Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Gasloos bouwen en nul op de meter – deel 5 – Concept Ministeriële regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht

In deel 4 van deze blogserie zijn wij ingegaan op het vervallen van de gasaansluitplicht voor kleinverbruikers per 1 juli 2018. Het vervallen van deze aansluitplicht fungeert als een verbod op aardgas bij nieuwbouw voor kleinverbruikers. Op dit verbod geldt één uitzondering, namelijk indien het desbetreffende gebied door het college van burgemeester en wethouders (""B&W"") als 'gasgebied' is aangewezen. Dit aanwijzen is volgens art. 10 lid 7 onder a. Gaswet (zoals dat vanaf 1 juli a.s. komt te luiden) mogelijk indien ""aansluiting op het gastransportnet om zwaarwegende redenen van algemeen belang noodzakelijk is"".

30 mei 2018

De minister heeft vandaag via internetconsultatie een

concept voor de "Ministeriële regeling gebiedsaanwijzing gasaansluitplicht"

voorgelegd. Hierin wordt voornoemde aanwijsbevoegdheid van B&W nader uitgewerkt. In dit blog bespreken wij dit concept.

Vervallen gasaansluitplicht voor kleinverbruikers

Nog even in het kort de vanaf 1 juli 2018 geldende wettelijke regeling.

Vanaf 1 juli 2018 vervalt de gasaansluitplicht voor netbeheerders (en gebouweigenaren, zie daarover

deel 4

van deze blogserie) in geval van nieuwbouw voor kleinverbruikers. De wet laat in art. 10 lid 7 onder a. Gaswet (nieuw) echter een beperkte mogelijkheid open om op lokaal niveau af te wegen of een aansluiting op het gastransportnet toch moet worden toegestaan. B&W krijgt namelijk de bevoegdheid om een gebied aan te wijzen waar "aansluiting op het gastransportnet om zwaarwegende redenen van algemeen belang noodzakelijk is". Alleen als B&W gebruikmaakt van deze bevoegdheid, is het nog mogelijk om nieuwbouw voor kleinverbruikers van een gasaansluiting te voorzien.

Blijkens de tekst van art. 10 lid 7 onder a. Gaswet (nieuw) zal in een ministeriële regeling worden uitgewerkt in welke gevallen B&W gebruik kan maken van deze bevoegdheid. De Minister heeft vandaag een concept voor die (ministeriële) regeling ("

de Concept-Regeling

") via internetconsultatie voorgelegd.

De Concept-Regeling

In de Concept-Regeling zijn enkele situaties uitgewerkt die, mits goed onderbouwd in een concreet besluit, aanleiding kunnen zijn om aardgas toch toe te staan (lees: om een gebied als 'gasgebied' aan te wijzen). Deze situaties zijn onderverdeeld in twee categorieën die elk hun eigen artikel hebben gekregen:

  • Artikel 1, welk artikel enkele situaties bevat die structureel aanleiding kunnen geven voor een aanwijzing, en

  • Artikel 2, waarin een tweetal situaties is opgenomen dat tijdelijk, namelijk in de periode van 1 juli 2018 tot 1 januari 2019, aanleiding kan geven voor een aanwijzing.

Structurele aanwijzingsmogelijkheden

Artikel 1 onder a

ziet op situaties waarin de keuze voor gasloze realisatie van een of enkele nieuw te bouwen bouwwerken ertoe kan leiden dat de haalbaarheid van een gemeentelijk beleidsplan voor die wijk of de nabijgelegen wijk op termijn aardgasvrij te maken in gevaar komt. Het belang bij gasloze realisatie van een of enkele nieuw te bouwen bouwwerken kan, anders gezegd, moeten wijken voor het grotere belang dat is gemoeid met de realisatie van een gasloze wijk (conform gemeentelijke beleid). Als B&W van deze mogelijkheid gebruik wil maken, moet hij dit echter wel zeer goed onderbouwen. Zo zal een eerder voornemen om een wijk op een alternatief voor aardgas te laten overgaan concreet uitgewerkt moeten zijn in een energie- of ander gemeentelijk beleidsplan. In de tweede plaats moet het aannemelijk zijn dat de alternatieve warmtevoorziening op redelijk korte termijn (binnen vijf jaar) wordt ingevoerd. Ook zal B&W moeten kunnen aantonen dat de financiële haalbaarheid van de nieuwe warmtevoorziening in het geding komt als de nieuwe gebouwen in het aangewezen gebied hier niet op worden aangesloten.

De tweede uitzonderingsmogelijkheid uit artikel 1 is (gelukkig) wat eenvoudiger. Op grond van

Artikel 1 onder b

kan aanwijzing plaatsvinden als aardgasvrije oplossingen technisch of als gevolg van wettelijke voorschriften (voor bijvoorbeeld lucht en geluid) onhaalbaar zijn en het te bouwen bouwwerk om zwaarwegende redenen van algemeen belang gerealiseerd moet worden. Door de Minister wordt hierbij het voorbeeld gegeven dat een woningbouwproject niet tot stand komt als gevolg van het feit dat dat aardgasvrije oplossingen onhaalbaar zijn en dit (niet tot stand komen) problematische gevolgen heeft voor de woningmarkt in de desbetreffende regio.

