Voor de toepassing van artikel 19, derde lid, van de wet komen in aanmerking:
een uitbreiding van of een bijgebouw bij:
een woongebouw in de bebouwde kom, mits het aantal woningen gelijk blijft;
een woongebouw buiten de bebouwde kom, mits het aantal woningen gelijk blijft en
het bruto-vloeroppervlak van de uitbreiding of het bijgebouw niet groter is dan 25 m2,
de uitbreiding of het bijgebouw bestaat uit één bouwlaag en gemeten vanaf het aansluitende terrein niet hoger is dan 5 meter, en
de uitbreiding niet tot gevolg heeft dat het aansluitende terrein voor meer dan 50% bebouwd is, dan wel dat de oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt met meer dan 50% wordt overschreden;
een ander gebouw in de bebouwde kom, alsmede een ander gebouw buiten de bebouwde kom met een agrarische bestemming, mits de uitbreiding niet tot gevolg heeft dat:
het aansluitende terrein voor meer dan 50% bebouwd is, en
de oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt met meer dan 50% wordt overschreden;
een gebouw ten behoeve van een openbare nutsvoorziening, het openbaar vervoer of het wegverkeer:
waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 25 m2, en
dat bestaat uit één bouwlaag en dat gemeten vanaf het aansluitende terrein niet hoger is dan 5m;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde:
waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 25 m2, en
dat gemeten vanaf het aansluitende terrein niet hoger is dan 5m;
een kas of een bedrijfsgebouw van lichte constructie:
ten dienste van een agrarische bestemming, en
waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 100 m2;
een wijziging in het gebruik van opstallen in de bebouwde kom, mits het aantal woningen gelijk blijft en het gebruik niet meer omvat dan een bruto-vloeroppervlak van 1500 m2;
een antenne-installatie als bedoeld in het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, in de bebouwde kom, mits de hoogte van de antenne, of indien de antenne is geplaatst op een antennedrager als bedoeld in dat besluit, de hoogte van de antennedrager en de antenne tezamen, gemeten vanaf de voet van de antenne, respectievelijk de antennedrager, niet meer is dan 40 m;
een wijziging in het gebruik van een recreatiewoning ten behoeve van bewoning, mits:
de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet aan een bestaande woning gestelde eisen;
bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden;
de aanvrager voor, maar in elk geval op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont.
Onder een gebouw als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan een gebouw als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Woningwet.
Onder een woongebouw als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder f, van de Huisvestingswet.
De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de aanvrager en diens met name genoemde meerderjarige huisgenoten die voldoen aan het eerste lid, aanhef en onderdeel g, onder 3e. Zij vervalt in elk geval zodra de in de eerste volzin genoemde personen de bewoning hebben beëindigd.
Vrijstelling als bedoeld in het eerste lid, onder g, wordt in elk geval geweigerd, indien verlening in strijd zou zijn met door de gemeente op 31 oktober 2003 gevoerd handhavingsbeleid ten aanzien van het gebruik van recreatiewoningen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Geen
(04-07-2015)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
01-07-2008 |
intrekking-regeling |
22-05-2008 |
16-06-2008 |
|||||
wijziging |
09-03-2007 |
09-03-2007 |
||||||
wijziging |
13-07-2002 |
28-11-2002 |
||||||
wijziging |
15-10-1999 |
24-12-1999 |
||||||
nieuwe-regeling |
02-12-1985 |
Stb. 1985, 627 |
16-12-1985 |
Stb. 1985, 667 |
Opmerkingen
1) Besluit van rechtswege vervallen door het vervallen van de grondslag.