Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Wie draait op voor de kosten van sanering nabijgelegen bedrijfsterrein na asbestbrand?

Vaak komt de vraag wie opdraait voor de kosten die verband houden met een sanering aan de orde in het kader van handhaving door overheden. Hoewel het wettelijk gezien mogelijk is om perceel eigenaren of de in het afgebrande pand gevestigde ondernemer te gelasten om (op eigen kosten) een asbestinventarisatieonderzoek te laten uitvoeren en/of naast de verontreiniging op het eigen perceel ook de verontreiniging in de omgeving daarvan te laten saneren, wordt daar in de praktijk niet altijd gebruik van gemaakt.

5 mei 2023

Blog

Blog

Zo ook in dit geval dat heeft geleid tot het arrest van Hof Arnhem-Leeuwarden van 28 maart 2023. In deze zaak had de gemeente de eigenaren van het afgebrande pand uitsluitend gelast om het eigen perceel en het verontreinigde openbaar gebied te saneren. Omdat het naastgelegen bedrijfsterrein door de gemeente was afgezet met hekken en daarom ontoegankelijk was, zag de daar gevestigde ondernemer zich genoodzaakt de sanering van de op het terrein aanwezige verontreiniging op zich te nemen om daarmee de continuïteit van diens bedrijfsvoering te waarborgen. De schade van de gedupeerde ondernemer was voor een deel gedekt door de verzekeraar. De eigenaren van het afgebrande pand zijn zowel door de gedupeerde verzekerde als door de verzekeraar aansprakelijk gesteld voor de gemaakte kosten.

Onzorgvuldig gehandeld door verzekerde of verzekeraar bij afhandeling schade?

De vraag die partijen verdeeld hield was of door enkel en alleen de opgelegde maatregelen uit de last onder bestuursdwang van de gemeente uit te voeren en niet ook het naastgelegen bedrijfsterrein te saneren, sprake was van onrechtmatig handelen jegens de buurman.

Het (gerechts)hof oordeelt dat dit wel het geval was. Door het hof wordt namelijk aangenomen dat men wist of in elk geval kon vermoeden dat als gevolg van de brand ook het naastgelegen bedrijfsterrein was verontreinigd met asbest.

Het stond namelijk vast dat de eigenaren ervan op de hoogte waren dat op hun bedrijfspand een asbesthoudend dak lag en er werd vrijwel direct na de brand opdracht gegeven tot sanering van het eigen perceel. Daarnaast vermeldde de last van de gemeente expliciet dat het asbest zich niet alleen had verspreid over de openbare weg maar ook over nabijgelegen bedrijfspercelen van derden. Dit werd gestaafd door een bijgesloten rapport van het uitgevoerde asbestinventarisatieonderzoek, waarin het perceel van de gedupeerde ondernemer onderdeel was van het door de inventariseerder aangewezen (mogelijk) verontreinigd gebied. Voor wat betreft de beoordeling van de vraag of kan worden aangenomen dat door de brand asbest op het naastgelegen bedrijfsterrein terecht was gekomen, gaat het hof eraan voorbij dat in het kader van het uitgevoerde asbestinventarisatieonderzoek geen analyse van materiaalmonsters afkomstig van dit bedrijfsterrein had plaatsgevonden. Verder neemt het hof aan dat de afzetting van het naastgelegen terrein door de gemeente zichtbaar moest zijn geweest voor de eigenaren.

Het hof overweegt dat gezien de kenbare inbreuk op de gebruiksmogelijkheden van het naastgelegen bedrijfsterrein en het feit dat asbest gevaar kan opleveren voor de gezondheid en veiligheid, verwacht mocht worden dat zo spoedig mogelijk op eigen initiatief maatregelen werden genomen om (ook) de verontreiniging op dit terrein op te ruimen. Het feit dat dit niet is gebeurd, maakt volgens het hof dat sprake is van onrechtmatig onzorgvuldig handelen.

Hoewel de verzekeraar de regie voerde over de schadeafhandeling wordt dit onrechtmatig handelen aan de verzekerde eigenaren toegerekend. Het argument dat de schadeafhandeling werd overgelaten aan de verzekeraar baat de eigenaren daarom niet. Ook wanneer men zich laat vertegenwoordigen door de verzekeraar, blijft de verzekerde (eind-)verantwoordelijk(e) voor een correcte schadeafhandeling (vgl. art. 6:172 BW).

Advies

Afhankelijk van de afgesloten verzekering is schadeafhandeling door de verzekeraar een optie. Zeker bij de grotere verzekeringsclaims zullen verzekeraars genegen zijn hierin proactief regie te voeren. Het blijft echter in belang van beide partijen om goed af te stemmen wat wel en niet onder deze ‘service’ valt. Zo kunnen ongewenste, onverwachte en mogelijk onnodige schadeclaims worden voorkomen.

Bij een asbestbrand zullen veelal snel beslissingen moeten worden genomen. Overheidsbemoeienis is daarbij een gegeven en de betrokken overheden hebben niet zelden al een pakket van maatregelen in gedachten. Zeker met het oog op het risico van bestuursrechtelijke handhaving is vroegtijdig inzicht in de reikwijdte van de aansprakelijkheid van betrokken partijen daarom van belang.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.