Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Kamerbrief Tweede Kamer voortgang Omgevingswet

Minister Ollongren informeert de Tweede Kamer over de voortgang van de Omgevingswet.

8 april 2021

Kamerstuk: kamerbrief

Kamerstuk: kamerbrief

Met deze brief informeer ik u over de meest recente ontwikkelingen rondom de implementatie van de Omgevingswet. Gemeenten, provincies, waterschappen en rijkspartijen werken sinds 2015 samen aan het implementeren van de wet. Uw Kamer is de afgelopen jaren regelmatig geïnformeerd over de voortgang van de wetgeving, de ontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de implementatie. Elke maand stuur ik u de voortgangscijfers van de aansluiting op het digitale stelsel van de Omgevingswet.

In februari heb ik u met een brief op de hoogte gesteld van het kritieke pad naar inwerkingtreding.

Kamerstukken I 2020/21, 33118 BV / TK: niet geregistreerd

Met het mijlpalenoverzicht ‘Roadmap route 2022’ houden we samen zicht op de planning en realisatie van de streefmijlpalen die gelden voor de verschillende betrokkenen. In april wordt, samen met bestuurlijke partners, gewogen of er tijdelijke aanvullende maatregelen nodig zijn om op onderdelen van het digitale stelsel een alternatieve route aan te bieden. Eind april zal ik u informeren over de maatregelen die ik hiervoor, met de bestuurlijke partners, nodig acht.

Ik heb u op 12 maart 2021 geïnformeerd over de deelonderzoeken die zijn uitgevoerd ten behoeve van het Integraal Financieel Beeld van de stelselherziening Omgevingswet.

Kamerstukken I 2020/21, 33118 BZ / Kamerstukken II 2020/2021, 33118, nr. 183.

Naast alle deelonderzoeken heb ik ook het Integraal Financieel Beeld toegezonden. Eind april stuur ik u de bestuurlijke waardering van dit integrale financiële beeld.

Om vinger aan de pols te houden ten aanzien van de voortgang van de implementatie van de Omgevingswet, wordt ieder half jaar de monitor invoering Omgevingswet uitgevoerd. Op dit moment is de dataverzameling in volle gang. Ik verwacht de resultaten van de monitor eind april met u te kunnen delen.

Het ontwerp van het koninklijk besluit over de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet is aan het parlement voorgelegd (voorhangprocedure). De Tweede Kamer heeft deze procedure in februari afgerond. Het ontwerp is nog in behandeling bij de Eerste Kamer.

Het kabinet wacht met de voordracht van het koninklijk besluit aan de Koning totdat de Eerste Kamer heeft ingestemd met het moment van inwerkingtreding en de behandeling is afgerond. Op die manier is er tijd en ruimte voor een zorgvuldige parlementaire behandeling.

In deze voortgangsbrief informeer ik u over de volgende onderwerpen. Na de verkiezingen is de samenstelling van de Tweede Kamer veranderd. Daarom schets ik in bijlage 1 bij deze brief eerst wat meer achtergrond bij de Omgevingswet. In het vervolg van deze brief geef ik een toelichting op de jaarlijkse Voortgangsrapportage van de Crisis- en herstelwet, waarmee onder andere al met een voorloper van het nieuwe omgevingsplan gewerkt kan worden. De voortgangsrapportage stuur ik hierbij, zoals ik de afgelopen jaren ook heb gedaan. Vervolgens behandel ik de gerealiseerde voortgang van de wetgeving, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en het aansluiten op het DSO. Tenslotte ga ik in op de monitoring van de toegankelijkheid van het DSO en de invulling van de motie-Von Martels/De Groot over lichthinder.

1. Voortgangsrapportage Crisis- en herstelwet 2018-2020 Chw-projecten

De Crisis– en herstelwet (Chw) is ingesteld om vooruitlopend op de Omgevingswet met nieuwe of aangepaste procedures te werken aan de versnelling van projecten. Bij deze brief ontvangt u de Voortgangsrapportage Crisis- en herstelwet 2018-2020. Uit het rapport blijkt dat al iets meer dan de helft van de gemeenten en provincies met behulp van de Chw ervaringen opdoet, die van pas kunnen komen bij de voorbereiding op de invoering van het stelsel van de Omgevingswet. Dat komt het meest naar voren in het experiment ‘bestemmingsplan met verbrede reikwijdte’. Dat experiment verbreedt het reguliere bestemmingsplan zodat het in diverse opzichten lijkt op het omgevingsplan in de Omgevingswet. In totaal zijn al 193 van dergelijke experimenten aangewezen.

