Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Gemeenten, doe wat aan de hoge grondprijzen

Kent u de Tijdelijk Commissie Huizenprijzen nog? Onder leiding van Tweede-Kamerlid Kees Verhoeven heeft deze denktank zich van april 2012 tot het moment van het opleveren van hun rapport een jaar later, gebogen over de vraag waarom de huizenprijzen in de voorgaande twintig jaren zo waren gestegen. De leden wilden een objectief beeld vormen van oorzaken (en gevolgen) van de prijsontwikkeling van woningen. De Commissie heeft gesproken met vele partijen uit het veld, waaronder wetenschappers, ambtenaren, bedrijven en brancheorganisaties.

Onno Hoes op Bouwend Nederland 27 februari 2020

Nieuws-persbericht

Nieuws-persbericht

Wat ik me herinner is dat de prijsstijging voor een beperkt deel zat in de stijging van de bouwkosten, en grotendeels in enorme stijging van de grondprijs. Het aandeel van de grond in de totale prijs van een woning was toegenomen van iets meer dan 10% tot bijna een derde van het totaal! Maxime Verhagen constateerde later in de crisis dat de woningprijzen wél daalden, maar de grondprijzen nog altijd niet.

Geen doorstroming

Op veel bijeenkomsten waar ik makelaars en ook ontwikkelaars spreek, spreken mensen mij aan over de hoge prijzen van nieuwbouwwoningen. Die zijn deels te verklaren door de toegenomen kwaliteit, de ruimte en de verduurzamende maatregelen, maar de hoge prijzen worden ook voor een groot deel veroorzaakt door de hoge grondprijzen. En maak niet de denkfout dat hierdoor alleen de mensen geraakt worden die zich een nieuwbouwwoning kunnen veroorloven. De woningmarkt is een keten van onlosmakelijk verbonden schakels. Zonder nieuwbouw is er minder doorstroming, komen er minder woningen vrij voor jonge gezinnen en zonder nieuwbouw op de huurmarkt blijft er te weinig aanbod voor iedereen die minder dan 1.000 euro per maand te spenderen heeft aan huur. En ja, dat betekent dus ook dat jonge leraren en leraressen misschien niet in de gemeente kunnen wonen waar ze werken.

Hoe lang nog negeren?

Het CPB had in zijn rapport van maart 2019 staan dat “gemeenten meer nieuwbouw toestaan als ze meer mogelijkheden krijgen daar financieel van te profiteren.” Ik snap dat wel, maar vind het eigenlijk niet juist. Gemeenten hebben volgens mij een publieke taak, namelijk om goed voor de eigen inwoners te zorgen. Daarbij horen diensten, maar ook het zorgen voor voorzieningen en woningen. Gemeenten zijn voor een belangrijk deel eigenaren van de grond. Hoelang kunnen zij de vele signalen over de nare gevolgen van de hoge grondprijzen negeren?

Ik denk dat de waarnemend minister van Wonen er goed aan doet om het eerdere rapport van Verhoeven er nog eens bij te pakken, en vervolgens -onder leiding van een vastgoedregisseur- met betrokken partijen om tafel gaat. Want in het CPB-rapport van maart 2019 staat op pagina 2 ‘lokale overheid remt woningbouw’. Hier valt dus een slag te winnen. ​

Meer regie en 130% plancapaciteit nodig

Mooi daarom dat er vorige week in het debat over het woningtekort door vrijwel alle partijen de wens is uitgesproken dat de minister de regierol oppakt. De Tweede Kamer volgt daarmee de wens die de NVM meerdere keren naar buiten heeft gebracht. Via de media en individuele contacten is de afgelopen periode veelvuldig aangedrongen op meer regie en op 130% plancapaciteit. Ook is in januari tijdens onze persconferentie over de woningmarktcijfers voor het eerst opnieuw de term ‘woningnood’ geïntroduceerd. Want zo erg is het inmiddels.

De minister heeft toegezegd een strakkere regie te gaan voeren. Gemeenten die niet leveren, kunnen een aanwijzing krijgen om te gaan bouwen. Wanneer de minister zo haar rol pakt, worden mede-overheden ook gedwongen om hún rol te nemen.

Onno Hoes is voorzitter van de NVM

Artikel delen