Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Langer zelfstandig wonen gaat niet vanzelf

"Goede samenwerking tussen zorg- en welzijnsorganisaties en woningcorporaties stelt mensen met een zorgvraag in staat om regie over hun eigen leven te houden. De samenwerking in de domeinen wonen, zorg en welzijn staat echter onder druk. Dit stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies ‘Langer zelfstandig, een gedeelde opgave van wonen, zorg en welzijn’ over de gevolgen voor de woningmarkt van de hervormingen van de langdurige zorg. Dit advies is vandaag aangeboden aan minister Blok voor Wonen en Rijksdienst en aan staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport."

RLI 24 januari 2014

Langer zelfstandig wonen gaat niet vanzelf

Goede samenwerking tussen zorg- en welzijnsorganisaties en woningcorporaties stelt mensen met een zorgvraag in staat om regie over hun eigen leven te houden. De samenwerking in de domeinen wonen, zorg en welzijn staat echter onder druk. Dit stelt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn advies Langer zelfstandig, een gedeelde opgave van wonen, zorg en welzijn over de gevolgen voor de woningmarkt van de hervormingen van de langdurige zorg. Dit advies is vandaag aangeboden aan minister Blok voor Wonen en Rijksdienst en aan staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De raad constateert dat de hervormingen van de langdurige zorg goed aansluiten op de autonome maatschappelijke ontwikkeling dat mensen zelfstandig willen wonen, met regie over hun eigen leven. In algemene zin bieden de hervormingen, nu en op de lange termijn, dan ook kansen om mensen met beperkingen in de eigen buurt te laten wonen, om mensen met een zorgbehoefte hun woonwensen te laten realiseren en om het marktaanbod van nieuwe woon- en dienstverleningsconcepten te vergroten. Op de korte termijn doet zich echter een aantal knelpunten voor. Zo is er sprake van een toenemend verschil, zowel kwantitatief als kwalitatief, tussen vraag en aanbod van verzorgd wonen. Vooral kwetsbare groepen kunnen hierdoor de komende jaren in de knel komen. De omvang van het probleem kan regionaal en lokaal erg verschillen. Daarom is lokale inventarisatie van de woning- en voorzieningenbehoefte vereist. De verantwoordelijkheid voor het vinden van oplossingen ligt niet bij een partij. Gemeenten moeten de regie nemen om met partijen in de regio naar oplossingen te zoeken.

Door de hervormingen van de zorg neemt het aantal mensen dat in een instelling wordt verzorgd versneld af, terwijl de behoefte aan zorg aan huis versneld groeit. De economische crisis en het woon- en zorgakkoord maken veel marktpartijen beducht om de investeringen te doen die nodig zijn om deze veranderingen op te vangen. Bovendien zien toezichthouders er steeds strenger op toe dat organisaties met een woon-, zorg- of welzijnstaak zich beperken tot hun kerntaak. Dit gaat ten koste van de samenwerking tussen deze organisaties, terwijl dat juist hard nodig is. De druk die de hervormingen op deze organisaties legt, kan leiden tot het vooropstellen van het eigenbelang en het maken van kortetermijnbeslissingen, die tot kapitaalvernietiging op de langere termijn kunnen leiden. De raad vindt dit een onwenselijke situatie.

De raad adviseert het kabinet daarom om partijen meer ruimte te bieden, zowel beleidsmatig als financieel, om samenwerking tussen de domeinen aan te gaan. Om het aanbod beter aan te laten sluiten op de behoeften van zorgvragers, vindt de raad het noodzakelijk dat ook in de intramurale zorgverlening de woonkosten en de zorgkosten apart worden afgerekend. De huidige ondoorzichtige kostenstructuur leidt tot een one-size-fits-all voor de kamers in zorginstellingen en belemmert de keuzevrijheid van mensen. De raad beveelt aan om een heldere visie over wonen, zorg en welzijn uit te werken voor de komende tien tot vijftien jaar, waarin het eindpunt van de transitie helder wordt verwoord en de route daarheen wordt aangegeven. Gezamenlijk biedt dit ruimte en duidelijkheid aan partijen om met elkaar een langetermijnstrategie voor het zorgvastgoed en voor het kwalitatieve en kwantitatieve tekort aan specifieke woningen te ontwikkelen en hierin te investeren. De raad stelt voor om zorgvastgoedeigenaren de mogelijkheid te bieden om binnen twee jaar een transitieplan op te stellen, waarin de tijdsplanning van de transformatie van het vastgoed wordt vastgelegd. Als deze transitie met minder maatschappelijke kosten kan worden gerealiseerd door in de uitvoering te kiezen voor een meer geleidelijk tijdpad, moeten het Rijk en gemeenten daarvoor ruimte bieden. Hiermee kunnen de knelpunten van de hervormingen worden verminderd.

Het advies is in samenwerking met de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) tot stand gekomen.

Door Rli

Artikel delen