2. Wetgeving

De wet- en regelgeving is inhoudelijk afgerond en voor de uitvoeringspraktijk kenbaar. Dit is van belang voor de invoering van het nieuwe stelsel. Hieronder worden de belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen periode weergegeven.

Wet

Het voorstel voor de wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht (35 256) is met een ruime meerderheid door het parlement aangenomen.

Het wetsvoorstel is op 17 november 2020 aangenomen door de Tweede Kamer. Het voorstel is op 2 maart 2021 door de Eerste Kamer als hamerstuk aangenomen.

Deze wetswijziging was de laatste aanvulling die op wetsniveau nodig is om de Omgevingswet in werking te kunnen laten treden.

AMvB’s

Een belangrijke stap is de afronding van de aanvullingsbesluiten. Eerder had de Afdeling advisering van de Raad van State adviezen met een positief dictum uitgebracht over de ontwerpen. De adviezen en de bijbehorende nader rapporten heb ik u afgelopen maand toegezonden.

Kamerstukken I 2020/21, 33118, BY / Kamerstukken II 2020/21, 33118, nr. 182.

De Aanvullingsbesluiten geluid, grondeigendom, natuur en bodem zijn in het Staatsblad gepubliceerd.

Stb. 2020, 557, Stb. 2020, 532, Stb. 2021, 22 en Stb. 2021, 98.

Daarmee zijn alle AMvB’s van de stelselherziening omgevingsrecht gereed die noodzakelijk zijn voor de inwerkingtreding van het nieuwe stelsel.

Regelingen

Vorig jaar is de invoeringsregeling in de Staatscourant gepubliceerd.

Stcrt. 2020, 64380.

Vervolgens zijn de aanvullingsregelingen inhoudelijk afgerond. De aanvullingsregeling geluid is als eerste van de aanvullingsregelingen vastgesteld en in de Staatscourant gepubliceerd op 26 maart 2021. De komende periode zal dat met de overige aanvullingsregelingen gebeuren. Deze regelingen worden vormgegeven volgens de nieuwe digitale publicatiestandaard Standaard officiële overheidspublicaties (STOP)-Toepassingsprofiel omgevingsdocumenten (TPOD) AMvB-MR. Dit leidt tot een nieuwe stijl van wijzigen, waarbij de veranderingen zijn weergegeven als revisies op onderdelen van de Omgevingsregeling. Dit maakt de regelgeving beter toegankelijk voor de gebruiker.

Stcrt. 2021, 15868.

Geconsolideerde versies

Voor de uitvoeringspraktijk zijn er op de website van het interbestuurlijke programma Aan de Slag met Omgevingswet geconsolideerde versies beschikbaar.

Zie https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/regelgeving/stelsel-omgevingswet/tekst-toelichting-omgevingswet-amvb/.

De versies laten zien hoe de Omgevingswet, de vier AMvB’s op grond van de Omgevingswet

Het Besluit kwaliteit leefomgeving, het Besluit activiteiten leefomgeving, het Besluit bouwwerken leefomgeving en het Omgevingsbesluit.

en de Omgevingsregeling eruitzien, met inbegrip van de invoerings- en aanvullingsregelgeving. Deze versies zijn van belang voor iedereen die zich op de nieuwe regelgeving voorbereidt. Deze versies zullen de komende tijd actueel gehouden worden met andere wijzigingen die relevant zijn voor het stelsel van de Omgevingswet.

Daarnaast zijn op deze website per artikel van de Omgevingswet verwijzingen opgenomen naar stukken uit de parlementaire geschiedenis, zoals de memorie van toelichting, nota’s van wijziging en amendementen van zowel de Omgevingswet, de Invoeringswet als alle Aanvullingswetten.

Zie ‘toelichting bij geconsolideerde teksten’ op https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/regelgeving/stelsel-omgevingswet/overzicht-geconsolideerde-versies-omgevingswet/

Hiermee is uitvoering gegeven aan toezegging T02899.

3. Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)

Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) bestaat uit lokale vergunnings-, plan- en zaaksystemen van gemeenten, provincies en waterschappen (decentrale voorzieningen) en de landelijke voorziening. De landelijke voorziening van het DSO (DSO-LV) bevat onder meer het Omgevingsloket en de standaarden om lokale systemen en landelijke voorziening met elkaar te ‘koppelen’. Een werkend digitaal stelsel vraagt om meer dan alleen een werkende landelijke voorziening. Nodig is dat de ketens werken die decentrale voorzieningen van het bevoegd gezag verbinden aan de centrale landelijke voorziening van het DSO. Zo wordt het mogelijk dat een ingediende aanvraag voor een vergunning het bevoegd gezag bereikt en eventueel doorgezet kan worden naar andere overheden als die bij die aanvraag betrokken dienen te worden.

Landelijke voorziening van het DSO (DSO-LV)

Gedurende dit jaar worden de laatste onderdelen van de landelijke voorziening - die noodzakelijk zijn voor de inwerkingtreding - opgeleverd. Ook wordt het systeem klaargemaakt voor grootschalig gebruik en worden de eerste onderdelen van de landelijke voorziening in gebruik genomen door overheden. De oefenomgeving (pre-productie) van de DSO-LV omvat de centrale componenten voor het ondersteunen van vergunningverlening en toepasbare regels (vragenbomen). Het systeem ondersteunt de ontsluiting van omgevingsbesluiten via het DSO-LV (planketen): omgevingsverordeningen, waterschapsverordeningen, omgevingsplannen, AMvB’s en ministeriele regeling. De implementatie in de landelijke voorziening van de toepassingsprofielen voor de reactieve interventie, de instructie, de kennisgeving afwijkvergunning, het programma en natura2000 volgt in de loopt van dit jaar.

De productieplanning van DSO-LV, die inzicht geeft in de onderdelen van het DSO-LV die gereed zijn voor officieel gebruik, is als nieuw onderdeel toegevoegd aan de integrale roadmap Route2022. In het eerste kwartaal is een deel van de samenwerkfunctionaliteit van DSO-LV in gebruik genomen. Hiermee kunnen aangesloten overheden en eventuele ketenpartners digitaal samenwerken bij de afhandeling van vergunningaanvragen. In de tweede helft van april gaat de functionaliteit voor het tonen van ontwerp omgevingsverordening in productie.

Werkende ketens en tijdelijke alternatieve maatregelen

In mijn brief

Kamerstukken I 2020/21, 33118, BV / TK: niet geregistreerd

over de uitwerking van de roadmap Route2022 van 26 februari jl. schetste ik aan de hand van de minimale criteria het kritieke pad in aanloop naar de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022 om werkende ketens ingericht te krijgen. Ik schetste hier ook de samenhang tussen onderdelen in die keten. Na oplevering van een onderdeel van DSO-LV en soms zelf al vooruitlopend hierop, gaat een leverancier aan de slag om hier software voor te ontwikkelen. Vervolgens wordt het bevoegd gezag aangesloten met deze software. Dit is een iteratief proces waarbij de softwareleverancier bijvoorbeeld kan ontdekken dat een bepaalde functionaliteit van het DSO-LV in combinatie met de eigen software en lokale instrumenten nog niet goed werkt. Dat vraagt dan om aanpassing aan een of meerdere kanten. Ook kan blijken dat de ontwikkelde software niet goed werkt bij het aangesloten bevoegd gezag. Het oplossen van dit soort knelpunten in de keten is daarmee een gezamenlijke opgave.

In opvolging van het advies van Bureau ICT Toetsing (BIT)

Kamerstukken I, 2020/21, 33118, BK / Kamerstukken II 2020/21, 33118, nr. 158.

bezie ik samen met de bestuurlijke partners momenteel de noodzaak om de kritieke pad planning te voorzien van tijdelijke alternatieve maatregelen die decentraal of centraal ingezet kunnen worden. We willen er immers zeker van zijn dat bij inwerkingtreding burgers en bedrijven aanvragen kunnen indienen en melding kunnen doen en de noodzakelijke ruimtelijke ontwikkeling - zoals woningbouw - in Nederland ongehinderd door kan gaan.

Deze maatregelen treden uiteraard niet in de plaats van het DSO (‘hoofdroute’) maar bieden tijdelijke alternatieve mogelijkheden voor de bevoegde gezagen die nog niet in staat zijn van het DSO gebruik te maken. Ik zal u eind april informeren over de aard van dergelijke alternatieve maatregelen en de vraag of het nodig is deze beschikbaar te maken.

