Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Beantwoording Kamervragen over het deels instorten van het dak van het stadion van AZ in Alkmaar

Minister Ollongren beantwoordt de vragen over het deels instorten van het dak van het stadion van AZ in Alkmaar.

30 augustus 2019

Hiermee bied ik u aan antwoorden op drie sets vragen inzake het deels instorten van het dak van het stadion van AZ in Alkmaar.

Het gaat om de volgende vragen:

  • van de leden Beckerman en Van Nispen (beiden SP) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Medische Zorg over het deels instorten van het dak van het stadion van AZ in Alkmaar (ingezonden 12 augustus 2019);

  • van de leden Koerhuis en Rudmer Heerema (beiden VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat AZ aan een ramp is ontsnapt (ingezonden 14 augustus 2019) en

  • van de leden Nijboer en Kuiken (beiden PvdA) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over een onderzoek naar de veiligheid van constructies in publieke gebouwen (ingezonden 15 augustus 2019).

U ontvangt de antwoorden op de vragen van de leden Nijboer en Kuiken mede namens de minister van Justitie en Veiligheid.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

drs. K.H. Ollongren

2019Z15640

Vragen van de leden Beckerman en Van Nispen (beiden SP) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Medische Zorg over het deels instorten van het dak van het stadion van AZ in Alkmaar (ingezonden 12 augustus 2019)

1

Wat is uw reactie op het gedeeltelijk instorten van het dak van het AFAS-stadion van AZ in Alkmaar, waar gelukkig niemand bij gewond is geraakt?


Antwoord op vraag 1

Ik ben geschrokken van het feit dat dit heeft kunnen gebeuren. Ik vind het daarom een goede zaak dat de eigenaar van het stadion een grondig onderzoek laat uitvoeren naar de oorzaak van de instorting door Royal Haskoning/DHV (hierna Haskoning) en dat de gemeente hierop toeziet. Hetzelfde geldt voor het onderzoek dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid (hierna Onderzoeksraad) gaat uitvoeren. Mijn verdere reactie geef ik u in de onderstaande antwoorden.

2

Is het waar dat door een bezuiniging de dakconstructie van het voetbalstadion te licht gebouwd is in 2005-2006? Kunt u dit antwoord over de (mogelijke) oorzaak/oorzaken toelichten? 1)

Antwoord op vraag 2

Ik heb navraag gedaan bij de gemeente Alkmaar, die bevoegd gezag is voor het voldoen aan de veiligheidsvoorschriften die in het Bouwbesluit staan voor bouwwerken. De gemeente heeft geen aanwijzingen dat de dakconstructie te licht is gebouwd. De gemeente heeft bij de vergunningverlening beoordeeld of de dakconstructie voldeed aan de wettelijk eisen (Bouwbesluit) en heeft ook toezicht gehouden op de bouw. De gemeente wacht de resultaten van het onderzoek door Haskoning af.

3

Wat waren de redenen van de gemeente indertijd om te stellen dat een stevigere dakconstructie niet nodig was?

Antwoord op vraag 3

Zoals ik in mijn eerdere antwoord heb gemeld, heeft de gemeente bij de vergunningverlening beoordeeld of de dakconstructie aan de wettelijke voorschriften (Bouwbesluit) voldeed. Er was daarbij voor de gemeente geen reden om te stellen dat een stevigere dakconstructie nodig was.

4

Wie of welke organisatie heeft besloten om bij de bouw van het AFAS-stadion niet voor een stevigere stalen constructie te kiezen, gezien de adviezen van de brandweer over de constructie in verband met de brandveiligheid, en hoeveel euro is bespaard door voor de lichtere variant te kiezen?

Antwoord op vraag 4

De gemeente heeft mij laten weten dat er diverse onderzoeken uitgevoerd zijn naar de brandveiligheid. Op basis hiervan hebben de brandweer en gemeente uiteindelijk geconstateerd dat het pand voldeed aan de eisen van de brandveiligheid (Bouwbesluit). Er was daarmee geen reden om te kiezen voor een stevigere stalen constructie.

5

Hoeveel onderaannemers zijn tijdens de bouw van het stadion betrokken geweest, en hoeveel van deze onderaannemers zijn failliet gegaan of gestopt tijdens de bouw?

