Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Feestelijk participeren en een verbouwing in een open winkel

Werken aan een omgevingsvisie en in transformatiegebieden vooruitlopen op het omgevingsplan. Hoe doe je dat? En hoe zorg je dat alles in lijn is met de landelijke en provinciale visie?

VNG 8 juni 2018

Anne Langenesch, programmamanager Omgevingswet in de gemeente Zaanstad, vertelt erover in onze rubriek 'De maand van de programmamanager'.

Het samenwerken met de provincie is soms best zoeken, want hoe verdeel je die rollen? Over het participatieproces rond de provinciale omgevingsvisie is Anne zeer enthousiast en complimenteus. Veelvormig, zorgvuldig en altijd met een feestelijk tintje.

Meer informatie

Leer hieronder het hele interview met Anne:

Nieuwe wettelijke instrumenten, een grootscheepse informatievoorzieningsoperatie en anders gaan werken. De invoering van de Omgevingswet is een flinke kluif voor gemeenten. Hoe doen ze dat in de praktijk?

De VNG volgt Anne Langenesch, programmamanager Omgevingswet in de gemeente Zaanstad.

Je wilt praten over de samenhang tussen de omgevingsvisies van het Rijk, de provincie en die van de gemeenten. Waarom?

Omdat wij druk zijn met onze eigen omgevingsvisie en we zo goed mogelijk proberen aan te sluiten op bij de nationale omgevingsvisie (Novi) en de provinciale omgevingsvisie van Noord-Holland die weldra vrijkomt voor zienswijzen.

Hoe ver zijn jullie met de Zaanse omgevingsvisie?

Wij zijn bijna klaar met de eerste van drie fases. We zijn begonnen met een voorfase waarin we een plan van aanpak hebben opgesteld dat is goedgekeurd door de gemeenteraad. In de eerste fase hebben we verkend wat er aan beleid is, welke trends en ontwikkelingen op ons afkomen en welke strategische opgaven daaruit voortvloeien. Veel van die opgaven zijn transities zoals verstedelijking, duurzaamheid en kansengelijkheid.

Hoe gaan jullie dat dan verder doen?

We hebben afgesproken dat we kort cyclisch werken: veranderingen systematisch in kleine stapjes doorvoeren. Daarbij sluiten we aan op ontwikkelingen die al plaatsvinden in de stad, want die staan natuurlijk niet stil in de tijd dat wij werken aan de omgevingsvisie. We proberen de woningbouwproductie te versnellen en gebieden worden getransformeerd. Het is belangrijk om dat te verbinden aan de omgevingsvisie.

De vorm van de omgevingsvisie is ook belangrijk.

We willen geen boekwerk of een pdf, maar een digitaal systeem dat goed doorzoekbaar en gelinkt is aan andere omgevingsdocumenten, zoals de Novi en de omgevingsvisie van de provincie. Het moet inhoudelijk goed op elkaar aanhaken, we moeten immers integraal en als één overheid werken.

Wat doe je om die inhoudelijke samenhang voor elkaar te krijgen?

Bij de Novi hebben we tot nu toe vooral meegelezen. Bij de provinciale omgevingsvisie hebben we meegedaan aan een uitgebreid participatietraject. In onze input hebben we geprobeerd de relatie te leggen naar de Zaanse opgaven en uitdagingen. Een voorbeeld is bodemdaling. De provincie vindt dat ook een probleem en het is opgenomen in het ontwerp.

Zo ook met andere opgaven; wij kijken naar onze speerpunten en ons beleid en zoeken naar aansluiting bij de provinciale visie.

Gemeenten en provincies zoeken naar samenwerking en de rolverdeling in de fysieke leefomgeving.

Vind je dat een leuk aspect van het werk?

Ja, dat is het zeker! Ook al is het soms zoeken in de discussies over de rol en de samenwerking.

Het moet me echt van het hart dat de provincie bij de omgevingsvisie een proces heeft gevoerd dat helemaal in de geest is van de Omgevingswet.

Ze hebben veel moeite gedaan om alle mogelijke partijen en ketenpartners erbij te halen en open en transparant te opereren. Veel verschillende locaties, veel verschillende werkvormen en altijd met een feestelijk tintje eraan. Het was veelvormig en zorgvuldig. Dat is echt knap als je bedenkt hoeveel partijen erbij betrokken zijn. Eerlijk gezegd, gaan we flink afkijken hoe ze dat allemaal hebben gedaan om er zelf ons voordeel mee te doen.

Hoe kijk je naar de relatie tussen de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Hoe en wanneer vertaal je de visie naar regels?

In de Zaanse omgevingsvisie komen gebiedsuitwerkingen. Nu zijn we vooral bezig in de transformatiegebieden, wij noemen ze Maakgebieden. Vanuit de gebiedsuitwerking in de omgevingsvisie willen we direct doorstomen naar het omgevingsplan. Het idee is om die twee instrumenten inhoudelijk zo dicht mogelijk bij elkaar te krijgen. Dat betekent dat er voortdurend heen en weer moet worden gepraat.

Je hebt de visie nodig om snel een omgevingsplan te kunnen maken.

De gebiedsuitwerking geeft richting aan de regels en de bestuurlijke afwegingsruimte die in het omgevingsplan wordt vastgelegd. Maar intussen blijft de winkel open, we maken al integrale afwegingen in gebieden op het moment dat ze zich aandienen. Tegelijk werken we aan een visie. Maar hé, zoals het altijd al geweest. Het is wel nieuw dat we dit in de omgevingsvisie opnemen, een visie die nooit af is, je zult hem geregeld moeten aanpassen. Al was het maar omdat je nu nog niet kunt weten wat er allemaal verandert. Recent de nieuwe energiewetgeving, bijvoorbeeld.

Jullie ronden fase 1 binnenkort af. Wat houdt fase 2 van de omgevingsvisie in?

Fase 2 gaat over de samenhang. We richten ons aan de hand van zes strategische opgaven op scenarios en dromen. Welke consequenties hebben bepaalde scenarios voor de ruimtelijke inrichting? In fase 1 hebben we negen participatietrajecten geanalyseerd op proces en inhoud. Hoe pakten we het altijd aan? Wie bereikten we daarmee? In de nieuwe aanpak willen we de blinde vlekken eruit halen, de dingen doen die we tot dusver niet deden. Ik kan er inhoudelijk nog niet zoveel van zeggen omdat we er nog volop mee bezig zijn. Eerst fase 1 strategische keuzes goed afmaken met een raadsconferentie. Ik verwacht dat we aan het eind van de zomer zover zijn. In het najaar begint fase 2, daar willen we een jaar voor uittrekken.

Artikel delen