4. Aansluiten

Op tijd aansluiten op het DSO is van belang om te kunnen oefenen en de productieomgeving te vullen met alle relevante content. Daarom wordt binnen het programma bijgehouden of partijen er tijdig in slagen de noodzakelijke aansluitingen te realiseren. Via de website van het interbestuurlijke programma Aan de Slag met Omgevingswet is de actuele aansluitstatus op het DSO per bevoegd gezag te zien. Daarnaast informeer ik u maandelijks

T02868

over de voortgang van het aansluiten van de verschillende overheden op de diverse onderdelen van het DSO-LV.

Welke aansluitingen zijn nodig?

Aansluiten betekent dat overheden verbinding leggen tussen lokale systemen en DSO-LV. Het gaat om de volgende onderdelen:

  • De digikoppeling met de Standaard aanvragen en melden (STAM) is de koppeling op basis waarvan overheden hun zaak- of vergunningensystemen kunnen aansluiten op de landelijke voorziening.

  • Overheden sluiten hun systeem aan om toepasbare regels aan te leveren. Het leveren van toepasbare regels is verplicht voor indieningsvereisten (voor het onderdeel Aanvragen in het Omgevingsloket). Het berichtenverkeer verloopt via digi-koppeling met de Standaard toepasbare regels (STTR).

  • Overheden sluiten hun plansysteem aan om Omgevingsdocumenten te publiceren en juridische regels beschikbaar te stellen in het Omgevingsloket. Bijvoorbeeld een omgevingsplan of een omgevingsverordening. Ze sluiten aan op de Landelijke voorziening bekend maken en beschikbaar stellen (LVBB), met gebruik van de Standaard officiële publicaties met toepassingsprofielen voor omgevingsdocumenten (STOP/TPOD).

Als bijlage 3 bij deze brief is de maandelijkse aansluitmonitor gevoegd. Deze aansluitmonitor geeft de voortgang weer van het aanmelden voor aansluiten, het realiseren van de aansluiting en het daadwerkelijk gebruiken van de aansluitingen. De cijfers in de bijlage hebben betrekking op de situatie van eind maart.

Aansluiting vergunningen en meldingen

Bij 56% van de bevoegd gezagen is een koppeling gerealiseerd op basis van de STAM-standaard tussen de eigen ICT-systemen voor vergunningverlening en de landelijke voorziening van het DSO. Nog eens 38% is aangemeld voor aansluiten. Daarmee is 94% van de bevoegd gezagen aangesloten of aangemeld. Het aantal organisaties dat nog niet is aangemeld voor deze koppeling bestaat uit 25 gemeenten en 1 provincie. Alle rijkspartijen, waterschappen en Omgevingsdiensten zijn aangemeld voor deze koppeling.

Met de laatste 26 organisaties, die nog niet zijn aangemeld voor een aansluiting, is intensief contact om te bezien wat hen van aansluiten afhoudt (bijvoorbeeld een herindeling of een startend samenwerkingsverband) en wat er nodig is om een datum in te plannen. Uitgangspunt is dat alle partijen tijdig een werkende koppeling realiseren zodat er voldoende tijd is om te testen en te oefenen. Ook is voldoende tijd nodig voor het testen van samenwerken: bijvoorbeeld voor het afhandelen van meervoudige vergunningsaanvragen.

Aansluiting voor toepasbare regels

Voor de STTR-koppeling heeft 77% van de bevoegde gezagen zich aangemeld en is 46% aangesloten. Deze koppeling is nodig voor het aanleveren van toepasbare regels aan het DSO, zodat burgers en bedrijven vragenbomen kunnen doorlopen in het digitaal loket om te achterhalen welke regels er gelden. Op dit moment wordt geïnventariseerd welke bevoegde gezagen vragenbomen zullen gaan gebruiken, zodat precies in beeld komt wie wel of niet zal aansluiten.

Aansluiting wijziging omgevingswetbesluiten

Intussen heeft 80% van de bevoegd gezagen zich aangemeld om aan te sluiten op het DSO-LV voor het kunnen publiceren van omgevingswetbesluiten op basis van de STOP-standaard. In totaal 57% is ook daadwerkelijk aangesloten. De provincies zijn allemaal aangemeld, en 11 van de 12 zijn inmiddels aangesloten.