Antwoord op vraag 5

De gemeente heeft mij laten weten hierover geen gegevens te hebben.

De gemeente heeft in het kader van de uitvoering van een bouwvergunning alleen te maken met de vergunninghouder, of diens vertegenwoordiger voor zover deze daartoe mandaat heeft van de vergunninghouder. Dit is conform wet- en regelgeving. De vraag betreft privaatrechtelijke verhoudingen tussen hoofd- en onderaannemers. Dat is geen zaak van de gemeente. Evenmin volgt de gemeente de aantallen onderaannemers in hun financiële positie dan wel faillissement. Daarin is de gemeente geen partij.

6

In hoeverre heeft in uw ogen de versnippering van verantwoordelijkheden op de bouwplaats bijgedragen aan een mogelijke bouwfout of een te lichte constructie? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord op vraag 6

Ik kan hierover op dit moment geen uitspraken doen. Ik wacht op dit punt het onderzoek af van de Onderzoeksraad.

7

Is het waar dat de constructie niet voldeed aan het Bouwbesluit en aan de eisen voor de brandveiligheid, zoals een buitengewoon lid van de Onderzoeksraad voor Veiligheid stelt? Kunt u uw antwoord toelichten? 2)

Antwoord op vraag 7

Zoals ik heb geantwoord bij de vragen 2 en 4 heeft de gemeente geen aanwijzingen dat de constructie niet voldeed aan het Bouwbesluit.

Ik wacht daarnaast de onderzoeken van Haskoning en de Onderzoeksraad af.

8

Heeft de gemeente Alkmaar gerommeld met de vergunningen en/of het toezicht of op de een of andere manier een oogje toegeknepen rondom de bouw van het voetbalstadion?

Antwoord op vraag 8

Ik heb navraag gedaan bij de gemeente Alkmaar en deze heeft mij laten weten het niet eens te zijn met dit beeld. De gemeente stelt dat er bij het stadion juist een uitzonderlijk intensief beoordelingstraject is geweest en toezicht is uitgeoefend. Tijdens de toezicht fase zijn aanvullende onderzoeken geëist en is een aantal keer een bouwstop opgelegd.

9

Is er een vorm van druk uitgevoerd op de gemeente om de bouw van het stadion goed te keuren en/of voor een lichtere constructie te kiezen? Wanneer u dit niet weet, bent u bereid dit te onderzoeken?


Antwoord op vraag 9

Ik heb navraag gedaan bij de gemeente Alkmaar. De gemeente heeft laten weten niet bekend te zijn met het uitoefenen van een vorm van druk. De gemeente Alkmaar stelt momenteel een feitenrelaas op dat zal worden gedeeld met de gemeenteraad. Ik wacht de uitkomsten hiervan af.

10

Is bij de beslissing in 2015 om zonnepanelen op het dak te plaatsen onderzoek gedaan naar de draagconstructie en de veiligheid van het dak? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat waren de uitkomsten? 3)

Antwoord op vraag 10

Het plaatsen van zonnepanelen op een dak is sinds 2013 een bouwvergunnings-vrije activiteit. Ondanks dat dit vergunningsvrij is, moet men wel voldoen aan het Bouwbesluit. De verantwoordelijkheid voor de plaatsing en de samenhang met het bouwwerk is aan de eigenaar van het gebouw. De eigenaar dient ervoor te zorgen, dat het gebouw in overeenstemming blijft met de daaraan te stellen en gestelde eisen conform het Bouwbesluit. Ik heb van de gemeente vernomen, dat de toenmalige eigenaar van het stadion in 2015 alleen in algemene zin informatie heeft ingewonnen over een mogelijk vergunningsstelsel bij zonnepanelen. Hij heeft daarbij van de zijde van de gemeente te horen gekregen dat dit vergunningsvrij is en daarbij is de eigenaar gewezen op zijn eigen verantwoordelijkheid. Mij is niet bekend of de gebouweigenaar betreffende onderzoeken heeft laten uitvoeren.

