Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 7u

  • 1

    Dit artikel is van toepassing op de transitie naar een duurzame energievoorziening en de elektrificatie van het mijnbouwplatform Ameland Westgat. Daarbij wordt overeenkomstig het bepaalde in dit artikel afgeweken van artikel 3.10d van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

  • 2

    Ter bevordering van de elektrificatie, bedoeld in het eerste lid, onderzoekt degene die het voornoemde mijnbouwplatform drijft, tot 1 januari 2019 of de gasturbine die zorg draagt voor de energievoorziening van dit mijnbouwplatform kan worden vervangen door een elektrische installatie. Uiterlijk op 1 januari 2019 dient deze drijver bij onze Minister een projectplan in waarbij de keuze wordt gemaakt voor:

    • a.

      het overgaan op een elektrische installatie zonder dat een nieuwe elektriciteitskabel tussen Ameland en het elektriciteitsnetwerk op het vaste land wordt aangelegd en waarbij de huidige gasturbine tot uiterlijk 1 januari 2022 in bedrijf zal zijn, of

    • b.

      het aanpassen van de in de aanhef genoemde gasturbine indien niet wordt overgegaan op een elektrische installatie, zodat uiterlijk per 31 december 2019 aan de emissiegrenswaarden, genoemd in artikel 3.10d van het Activiteitenbesluit milieubeheer wordt voldaan.

  • 3

    Afhankelijk van de in het tweede lid bedoelde keuze voldoet het rookgas van de gasturbine genoemd in dat lid in afwijking van artikel 3.10d van het Activiteitenbesluit milieubeheer tot de in het tweede lid, onder a, respectievelijk onder b, genoemde datum aan de emissiegrenswaarden die op 31 maart 2010 voor die installatie golden ingevolge het Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer B of het Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A, dan wel aan de daarvan afwijkende emissiegrenswaarden, die voor die stookinstallatie golden op grond van een daarvoor verleende omgevingsvergunning.

  • 4

    Indien toepassing wordt gegeven aan het tweede lid, onder a, rapporteert de drijver jaarlijks uiterlijk per 1 januari tot aan de in die bepaling genoemde datum aan Onze Minister over de vordering van het project en overlegt hij het projectplan voor de resterende periode.

  • 5

    Indien naar het oordeel van Onze Minister uit het projectplan, bedoeld in het tweede lid, of het projectplan voor de resterende periode, bedoeld in het vierde lid, onvoldoende blijkt dat daadwerkelijk overgegaan kan worden op een elektrische installatie voor 1 januari 2022, kan bij algemene maatregel van bestuur de afwijking van artikel 3.10d van het Activiteitenbesluit milieubeheer op een daarbij te bepalen tijdstip voortijdig worden beëindigd.

  • 6

    Indien toepassing wordt gegeven aan het vijfde lid wordt een overgangstermijn van twaalf maanden bepaald, gedurende welke het rookgas van de gasturbine van het mijnbouwplatform de emissiegrenswaarden genoemd in artikel 3.10d van het Activiteitenbesluit milieubeheer mogen overschrijden tot maximaal de emissiegrenswaarden als bedoeld in het tweede lid.

Informatie geldend op 26-03-2019

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(26-03-2019)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

29-11-2018

nieuw

20-11-2018

Stb. 2018, 438

20-11-2018

Stb. 2018, 438