Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Omgevingsplan deel 2: Wat mag níet in het omgevingsplan?

In onze eerste blog zijn wij ingegaan op regels uit gemeentelijke verordeningen die verplicht overgezet moeten worden naar het omgevingsplan. Er zijn nog twee categorieën, te weten: regels die niet overgezet mógen worden en regels waarvoor keuzevrijheid bestaat. In onderstaande blog alles over regels die niet in het omgevingsplan opgenomen mogen worden.

26 februari 2024

De fysieke leefomgeving als uitgangspunt

Op 1 januari 2024 is het omgevingsplan van rechtswege ontstaan, ook wel het tijdelijke deel van het omgevingsplan genoemd. In het tijdelijk deel staan bestaande ruimtelijke plannen (zoals bestemmingsplannen), een aantal gemeentelijke verordeningen en de bruidsschat. Uiterlijk in 2032 moet er een definitief omgevingsplan vastgesteld zijn. Dan moeten alle regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving in het omgevingsplan staan. Een deel van die regels staan echter nog in gemeentelijke verordeningen.  

Even terug naar de wettelijke basis: In artikel 2.4 van de Omgevingswet staat dat de gemeenteraad voor het gehele grondgebied van de gemeente een omgevingsplan vaststelt met daarin regels over de fysieke leefomgeving. Wat valt onder het begrip ‘fysieke leefomgeving’ volgt onder andere uit artikel 1.2 van de Omgevingswet. Uit artikel 2.4 van de Omgevingswet volgt impliciet dat regels die niet gaan over de fysieke leefomgeving, niet opgenomen mogen worden in het omgevingsplan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de regels over het samenvoegen van woningen. Omdat deze regels in het leven zijn geroepen met het oog op schaarste, mogen deze regels niet in het omgevingsplan worden opgenomen en blijven deze in de huisvestingsverordening staan.  

Uitputtend elders geregeld? 

Wat niet opgenomen mag worden in het omgevingsplan zijn regels die al uitputtend in een andere wet zijn geregeld. Er is dan namelijk geen ruimte (en noodzaak) om die regels in het omgevingsplan op te nemen. Dit staat in artikel 1.4 van de Omgevingswet.  In dit artikel staat echter ook een uitzondering op deze regeling, namelijk als de Omgevingswet expliciet toestaat dat het omgevingsplan (ook) dergelijke regels mag bevatten. Ter illustratie bespreken we de Telecommunicatiewet. Telecommunicatie-infrastructuur is onderdeel van de fysieke leefomgeving. Met het bovengenoemde uitgangspunt moeten deze regels dus (uiteindelijk) naar het omgevingsplan. Regels over werkzaamheden voor een elektronisch communicatienetwerk zijn echter uitputtend geregeld in de Telecommunicatiewet, zoals volgt uit artikel 5.4, vierde lid, van die wet. Dit betekent dat deze regels niet naar het omgevingsplan mogen en in een aparte verordening moeten blijven staan. Regels over andere ondergrondse infrastructuur (andere kabels- en leidingen) die niet over telecommunicatie gaan, en dus niet uitputtend zijn geregeld in een wet, moeten wél naar het omgevingsplan. 

Artikelen op grond van de Gemeentewet die niet in het omgevingsplan mogen 

Regels (bijvoorbeeld gesteld bij verordening) die hun grondslag vinden in specifieke artikelen in de Gemeentewet mogen niet opgenomen worden in het omgevingsplan, zo volgt uit artikel 2.1, tweede lid, van het Omgevingsbesluit. Hoewel de artikelen uit de Gemeentewet verschillende onderwerpen regelen, zien deze artikelen voornamelijk op het mogen stellen van regels om de veiligheid te waarborgen en de openbare orde te kunnen handhaven. Wij lopen de in artikel 2.1, tweede lid, van het Omgevingsbesluit genoemde artikelen kort langs: 

Artikel 151a van de Gemeentewet maakt het mogelijk dat een gemeenteraad bij verordening regels stelt over de gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling.  

Artikel. 151b van de Gemeentewet bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening de burgemeester bevoegdheid kan geven om veiligheidsrisicogebieden aan te wijzen.  

Artikel 151c van de Gemeentewet regelt de bevoegdheid die de gemeenteraad bij verordening aan de burgemeester kan geven om cameratoezicht in te zetten op openbare plaatsen.  

Artikel 151d van de Gemeentewet stelt dat de gemeenteraad bij verordening regels kan stellen ter voorkoming van overlast door gebruikers van een woning of erf, die daarvan tegen betaling gebruik maken.   

Artikelen 154 en 154a van de Gemeentewet stelt dat de gemeenteraad bij verordening kan regelen dat straffen en gebiedsontzeggingen opgelegd kunnen worden.   

Artikel 172, tweede lid, van de Gemeentewet regelt de bevoegdheid van de burgemeester om overtredingen op het gebied van de openbare orde te beëindigen of te beletten (naleving wettelijke voorschriften).  

Artikel 174, derde lid, van de Gemeentewet bepaalt dat de burgemeester belast is met de uitvoering van verordeningen die betrekking hebben op ‘het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven’. 

Artikel 216 van de Gemeentewet mag tenslotte ook niet opgenomen worden in het omgevingsplan. Dit artikel regelt de gemeentelijke belasting.  

Dat brengt ons aan het einde van het tweede blog over het verordening en het omgevingsplan. In ons eerste blog bespraken wij wat er in het omgevingsplan opgenomen moet worden. In bovenstaande blog hebben we de tweede categorie besproken, namelijk wat níet in het omgevingsplan opgenomen mag worden. In onze derde blog gaan we regels waarbij er keuzevrijheid bestaat om deze op te nemen in het omgevingsplan. 

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.