Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Artikel 20 [Geldend t/m 30-06-2008]

  • 1

    Voor de toepassing van artikel 19, derde lid, van de wet komen in aanmerking:

    • a.

      een uitbreiding van of een bijgebouw bij:

      • 1°.

        een woongebouw in de bebouwde kom, mits het aantal woningen gelijk blijft;

      • 2°.

        een woongebouw buiten de bebouwde kom, mits het aantal woningen gelijk blijft en

        • a.

          het bruto-vloeroppervlak van de uitbreiding of het bijgebouw niet groter is dan 25 m2,

        • b.

          de uitbreiding of het bijgebouw bestaat uit één bouwlaag en gemeten vanaf het aansluitende terrein niet hoger is dan 5 meter, en

        • c.

          de uitbreiding niet tot gevolg heeft dat het aansluitende terrein voor meer dan 50% bebouwd is, dan wel dat de oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt met meer dan 50% wordt overschreden;

      • 3°.

        een ander gebouw in de bebouwde kom, alsmede een ander gebouw buiten de bebouwde kom met een agrarische bestemming, mits de uitbreiding niet tot gevolg heeft dat:

        • a.

          het aansluitende terrein voor meer dan 50% bebouwd is, en

        • b.

          de oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt met meer dan 50% wordt overschreden;

    • b.

      een gebouw ten behoeve van een openbare nutsvoorziening, het openbaar vervoer of het wegverkeer:

      • 1°.

        waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 25 m2, en

      • 2°.

        dat bestaat uit één bouwlaag en dat gemeten vanaf het aansluitende terrein niet hoger is dan 5m;

    • c.

      een bouwwerk, geen gebouw zijnde:

      • 1°.

        waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 25 m2, en

      • 2°.

        dat gemeten vanaf het aansluitende terrein niet hoger is dan 5m;

    • d.

      een kas of een bedrijfsgebouw van lichte constructie:

      • 1°.

        ten dienste van een agrarische bestemming, en

      • 2°.

        waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 100 m2;

    • e.

      een wijziging in het gebruik van opstallen in de bebouwde kom, mits het aantal woningen gelijk blijft en het gebruik niet meer omvat dan een bruto-vloeroppervlak van 1500 m2;

    • f.

      een antenne-installatie als bedoeld in het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, in de bebouwde kom, mits de hoogte van de antenne, of indien de antenne is geplaatst op een antennedrager als bedoeld in dat besluit, de hoogte van de antennedrager en de antenne tezamen, gemeten vanaf de voet van de antenne, respectievelijk de antennedrager, niet meer is dan 40 m;

    • g.

      een wijziging in het gebruik van een recreatiewoning ten behoeve van bewoning, mits:

  • 2

    Onder een gebouw als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan een gebouw als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Woningwet.

  • 3

    Onder een woongebouw als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder f, van de Huisvestingswet.

  • 4

    De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de aanvrager en diens met name genoemde meerderjarige huisgenoten die voldoen aan het eerste lid, aanhef en onderdeel g, onder 3e. Zij vervalt in elk geval zodra de in de eerste volzin genoemde personen de bewoning hebben beëindigd.

  • 5

    Vrijstelling als bedoeld in het eerste lid, onder g, wordt in elk geval geweigerd, indien verlening in strijd zou zijn met door de gemeente op 31 oktober 2003 gevoerd handhavingsbeleid ten aanzien van het gebruik van recreatiewoningen.

Informatie geldend op 04-07-2015

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

Geen

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(04-07-2015)

Ontstaansbron

Inwerkingtreding

Datum van inwerking- treding

Terugwerkende kracht

Betreft

Ondertekening

Bekendmaking

Kamerstukken

Ondertekening

Bekendmaking

Opmerking

01-07-2008

intrekking-regeling

22-05-2008

Stb. 2008, 180

30938

16-06-2008

Stb. 2008, 227

Alg. 1

01-06-2007

wijziging

09-03-2007

Stb. 2007, 107

09-03-2007

Stb. 2007, 107

01-01-2003

wijziging

13-07-2002

Stb. 2002, 410

28-11-2002

Stb. 2002, 582

03-04-2000

wijziging

15-10-1999

Stb. 1999, 447

24-12-1999

Stb. 2000, 7

01-03-1986

nieuwe-regeling

02-12-1985

Stb. 1985, 627

16-12-1985

Stb. 1985, 667

Opmerkingen

  • 1) Besluit van rechtswege vervallen door het vervallen van de grondslag.