5. Oefenen

Oefenen is bij een transitie als deze van groot belang. Oefenen met vergunningsystemen is al geruime tijd mogelijk, evenals het oefenen met systemen met toepasbare regels. Ook het oefenen met plansoftware is van start gegaan.

Uiteindelijk zullen burgers vooral tevreden zijn als ze goed en snel worden geholpen. Daarvoor is nodig dat de samenwerking tussen vergunningverlenende overheden soepel verloopt en de behandeltermijnen gehaald worden. Ik stel vast dat in het land veel overheden bezig zijn om, ook voorbij de techniek, te oefenen met deze samenwerking.

Vanuit het interbestuurlijke programma Aan de Slag met Omgevingswet wordt het oefenen op verschillende manieren ondersteund. In werkplaatsen implementatie helpen inhoudelijke en technische experts de bevoegde gezagen bij het regionale implementatieproces in de keten. Ook bestaan er oefencasussen, demo’s en demoscripts waarmee bevoegde gezagen zelf aan de slag gaan. Daarnaast is er begeleiding door de regionale implementatiecoaches (RIO’s) en gerichte ondersteuning door experts.

6. Overige onderwerpen

Aan de Eerste Kamer is toegezegd de toegankelijkheid van het digitale stelsel te monitoren. In bijlage 4 wordt uiteengezet hoe ik concreet invulling ga geven aan het monitoren van de digitale inclusie van het DSO. Die monitoring behelst het hele stelsel, dus ook het deel dat onder verantwoordelijkheid van lokale overheden met inhoud wordt gevuld. Hiermee geef ik uitvoering aan toezegging T02881.

De Tweede Kamer heeft op 27 november 2020 de motie Van Otterloo aangenomen.

Kamerstukken II 2020/21, 33118, nr. 164.

Uw Kamer verzoekt de regering om bij de uitrol van de Omgevingswet structureel aandacht te hebben voor de positie van minder digivaardigen.

Zoals in deze brief en in voorgaande mondelinge en schriftelijke overleggen aangegeven heeft digitale inclusie en de positie van minder digivaardigen nadrukkelijk mijn aandacht bij de ontwikkeling van het DSO. We doen onder meer doorlopend onderzoek bij de ontwikkeling van het DSO, om steeds weer verbeteringen door te voeren. Ook voor mensen die minder vaardig zijn in het gebruiken van websites, apps en ICT-systemen moet onder de Omgevingswet sprake zijn van begrijpelijke, toegankelijke en gebruiksvriendelijke digitale dienstverlening. Aanvullend daarop ben ik van plan om bij gebruikersonderzoek ook jaarlijks specifiek aandacht te besteden aan deze doelgroep.

Uw Kamer heeft middels de motie -Von Martels/De Groot

Kamerstukken II 2018/19, 34985, nr. 25.

verzocht om een leidraad over lichthinder. Ik heb zoals verzocht deze motie uitgevoerd door samen met gemeenten en provincies deze leidraad in te vullen. De leidraad is geplaatst op de website van Aan de Slag met de Omgevingswet is, zodat deze goed vindbaar is voor belangstellenden.

Zie https://aandeslagmetdeomgevingswet.nl/thema/licht/lichthinder/.

Meer uitgebreide informatie over de leidraad is opgenomen in bijlage 5.

7. Afrondend

Met deze brief beschrijf ik hoe ik samen met de bestuurlijke partners toewerk naar een robuuste en verantwoorde inwerkingtreding op 1 januari 2022.

In de afgelopen periode ontving u al de rapporten over de financiële onderzoeken over de Omgevingswet.

Kamerstukken I 2020/21, 33118, BZ / Kamerstukken II 2020/21, 33118, nr. 183.

Ik verwacht u in april de bestuurlijke waardering ten aanzien van deze onderzoeken te kunnen sturen. Daarnaast zal ik u informeren over de uitkomsten van de verkenning naar de tijdelijke alternatieve maatregelen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

drs. K.H. Ollongren

Bijlagen:

  1. Toelichting op doel en achtergrond Omgevingswet

  2. Voortgangsrapportage Crisis- en herstelwet

  3. Aansluitmonitor maart

  4. Monitoren digitale inclusie DSO

  5. Leidraad lichthinder

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.