Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Nieuwe richtlijn CROW400 voor werken met verontreinigde grond

"Op 26 juni 2017 is de nieuwe richtlijn CROW400 voor het uitvoeren van werkzaamheden in de verontreinigde bodem gepubliceerd. De nieuwe publicatie is een samenvoeging van de publicaties 132 ‘Werken in of met verontreinigde grond’ en 307 ‘Kabels en leidingen in verontreinigde bodem’. De CROW400 brengt voor veel organisaties veranderingen met zich mee, daarom hebben we de belangrijkste voor u op een rijtje gezet."

26 juni 2017

Belangrijkste wijzigingen

  • Scheiding tussen Arbo en Milieu
    Met de nieuwe richtlijn wordt een verontreinigde situatie nóg beter beoordeeld
    In de CROW400 is afscheid genomen van de tabel waarin een standaardpakket aan maatregelingen was opgenomen. Vanuit de nieuwe richtlijn moeten de maatregelen meer specifiek worden gemaakt. Hierdoor wordt er nóg beter gekeken of er daadwerkelijk sprake is van blootstelling aan verontreinigde stoffen - en zo ja - welke maatregelen dan nodig zijn.

    De interventiewaarde als toetsingskader voor niet-vluchtige stoffen wordt losgelaten
    In de nieuwe richtlijn wordt gewerkt met SRC-waarden (Serious Risk Concentration). Daarbij wordt rekening gehouden met zowel de ecotoxicologische (Milieu) als de humane toxicologische risicogrens (Arbo).

    Bij het bepalen van de veiligheidsklassen wordt alleen nog gekeken naar Arbo-aspecten
    Stoffen die voor dieren en planten heel schadelijk kunnen zijn, maar voor mensen minder, vallen nu in andere klassen. Hierdoor wordt vanaf heden een aantal niet-vluchtige stoffen in lagere veiligheidsklassen ingedeeld.

  • Scheiding tussen vluchtige en niet-vluchtige stoffen
    De SRC-waarde wordt alleen toegepast op niet-vluchtige stoffen, zoals lood, zink en PAK. De vluchtige stoffen blijven getoetst worden op interventiewaarden.

  • Nieuwe veiligheidsklassen: oranje, rood en zwart
    De klassen T (toxiciteit) en F (brandbaarheid) komen te vervallen. De veiligheidsklassen voor zowel vluchtige als niet-vluchtige stoffen worden aangeduid met de kleurcodes oranje, rood en zwart.

  • Aanzienlijk grotere rol van de veiligheidskundige
    Omdat er niet meer gewerkt wordt met een standaardpakket aan maatregelen maar met maatregelen op maat, is het belangrijk dat een veiligheidskundige meekijkt om de maatregelen te kunnen toespitsen op de risicos. Om risicogestuurd te werken, wordt onder andere gekeken naar de aanwezige stoffen, de aard van de werkzaamheden en de duur ervan. De veiligheidsdeskundige heeft in de nieuwe situatie een rol in zowel de ontwerpfase als de uitvoeringsfase van het project.

  • Geregistreerde DLPers
    Er is onderscheid gemaakt tussen reguliere en geregistreerde DLPers (Deskundige Leidinggevende Projecten). Alleen geregistreerde DLPers mogen werkzaamheden met vluchtige stoffen in de hoogste veiligheidsklassen (zwart en rood) begeleiden.

Overgangstermijn van een jaar

Er wordt een overgangstermijn van een jaar gehanteerd, daarna wordt verwacht dat partijen werken volgens de nieuwe richtlijn.

Artikel delen