Er wordt een omgevingsvergunning aangevraagd voor meerdere activiteiten. Omdat voor één van die activiteiten in artikel 3.10 van de Wabo de uitgebreide procedure is voorgeschreven, wordt de aanvraag met de uitgebreide procedure behandeld. Halverwege de procedure blijkt de vergunningplicht voor de activiteit die de uitgebreide procedure oproept niet meer aan de orde te zijn.
Te denken valt bijvoorbeeld aan gevallen waarin de aanvraag mede betrekking heeft op;
het handelen in strijd met het bestemmingsplan, het bestemmingsplan na het in behandeling nemen van de aanvraag wordt gewijzigd en de activiteit met het nieuwe plan in overeenstemming is;
een handeling waarvoor op grond van Flora- en faunawet toestemming is aangevraagd, maar na in behandeling nemen van de aanvraag blijkt dat er geen beschermde soorten voorkomen in het gebied waarin het project zich bevindt;
het drijven van een Wm-inrichting, maar na in behandeling nemen van de aanvraag blijkt dat de inrichting niet meer vergunningplichtig is.
Wat gebeurt er dan?