11

Hoe oordeelde het bouw- en woningtoezicht van de gemeente Alkmaar over de plaatsing van de zonnepanelen op het dak? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord op vraag 11

De gemeente heeft mij laten weten geen oordeel te hebben gegeven over de plaatsing van de zonnepanelen. Ik verwijs hierbij verder naar het antwoord op vraag 10.

12

Is zonnepanelenfabrikant Hanergy bij het leveren van de zonnepanelen op de hoogte gesteld van de eerdere adviezen van de brandweer over de draagconstructie? Zo nee, waarom niet en wie is/was verantwoordelijk voor het overdragen van deze informatie?

Zo ja, waarom zijn de zonnepanelen toch geplaatst? Wie is/was verantwoordelijk voor het overdragen van deze informatie?

Antwoord op vraag 12

De gemeente heeft mij laten weten geen oordeel te hebben gegeven over de plaatsing van de zonnepanelen. Ik verwijs hierbij verder naar het antwoord op vraag 10.

13

Is er een vorm van druk uitgevoerd op de gemeente om de plaatsing van de zonnepanelen goed te keuren? Wanneer u dit niet weet, bent u bereid dit te onderzoeken?

Antwoord op vraag 13

De gemeente hoefde de plaatsing van de zonnepanelen niet goed te keuren. Ik verwijs hierbij verder naar het antwoord op vraag 10.

14

Bent u bereid de uitkomsten van het verkennende onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar de Tweede Kamer te sturen zodra dit gereed is? 4)


Antwoord op vraag 14

De Onderzoeksraad heeft haar verkennende onderzoek afgerond, Ik heb geen uitkomsten van dit onderzoek ontvangen. Wel heeft de Onderzoeksraad informatie gegeven over dit verkennend onderzoek op haar website, waarnaar ik uw Kamer verwijs ( https://www.onderzoeksraad.nl/nl/page/14903/ingestort-dak-az-stadion-10-augustus-2019).

15

Bent u bereid de uitkomsten van het onderzoek, dat AZ heeft ingesteld, naar de Tweede Kamer te sturen zodra dit gereed is? 5)

Antwoord op vraag 15

Over de uitkomsten van dit onderzoek zal de gemeente Alkmaar mij informeren. Nadat dit is gebeurd, ben ik bereid uw Kamer te informeren.

16

Wat zijn de uitkomsten van de inspectie van de gemeente Alkmaar en de deskundigen van Royal HaskoningDHV die op zondag 11 augustus heeft plaatsgevonden?

Antwoord op vraag 16

De gemeente heeft mij laten weten dat het onderzoek door Haskoning nog niet is afgerond. De gemeente Alkmaar heeft toegezegd dat de uitkomsten van het onderzoek, na bespreking met AZ, aan de Onderzoeksraad, aan mij en de gemeenteraad bekend worden gemaakt.

17

Welke maatregelen gaan genomen worden in het AFAS-stadion om de dakconstructie te verstevigen en de veiligheid voor publiek, spelers en werknemers van AZ te garanderen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord op vraag 17

De gemeente heeft mij laten weten, dat het antwoord op deze vraag pas kan worden gegeven als beide onderzoeken zijn afgerond en als daaruit conclusies worden getrokken. Dan is het aan de huidige eigenaar om een nieuw plan in te dienen waarin de gebreken op adequate wijze worden weggenomen.

De huidige eigenaar heeft er inmiddels op last van de gemeente voor gezorgd dat het veld, de tribunes, de Molenaartribune inclusief de onderliggende ruimten en het parkeerterrein voor de Molenaartribune, niet meer toegankelijk mag zijn voor personen. Zolang de opruimingswerkzaamheden nog niet zijn afgerond, blijven het veld, de tribunes waaronder de Molenaar tribune en de ruimtes eronder en op het parkeerterrein ervoor als onveilig bestempeld en dienen deze afgesloten publiek te blijven. Het is alleen toegestaan om hoogstnoodzakelijk onderhouds-werk te verrichten om verdere schade te voorkomen. De huurders van de ruimtes onder de tribune wordt de mogelijkheid geboden om onder begeleiding van de club, benodigde kantoorspullen op te halen. De routing hiervoor is afgestemd.

