De gemeente besluit schade gedeeltelijk in natura te compenseren door de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan. Dat nieuwe bestemmingsplan wordt echter vernietigd voordat de Afdeling omtrent de planschade oordeelt. In het besluit tot toekenning van de planschade was overwogen dat schade alsnog in geld zou worden vergoed wanneer het nieuwe bestemmingsplan zou worden vernietigd “op een grond die niet reparabel is”.
De gemeente besluit schade gedeeltelijk in natura te compenseren door de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan. Dat nieuwe bestemmingsplan wordt echter vernietigd voordat de Afdeling omtrent de planschade oordeelt. In het besluit tot toekenning van de planschade was overwogen dat schade alsnog in geld zou worden vergoed wanneer het nieuwe bestemmingsplan zou worden vernietigd op een grond die niet reparabel is.
De Afdeling herhaalt dat het compenseren in natura door het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan mogelijk is. De zinsnede dat vergoeding in geld eerst plaatsvindt wanneer het nieuwe bestemmingsplan vernietigd wordt op een grond die niet reparabel is acht de Afdeling echter niet aanvaardbaar. Dat zou volgens de Afdeling immers betekenen dat de gemeente steeds opnieuw een planologische voorziening kan treffen in een poging een gebrek te repareren, hetgeen de Afdeling in strijd acht met het rechtzekerheidsbeginsel.
Andere samenvattingen van de uitspraak:
Planschade: anderszins verzekerd en peildatum wettelijke rente, Ineke van Leeuwen, Samenwerkende Advocaten Omgevingsrecht
