Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Hoe Zuid-Holland burgers betrekt bij de ruimtelijke puzzel (en de vraagtekens daarbij)

De provincie Zuid-Holland is begonnen met een participatietraject voor de ‘ruimtelijke puzzel’. Inwoners kunnen online aangeven welke ruimteclaims ze belangrijk vinden. Participatie-experts zijn kritisch op de aanpak en twijfelen over de effectiviteit van de enquête. De provincie benadrukt daarop dat het onderdeel is van een bredere aanpak om inwoners meer te betrekken. “De leerpunten uit dit traject nemen me natuurlijk mee in uitvoering van toekomstige trajecten.”

28 juli 2023

Om scherp te krijgen hoe Zuid-Hollanders over ruimtelijke vraagstukken als wonen, werken, energie, landbouw en natuur denken, zette de provincie een online participatietraject op. Tot nu toe vulden ruim 5.000 Zuid-Hollanders de enquête in, meldt de provincie. De tool staat open tot en met 20 augustus.

Inwoners kunnen met schuifjes aangeven of ze willen dat de provincie intensiever of minder intensief beleid gaat voeren op tien ruimtelijke thema’s. Per thema is informatie beschikbaar over wat de inzet van de provincie nu is, en wat het zou betekenen als de provincie zich meer of minder zou inspannen. De input wordt gebruikt voor de langetermijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van de provincie, tot 2050.

“De keuzes voor de ruimtelijke puzzel worden steeds moeilijker en ingewikkelder, omdat meer opgaven ruimte vragen. Soms kan je combineren, maar niet altijd. Dan moet je kiezen”, zegt de Zuid-Hollandse gedeputeerde ruimtelijke ordening Anne Koning tegen PONT | Omgeving. “We zijn echt benieuwd naar wat de mensen vinden.”

Inwoners kunnen bijvoorbeeld hun mening geven over thema’s als ‘schone energie maken’, ‘meer doen voor het bouwen van huizen’, of ‘zorgen dat open landschappen zoveel mogelijk blijven zoals ze nu zijn.’ Per thema is informatie beschikbaar over wat de inzet van de provincie nu is, en wat het zou betekenen als de provincie zich meer of minder zou inspannen. De input wordt gebruikt voor de langetermijnvisie op de ruimtelijke ontwikkeling van de provincie, tot 2050.

Meer inspanning op alle tien de thema’s kan niet, volgens de tool. Wie te veel schuifjes op intensiever beleid maken zet, moet zijn advies aanpassen. “Je overschrijdt de maximale inspanning die de provincie kan leveren”, staat er dan.

“Onze inwoners hechten veel waarde aan de ruimtelijke kwaliteit. Maar discussies over keuzes daarover, worden vaak platgeslagen tot kosten. Daarom die schuiven. Je kan alles belangrijk vinden, maar wat is nou het belangrijkst? Zo brengen we de discussie terug tot iets bruikbaars”, zegt gedeputeerde Koning.

‘Paternalistisch’

Maar volgens participatie-expert en socioloog Frans Soeterbroek, die overheden ondersteunt bij participatietrajecten, schuurt het juist daar. “Deze kleine enquête met nogal abstracte vraagstellingen is een vluggertje waar niet meer dan lijstjes uit voortkomt. Ook voor de lange termijn is dit niet geschikt, want zo bouw je geen duurzame reacties met je inwoners op.”

“De kern lijkt mensen leren dat ze moeten kiezen, dat niet alles wat ze belangrijk vinden kan. Het is bijna paternalistisch. Als je reële dilemma’s voorlegt, zoals bijvoorbeeld wel of niet bouwen in de Gnephoek, heb je een volwassener participatietraject.”

De keuze voor brede stellingen is bewust, zegt gedeputeerde Koning: “De vraagstukken waar we nu mee bezig zijn spelen op een ander schaalniveau en andere termijn dan waar de enquête zich op richt. Tot en met 2030 hebben we al keuzes gemaakt. Als je het hebt over woningbouw, liggen er al plannen. Bouwen in bijvoorbeeld de Gnephoek gaat dus voorbij aan de brede vraag of we moeten kiezen voor meer wonen, natuur of landbouw. Aan dat soort vraagstukken, voor langere termijn in de toekomst, willen we juist meer ruimte geven.”

“Veel inwoners hebben weinig of beperkte kennis van de opgaven waar we als provincie voor staan en hoe keuzes die daarin gemaakt worden in de inrichting van onze leefomgeving doorwerken. Uit reacties van respondenten tot nu toe blijkt dat dit onderdeel juist zeer gewaardeerd wordt en dat mensen het prettig vinden om op deze manier betrokken te worden”, voegt Maarten Tas toe. Hij is senior adviseur omgevingsbeleid en ruimtelijke strategie bij de provincie en projectleider bij het participatietraject voor de puzzel.