Voordat personen genoemde onderdelen van het stadion mogen betreden, dient de eigenaar een plan van aanpak voor de benodigde sloop- en herstelwerk-zaamheden bij de gemeente in te dienen en ter goedkeuring voor te leggen. Per stap beoordeelt de gemeente welke delen eventueel vrijgegeven kunnen worden voor gebruik.

18

Op welke veilige plek kunnen de spelers, toeschouwers en medewerkers van AZ en de tegenpartij terecht voor de komende thuiswedstrijden?

Antwoord op vraag 18

Op de korte termijn zal AZ de komende thuiswedstrijden spelen in andere voetbalstadions. Het is nog onbekend wanneer het eigen stadion weer gereed is voor wedstrijden en waar AZ op de middellange termijn de thuiswedstrijden zal afwerken.

19

Zijn er andere bouwwerken in ons land met vergelijkbare (dak)constructie en bent u bereid deze extra te controleren op de bouw- en brandveiligheid? Zo ja op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 19

Er zijn mogelijk andere bouwwerken in ons land met vergelijkbare (dak)-constructies. Op dit moment is nog onduidelijk wat de oorzaak of oorzaken zijn geweest van het gedeeltelijk instorten van het dak van het AZ-stadion. Dit moeten de onderzoeken van Haskoning en de Onderzoeksraad uitwijzen. Zodra er meer bekend is, zal ik mij beraden of er landelijke actie nodig is bij andere bouwwerken.

20

Wilt u deze vragen per stuk beantwoorden en niet samenvoegen?

Antwoord op vraag 20

Ja.

1)

https://www.ad.nl/binnenland/dakconstructie-az-stadion-was-door-bezuiniging-veel-te-licht-gebouwd~a0547a7b/

2) Bouw- en brandexpert Ynso Suurenbroek, destijds docent aan de Universiteit Twente en buitengewoon lid van de Onderzoeksraad voor Veiligheid: De constructie voldeed niet aan de eisen van het bouwbesluit en niet aan de eisen van de brandveiligheid. Heel die constructie had sterker uitgevoerd moeten worden. Er was in die tijd een hoop gerommel met de sturing door de gemeente en de gemeente werd aangestuurd, dat durf ik gerust te zeggen, door Dirk Scheringa.

3)

https://www.az.nl/nl/nieuws/zonnepanelen-op-dak-afas-stadion

4)

https://www.ad.nl/binnenland/verkennend-onderzoek-ingestorte-dak-az-stadion~a2ae6381/

5)

https://www.az.nl/nl/nieuws/az-start-onderzoek-naar-dakschade

2019Z15722

Vragen van de leden Koerhuis en Rudmer Heerema (beiden VVD) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat AZ aan een ramp is ontsnapt (ingezonden 14 augustus 2019)

1

Kent u het bericht AZ aan een ramp ontsnapt? 1)

Antwoord op vraag 1

Ja.

2

Welke stappen gaat u nemen om dit in de toekomst te voorkomen?

Antwoord op vraag 2

Op dit moment is nog onduidelijk wat de oorzaak is geweest van het instorten van het dak van het AZ-stadion. Dit moeten de onderzoeken van Royal Haskoning/DHV (hierna Haskoning) en de Onderzoeksraad voor veiligheid (hierna Onderzoeksraad)uitwijzen. Zodra er meer bekend is, zal ik mij beraden op mogelijke stappen.

3

Wat is het tijdspad van het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid? Bent u bereid om de uitkomsten mee te nemen in de bovenstaande stappen?

Antwoord op vraag 3

Het tijdspad is aan de Onderzoeksraad. Zodra het rapport door de Onderzoeksraad is aangeboden, zal ik uw Kamer een reactie hierop sturen.

4

Bent u bereid om per direct een landelijke inventarisatie te starten naar mogelijk gevaarlijke dakconstructies op alle stadions, deze bij te houden, en naar de Kamer te sturen? Bent u bereid om in deze inventarisatie ook alle soortgelijke gevaarlijke dakconstructies op andere gebouwen mee te nemen? En bent u bereid om in deze inventarisatie alle gebouwen die gebouwd zijn door hoofdaannemer Midreth mee te nemen?

