt de UPV uitgebreid voor kunststof eenpersoons voedselverpakkingen, zakjes en wikkels die voedingsmiddelen bevatten, drankverpakkingen en samengestelde drankverpakkingen van ten hoogste 3 liter, inclusief doppen en deksels, drinkbekers inclusief doppen en deksels en lichte draagtassen. Daarmee komen ook de kosten voor het opruimen van zwerfafval en de kosten voor de openbare inzamelsystemen voor het afval van die verpakkingen en voor meer specifieke bewustmakingsmaatregelen voor consumenten voor rekening van de producenten. In Nederland dragen producenten overigens ook nu al bij aan de kosten voor zwerfafval onder de Raamovereenkomst Verpakkingen.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.