5 tips om aan de slag te gaan met de energietransitie in de gemeente en de RES

1. Verbind alle verschillende elementen.

De opgave is duidelijk; als we economische ontwikkeling willen en geen co2, dan moeten we hernieuwbare bronnen installeren. Maar we gaan dunne energie oogsten en dat betekent dat we het overal in de leefomgeving gaan zien. Sijmons noemt het dan ook de essentie dat alle elementen met elkaar verbonden worden: niet alleen de energietransitie, maar ook de mobiliteitskwestie, landbouwtransitie en circulaire economie. Deze kwesties gaan elkaar allemaal raken in het ruimtelijke domein, dus moeten we ze op elkaar afstemmen. Sijmons: Het landschap kan als regisseur werken voor de gebiedsmaatregelen.

Dagvoorzitter Marijke Vos stelde aan Sijmons de prangende vraag: Hoe krijgen we nou de mensen mee?

Dat is complex, geeft Sijmons rijkelijk toe: We hebben tegenstribbelaars,nog ingewikkelder zijn de meestribbelaars. We moeten ons bewust zijn dat we van onze volksvertegenwoordigers vragen dat ze het algemeen belang dienen en niet een soort doorgeefluik van de gevoelens van de bevolking zijn. Het gaat om de fysieke existentie van ons land. We moeten ervoor zorgen dat de gele hesjes niet verwisseld hoeven te worden met gele zwemvestjes. Nederland is een van de landen waar het echt op scherp staat. We hebben er alle belang bij dat die kraan dicht gaat.

1. Denk aan de infrastructuur

Huibert Baud (Manager Strategie & Innovatie Liander) heeft een duidelijke boodschap: het kost tijd. Het plannen, maar zeker het plaatsen van de infrastructuur en de onderstations. Bovendien heeft het ook weer zijn weerslag op de omgeving. Denk binnen een RES dus niet alleen aan de gebouwde omgeving, maar bekijk het integraal. Hou vanaf het begin rekening met de benodigde infrastructuur en de tijd die het kost om dat aan te leggen.

1. Vergroot de netcapaciteit

Het verhaal van Peter Nieuwenhuijse (Tennet) sluit hier goed op aan. Hij gaf verschillende tips voor de verschillende termijnen. Wat kunnen we nu al doen? Het vergoten van de netcapaciteit, afstemmen van de ruimtelijke besluitvorming, vergunningverlening, netplanning en realisatie, en het opschalen van personele capaciteit zijn zaken waar nu mee begonnen moet worden. Maar ook: beschouw het energiesysteem integraal.

1. Maak een vrijwillige planMER

Hoewel een planMER voor de RES niet verplicht is, is de omgevingsvisie die op de RES moeten volgen wel planMER-plichtig. Wanneer je nu afspraken maakt zonder te kijken naar de milieueffecten, kan het zijn dat de locaties later niet geschikt blijken. Dat is zonde van het werk. Lianne Barnhoorn geeft dus als nadrukkelijke tip mee om toch een vrijwillige planMER te maken. Dan heb je alle milieueffecten op tafel als je beslissingen gaat maken over de locaties.

1. Neem mensen mee, maak betere toekomsten concreet en ervaarbaar

Maarten Hajer sloot de dag af met een positief verhaal. Eerder was al de vraag gesteld hoe je mensen mee krijgt. Hajer geeft aan dat je niet moet overtuigen door middel van feiten, maar verleiden door middel van perspectief. Een comfortabele woning, een straat die nog leuker wordt zonder autos. Want mensen zitten er niet per se op te wachten, al die veranderingen. Je moet markeren dat je naar een andere tijd gaat en laten zien dat die twintigste eeuw ook maar een gekke periode was, waarin we de wereld vol met beton hebben gelegd.

Zorg dat de toekomst positief en concreet is. En dat begint al met de manier waarop we erover praten. Dus niet een gasloze wijk, maar de wijk van de toekomst. Want als het zó kan, dan willen we het wél.

Benieuwd naar de verhalen van Dirk Sijmons, Lianne Barnhoorn, Maarten Hajer en alle andere sprekers? Bekijk hier alle

presentaties van het congres De gemeentelijke energietransitie - samen aan de slag

.