Antwoord op vraag 4

Op dit moment is nog onduidelijk wat de oorzaak is geweest van het instorten van het dak van het AZ-stadion. Dit moeten de onderzoeken van Haskoning en de Onderzoeksraad uitwijzen. Zodra er meer bekend is, zal ik mij beraden of er landelijke actie nodig is bij andere bouwwerken.

5

Deelt u de mening dat er passende maatregelen getroffen moeten worden bij dakconstructies waar twijfel is over de dakconstructie en daarmee de veiligheid in stadions en/of andere gebouwen?

Antwoord op vraag 5

Dakconstructies van gebouwen moeten voldoen aan de constructieve veiligheids-eisen van het Bouwbesluit. Het is aan gebouweigenaren te zorgen dat hieraan wordt voldaan en aan gemeente hierop toezicht te houden. Op dit moment is nog onduidelijk wat de oorzaak is geweest van het instorten van het dak van het AZ-stadion. Dit moeten de onderzoeken van Haskoning en de Onderzoeksraad uitwijzen. Hierna kan pas worden bepaald of er ook problemen bij andere gebouwen zijn te verwachten en of vervolgens maatregelen moeten worden genomen. In het geval dat een gebouweigenaar echter nu al gerede twijfel heeft of zijn dakconstructie voldoet of als sprake is ongerustheid bij de gebruikers van het gebouw, ligt het in de rede dat hij maatregelen neemt.

6

Hoe vaak moeten dakconstructies op gebouwen zoals stadions nu gecontroleerd worden en wie is daarvoor verantwoordelijk? Bent u bereid om naar aanleiding van het bericht dit weekend dat toezicht te verscherpen? Zo ja, hoe gaat u dat verscherpte toezicht vormgeven?

Antwoord op vraag 6

Vanuit de bouwregelgeving is er geen verplichting om periodiek de dak-constructies op gebouwen te controleren. De bouwregelgeving kent wel een algemene zorgplicht voor gebouweigenaren om te zorgen dat hun gebouw bij voortduur aan de voorschriften van Bouwbesluit voldoet. Het is aan gebouweigenaren om hier zelf invulling aan te geven. De gemeente is het bevoegd gezag als het gaat om toezicht op bestaande bouwwerken. De wijze waarop een gemeente dit invult, kan zij zelf beleidsmatig invullen. Burgemeester en Wethouders leggen hierover verantwoording af aan de gemeenteraad. Op dit moment is nog onduidelijk wat de oorzaak is geweest van het instorten van het dak van het AZ-stadion. Dit moeten de onderzoeken van Haskoning en de Onderzoeksraad uitwijzen. Hierna kan pas worden bezien welke maatregelen nodig zijn.

7

Bent u bereid om gemeenten die daaraan behoefte hebben te ondersteunen met expertise vanuit het ministerie bij het borgen van de veiligheid van hun stadions?

Antwoord op vraag 7

Mijn beeld is dat de gemeenten (of de betreffende omgevingsdiensten) in het algemeen voldoende deskundig personeel hebben of dat zij externe expertise inhuren. Dit is ook hun taak als bevoegd gezag. Ondersteuning vanuit de rijksoverheid is daarom niet nodig. Afhankelijk van de uitkomsten van Haskoning en de Onderzoeksraad zal ik nader bezien welke maatregelen vanuit de rijksoverheid nodig zijn.

8

Bent u bereid om naar aanleiding van het bericht dit weekend en de eerdere instorting van de parkeergarage in Eindhoven te overwegen om bij invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, de wet éérst te laten gelden voor de grotere en complexere bouwwerken in de gevolgklassen 2 en 3 zoals bijvoorbeeld stadions, en daarna pas voor bouwwerken in gevolgklasse 1 zoals bijvoorbeeld woningen, in plaats van in omgekeerde volgorde zoals nu is voorgenomen?

Antwoord op vraag 8

In de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen is op verzoek van de Tweede Kamer opgenomen dat bij de start de woningen (gevolgklasse 1) als eerste onder het stelsel zullen worden gebracht. Reden voor de Tweede Kamer om hierom te vragen was, dat bij de invoering en complexe overgang naar een nieuw stelsel zich bij deze categorie minder risicos voor zullen doen dan bij complexere bouwwerken. Tijdens het debat met de Eerste Kamer over de Wet heb ik aangegeven, dat ik het wenselijk vind om ook via proefprojecten ervaringen op te doen met bouwwerken in gevolgklassen 2 en 3. Dit omdat zich juist in deze gevolgklassen de laatste tijd een aantal incidenten heeft voorgedaan.