Op grond van

Artikel 1 onder c

kan B&W een gebied als 'gasgebied' aanwijzen als de kosten voor de realisatie van (een) nieuw te bouwen bouwwerk(en) zonder gasaansluiting, vergeleken met de situatie dat deze

met

gasaansluiting gerealiseerd zou(den) worden, zodanig hoog zijn dat het project niet meer gerealiseerd kan worden. Net als bij Artikel 1 onder b geldt ook hier dat sprake moet zijn van zwaarwegende redenen van algemeen belang bij realisatie van het/de betreffende bouwwerk(en). De eis dat het project niet meer gerealiseerd 'kan' worden brengt overigens een flinke drempel met zich. Hiervan kan volgens de Minister namelijk (pas) sprake zijn als realisatie van het project voor de betrokken partijen gezamenlijk minder aantrekkelijk is dan het niet realiseren van het project.

Artikel 1 onder d

bevat ten slotte een restcategorie. In lijn met de tekst van de wet (art. 10 lid 7 onder a. Gaswet (nieuw) kan een gebied door B&W worden aangewezen als aansluiting op het gastransportnet strikt noodzakelijk is om zwaarwegende redenen van algemeen belang.

Tijdelijke aanwijzingsmogelijkheden (1 juli 2018 1 januari 2019)

Het resultaat van de lobby van projectontwikkelaars, bouwers en woningcorporaties om het vervallen van de aansluitplicht pas op 1 januari 2019 in te laten gaan (zie bijv. deze

brief

) is zichtbaar in

Artikel 2

. Met dit artikel komt de Minister haar belofte na om met een regeling te komen om te voorkomen dat woningbouwprojecten vertragen door het vervallen van de gasaansluitplicht.

Op basis van

Artikel 2 onder a

kan B&W gebied als 'gasgebied'

aanwijzen als de realisatie van (een) bouwwerk(en) vertraging oploopt omdat er geen voorziening voor aardgas beschikbaar is en deze vertraging volledig wordt opgelost door het toestaan van aardgas. Om gebruik te kunnen maken van deze bevoegdheid, zal B&W aannemelijk moeten maken dat (i) de vertraging volledig wordt voorkomen door het toestaan van aardgasaansluitingen en (ii) de omgevingsvergunningen voor het project in de periode van 1 juli 2018 tot 1 januari 2019 worden aangevraagd.

Artikel 2 onder b

ziet daarnaast op de situatie dat het aanpassen van (een) reeds ontworpen bouwwerk(en) naar (een) bouwwerk(en) zonder voorziening voor aardgas een problematisch beroep doet op schaarse productiemiddelen in de bouwsector. B&W zal hier moeten onderbouwen dat het aanpassen van een bestaand project een significante claim doet op de capaciteit van het bouwbedrijf of van een toeleverancier en dat het aannemelijk is dat hierdoor de woningbouwproductie afneemt. Tot slot zal ook in dit geval voldoende aannemelijk moeten zijn dat de omgevingsvergunning tussen 1 juli 2018 en 1 januari 2019 wordt aangevraagd.

Conclusie

Op grond van art. 10 lid 7 onder a. Gaswet (nieuw) kan B&W gebieden als 'gasgebied' aanwijzen als sprake is van zwaarwegende redenen van algemeen belang die dit strikt noodzakelijk maken. In de Concept-Regeling heeft de Minister nadere invulling gegeven aan deze grondslag in de wet.

Van belang is echter dat in het achterhoofd wordt gehouden dat vanaf 1 juli a.s. uitgangspunt is dat nieuw te bouwen bouwwerken voor kleinverbruikers geen gasaansluiting meer mogen hebben. De Concept-Regeling bevat niet meer dan een uitwerking van de beperkte mogelijkheid om op lokaal niveau van dit uitgangspunt af te wijken. Daarbij is tevens nog van belang dat B&W een ruime mate van beslissingsvrijheid toekomt bij de vraag of hij van de hem toegekende aanwijzingsbevoegdheid gebruikmaakt. B&W

kan

namelijk een gebied als 'gasgebied' aanwijzen, waar nog bij komt dat beide artikelen uit de Concept-Regeling veel eisen/begrippen bevatten die uitnodigen tot discussie over de vraag of daaraan is voldaan.

Het voorgaande betekent dat er niet zonder meer van kan worden uitgegaan dat B&W gebruikmaakt van zijn aanwijzingsbevoegdheid als volgens de bouwer / ontwikkelaar sprake is van een situatie zoals genoemd in artikel 1 of 2 van de Concept-Regeling. Bouwers en ontwikkelaars moeten dan ook zeker de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is!

Meer in deze blogserie

In deze serie is ook verschenen:

1.

Gasloos bouwen en 0 op de meter - deel 1

2.

Gasloos bouwen en 0 op de meter - deel 2

3.

Gasloos bouwen en 0 op de meter - deel 3

4.

Gasloos bouwen en 0 op de meter - deel 4

Artikel delen