‘Meer kaders geven’

Saskia Bisschops, onderzoeker participatie en burgerinitiatieven aan de Open Universiteit, ziet potentiële valkuilen bij de participatieopzet. Eerder onderzocht zij in opdracht van de provincie Zuid-Holland de relatie tussen burgerparticipatie en vertrouwen in de overheid.

Overheden zetten participatie steeds meer in om de relatie met inwoners te versterken, maar een slecht opgezette participatie kan het vertrouwen juist schaden, bleek daaruit. “Een afbreukrisico”, noemt Bisschops het.

Over de enquête voor de ruimtelijke puzzel zegt de onderzoeker: “Mensen laten nadenken over dat er keuzes gemaakt moeten worden en dat niet elk idee kan, vind ik goed. Maar het doel van deze enquête is ambigu. Het lijkt ook heel vrijblijvend. ‘We nemen het mee’, zegt de provincie, maar hoe dan? Het wordt me niet duidelijk wat er precies met deze resultaten gaat gebeuren.”

Projectleider Tas zegt daarover: “De uitkomsten van deze inwonersraadpleging worden meegenomen bij het bepalen van keuzes voor de ruimtelijke puzzel en ons ruimtelijk voorstel aan het Rijk. Daarbij telt niet alleen de stem van inwoners, maar worden ook experts betrokken. Hoe de adviezen van onze inwoners hierin gewogen worden kunnen we nu nog niet precies aangeven, maar bij bepaalde keuzes zouden ze van doorslaggevend belang kunnen zijn.”

Alleen in het Nederlands en online

Waar het als laatste wringt: de toegankelijkheid van de tool. Hij is enkel online en in het Nederlands beschikbaar. Daardoor worden mensen, die minder digitaal vaardig zijn of die het Nederlands niet goed genoeg machtig zijn, potentieel uitgesloten van meepraten over de ruimtelijke toekomst van Zuid-Holland.

Gevraagd naar de keuze om de tool enkel in het Nederlands te maken, zegt gedeputeerde Koning dat dit niet echt een keuze was: “Daar had ik eigenlijk nog niet over nagedacht. Ik denk wel dat mensen met Google Translate veel kunnen.” De provincie zegt dat “binnenkort” wel een Engelse versie beschikbaar komt.

Socioloog Soeterbroek: “Deze vorm is niet inclusief. Je moet de enquête op het internet doen en het taalgebruik in de enquête lijkt meer op vakprofessionals gericht dan op alle inwoners van Zuid-Holland. Ga gewoon op de markt staan, ga met een bus door de provincie.”

De provincie reageert daar vervolgens op dat zij juist “meerdere inspanningen om inwoners juist op laagdrempelige wijze met deze raadpleging in aanraking te laten komen” doet.

Projectleider Tas: “We toeren deze zomer ook met een koffiekar door de provincie om in verschillende steden en dorpen op straat met inwoners in contact te komen en de rol van de provincie toe te lichten. Daarbij delen wij ook flyers met QR-codes en uitgeschreven url-links uit, die naar de online raadpleging verwijzen. Verder doen wij bibliotheken aan waar mensen hulp kunnen krijgen bij het invullen van digitale formulieren.”

Onderdeel van grotere aanpak

Soeterbroek heeft al met al zeer lage verwachtingen van de aanpak. “Het belangrijkste is dat je participatie volwassen en intelligent opzet. Dit soort invuloefeningen zijn dat niet. Als je mensen zo blijft benaderen, haken ze af, en worden ze mogelijk participatiemoe.”

Onderzoeker Bisschops is positiever. Ze hoopt dat de enquête het begin is van een bredere participatie-aanpak. “De huidige aanpak kan een oppervlakkig beeld geven van hoe Zuid-Hollanders denken over hun fysieke leefomgeving. Dat kan gebruikt worden voor daadwerkelijke gesprekken met inwoners, waarin mensen hun keuzes bediscussiëren en beargumenteren. Van mijn onderzoek weet ik: de provincie Zuid-Holland neemt participatie serieus. Ik hoop dat ze hierop doorpakken.”

Koning bevestigt dat daar plannen voor zijn. De gedeputeerde benadrukt dat de enquête slechts een onderdeel is van de bredere aanpak om inwoners meer te betrekken. “De sterke punten en de leerpunten uit dit traject nemen me natuurlijk mee in uitvoering van toekomstige trajecten. We hebben als coalitie afgesproken dat we vaker in overleg gaan met inwoners. Dat deden we onder meer al met het burgerberaad G1000Zuid-Holland. Daarin werd niet direct gesproken over de ruimtelijke puzzel, maar wel over bijvoorbeeld wonen en mobiliteit. ”

“We blijven de burger betrekken en gaan dat op meerdere manieren proberen. Want als politici doen we het uiteindelijk voor de inwoners.”

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.