Inmiddels hebben verschillende partijen, waaronder het Rijksvastgoedbedrijf, de afgelopen periode proefprojecten voor gevolgklassen 2 en 3 georganiseerd. Met de VNG bezie ik hoe nog meer proefprojecten in deze gevolgklassen kunnen plaatsvinden, zodat zo snel mogelijk na een succesvolle invoering van gevolg-klasse 1 ook gevolgklassen 2 en 3 onder de werking van het nieuwe stelsel kunnen worden gebracht. Gemeenten maken overigens onder het huidige stelsel juist bij complexere bouwwerken al regelmatig gebruik van private partijen om de bouwkwaliteit te borgen. Dit omdat de noodzakelijke expertise voor het beoordelen van dergelijke bouwwerken niet bij alle gemeenten aanwezig is.

Daarbij is van belang dat met inwerkingtreding van de wet de verantwoordelijkheidsverdeling voor de bouwkwaliteit wordt aangescherpt. Vanaf dat moment is een aannemer aansprakelijk voor alle gebreken voor zover die aan hem zijn toe te rekenen, ook in de complexere bouwwerken onder gevolgklassen 2 en 3. Op basis van reeds uitgevoerde proefprojecten mag verwacht worden dat dit bouwbedrijven ertoe zal aanzetten dat zij hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van door hen uitgevoerde bouwprojecten scherper zullen invullen, door onder andere hun eigen interne kwaliteitscontroles op orde te brengen. In de voorbereiding op de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen zal ik hier aandacht aan besteden, waarbij ik ook de gevolgklassen 2 en 3 zal betrekken.

1)

https://www.telegraaf.nl/sport/176429036/az-aan-ramp-ontsnapt

2019Z15759

Vragen van de leden Nijboer en Kuiken (beiden PvdA) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over een onderzoek naar de veiligheid van constructies in publieke gebouwen (ingezonden 15 augustus 2019)

1

Heeft u kennis genomen van de uitzending van BNR van 12 augustus 2019 over de veiligheid van constructies in publieke gebouwen? 1)

Antwoord op vraag 1

Ja.


2

Deelt u de mening dat iedereen er zeker van moet kunnen zijn dat gebouwen veilig zijn? Hoe is dit geregeld?

Antwoord op vraag 2

Ik ben van mening dat gebouwen veilig moeten zijn. Uit de Woningwet volgt dat gebouwen ten minste moeten voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van het Bouwbesluit. Bij nieuwbouw is het primair aan de vergunningaanvrager of bouwer te zorgen dat het nieuwe gebouw hieraan zal voldoen. Bij bestaande bouw is dit primair aan de gebouweigenaar. Het is aan de gemeente als bevoegd gezag hierop toe te zien.

3

Wordt bij grote publieke gebouwen en constructies in Nederland waaronder bijvoorbeeld treinstations, muziekhallen en bruggen regelmatig gecontroleerd of ze aan de veiligheidseisen voldoen? Zo nee, bent u bereid een dergelijke APK voor de risicovolle elementen in de constructies van publieke gebouwen in te voeren?

Antwoord op vraag 3

Vanuit de bouwregelgeving is er geen verplichting om periodiek publieke gebouwen of constructie te controleren. De bouwregelgeving kent wel een algemene zorgplicht voor gebouweigenaren om te zorgen dat hun gebouw bij voortduur aan de voorschriften van Bouwbesluit voldoet. Het is aan gebouweigenaren om hier zelf invulling aan te geven. De gemeente is het bevoegd gezag als het gaat om toezicht op bestaande bouwwerken. De wijze waarop een gemeente dit invult, kunnen zij zelf beleidsmatig invullen. Burgemeester en Wethouders leggen hierover verantwoording af aan de gemeenteraad.

Ik ben geen voorstander van een verplichte algemene periodieke keuring voor constructies van publieke gebouwen, omdat dit leidt tot een lastenverzwaring voor eigenaren en omdat zon keuring ook gebouwen treft waarbij mogelijk helemaal geen veiligheidsprobleem is. Als er een evident veiligheidsprobleem is bij een eenduidige categorie gebouwen (qua bouwjaar, type, bouwwijze) dan is er sinds 2015 wel de mogelijkheid om per ministeriële regeling een onderzoeksplicht in te voeren (Kamerstuk 33 798, nr. 6) waarmee het veiligheidsprobleem heel gericht kan worden aangepakt. Deze mogelijkheid is in de Woningwet gecreëerd op verzoek van gemeenten ter vereenvoudiging van hun toezicht en handhaving op de staat van bestaande bouwwerken. Deze onderzoeksplicht is al ingezet bij galerijflats en zwembaden. Verder heb ik uw Kamer op 22 mei 2019 gemeld deze onderzoeksplicht ook in te zetten bij gebouwen met breedplaatvloeren (TK 28325, nr. 199). Op dit moment is nog onduidelijk wat de oorzaak is geweest van het instorten van het dak van het AZ-stadion. Dit moeten de onderzoeken van Royal Haskoning/DHV (hierna Haskoning) en de Onderzoeksraad voor Veiligheid (hierna Onderzoeksraad) uitwijzen. Hierna kan pas worden bepaald of er ook problemen bij andere gebouwen zijn te verwachten en of vervolgens maatregelen moeten worden genomen.

4

Waarom wordt in Nederland geen onderzoek gedaan naar de windbelasting van gebouwen? Bent u bereid daar alsnog onderzoek naar te laten doen? Zo nee, op welke wijze is de veiligheid van constructies bij stormen dan gewaarborgd?

Antwoord op vraag 4

Het Bouwbesluit geeft de voorschriften voor de constructieve veiligheid van bouwwerken en maakt daarbij gebruik gemaakt van bepalingsmethoden uit NEN-normen, waarin ook is opgenomen tegen welke windbelastingen een gebouw bestand moet zijn. Het gaat hierbij om de NEN-EN 1991-1-4 Algemene belastingen Windbelasting en de hierbij behorende nationale bijlage. Ik heb geen aanwijzingen dat deze norm of nationale bijlage aanpassing of verduidelijking behoeft. Als uit het onderzoek van Haskoning of de Onderzoeksraad blijkt dat dit nodig is, zal ik hierover in overleg treden met het Nederlands Normalisatie Instituut.

5

Bent u bekend met het onderzoek van het Auditteam Voetbal en Veiligheid van het toenmalige ministerie van Justitie naar de fysieke veiligheid van voetbalstadions? (2)

Antwoord op vraag 5

Ja.

6

Hoe is destijds gereageerd op de conclusies en aanbevelingen van het rapport?

Antwoord op vraag 6

De probleemverkenning van het auditteam past binnen de brede aanpak van Toegankelijk, Gastvrij en Veilig Voetbal 2020 (TGVV). Een gezamenlijke aanpak van de KNVB, gemeenten, OM, Politie en het Ministerie van JenV. Deze aanpak heeft vijf speerpunten, waaronder safety. Op de verschillende onderdelen zijn de afgelopen jaren pilots gedraaid om met elkaar te leren en te verbeteren. Pilots die sinds 2018 breder worden opgepakt door de lokale zogenaamde vierhoeken in de gemeenten met een Betaald Voetbalclub (BVO).

De verkenning van het auditteam is en wordt beschouwd als belangrijke steun om awareness te ontwikkelen met betrekking tot de safety in stadions. Tijdens de (minimaal) jaarlijkse (bestuurlijke) bijeenkomsten met de voorzitters van de BVOs, de burgemeesters, OM en Politie georganiseerd door de Regiegroep Voetbal en Veiligheid onder voorzitterschap van JenV komen alle elementen van TGVV aan bod en dus ook de veiligheid van en in de stadions. Specifiek is in 2018 verdiepend gesproken over de versteviging van de verantwoordelijkheid van gemeenten op het gebied van toezicht en handhaving. Burgemeesters beschouwen dit element, het handhaven op het bouwbesluit, als integraal onderdeel van hun bredere veiligheids- en toezichttaak. Dit is daarmee element van het breder aspect van safety. De eerste verantwoordelijkheid ligt natuurlijk bij de eigenaar van het stadion. Samen tekenen de clubs en de gemeenten ter versterking van de aandacht voor de veiligheid jaarlijks, aanvullend op de wettelijke normen uit het Bouwbesluit, ook een veiligheidsverklaring, die zij aan de KNVB leveren. Dat is een voorwaarde voor het verkrijgen en behouden van een licentie. Onderdeel van deze verklaring is ook aandacht voor de constructieve veiligheid. Ook deze verklaring sluit aan bij elementen van de verkenning van het auditteam.

In 2018 is ook over safety en het rapport gesproken met medewerkers van de clubs, gemeenten, politie, OM en supporters tijdens een workshop. Destijds bij het ontvangen van het rapport is het overigens ook gepubliceerd en kenbaar gemaakt onder andere op de website van het ministerie.

In de komende bestuurlijke bijeenkomst van 2019 zal verder gesproken worden over TGVV 2020, waaronder safety en zullen nogmaals de inzichten uit de probleemverkenning van het auditteam onder de aandacht gebracht worden. Daar zullen ook de dan bekende inzichten over de problematiek bij het AFAS-stadion bij meegenomen worden.

7

Bent u van mening dat een ongeluk zoals in Alkmaar mogelijk voorkomen had kunnen worden indien de aanbevelingen uit het rapport waren overgenomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 7

Op dit moment wordt door AZ ook in samenwerking met de gemeente Alkmaar een onderzoek uitgevoerd. Ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid gaat verder onderzoek doen naar de oorzaak van het incident. Pas als de onderzoeks-resultaten bekend zijn, kunnen uitspraken worden gedaan over het incident.

8

Onderschrijft u de conclusie dat de eisen en normen die aan de veiligheidsverklaring ten grondslag liggen, niet altijd aansluiten bij de praktijk van voetbalstadions? Waarom is gegeven deze conclusie de aanbeveling niet overgenomen om een specifieke set eisen voor voetbalstadions op te stellen? Bent u alsnog bereid te onderzoeken of specifieke eisen opgesteld kunnen worden, zodat de veiligheid van voetbalstadions verbeterd kan worden?

Antwoord op vraag 8

De eisen en normen worden primair bepaald door het Bouwbesluit voor alle bouwwerken en dus ook voetbalstadions. Als aanvulling op deze regelgeving werkt de KNVB al geruime tijd met de veiligheidsverklaring. Er is zonder nadere kennis over de oorzaken van het gedeeltelijk instorten van het dak van het AFAS-stadion en over de relatie tussen de oorzaak en specifieke kenmerken van een stadion anders dan alle andere gebouwen in Nederland die onder het Bouwbesluit vallen, geen aanleiding om nog specifieker eisen op te stellen.

9

Onderschrijft u de conclusie dat experts die belast zijn met de controle van de veiligheid van voetbalstadions over onvoldoende expertise beschikken om die taak naar behoren uit te voeren? Waarom is de aanbeveling niet overgenomen om een specifieke opleiding te ontwikkelen voor deze experts? Bent u bereid de wenselijkheid daarvan alsnog te onderzoeken?

Antwoord op vraag 9

Mijn beeld is dat gemeenten voldoende toegerust zijn om de regelgeving uit het Bouwbesluit adequaat te controleren, al dan niet met behulp van externe deskundigheid. Dat is ook hun taak als bevoegd gezag.

In overleg met gemeenten en BVOs zal ik onder andere via de bestuurlijke bijeenkomst in 2019 verkennen of er extra maatregelen nodig zijn naast de reeds genomen stappen om de safety van voetbalstadions te vergroten.

1) Uitzending BNR 12 augustus 2019,

https://www.bnr.nl/nieuws/bouw-woningmarkt/10386529/onderzoek-alle-publieke-gebouwen-op-veilige- constructies

2) Auditteam Voetbal en Veiligheid (2016) Fysieke veiligheid van voetbalstadions: Een probleemverkenning.

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/07/01/fysieke-veiligheid-van-voetbalstadions

Artikel delen