Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Mag op vergunning tekening een bouwdeel omcirkeld worden als vergunningvrij?

Vraag & Antwoord

ANTWOORD

Uit de uitspraak van 5 juli 2017 van Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State blijkt dat dit mag mits het vergunningvrije deel in functioneel en bouwkundig opzicht van het vergunningplichtig deel kan worden onderscheiden:Splitsing van het bouwplan8. [appellant] betoogt dat het college het bouwplan ten onrechte heeft gesplitst in een gedeelte dat omgevingsvergunningvrij is en een gedeelte dat omgevingsvergunningplichtig is. Hij voert aan dat de aanbouw moet worden beschouwd als een onlosmakelijk deel van het bouwplan voor de woning en dat het hele bouwplan aan het bestemmingsplan moet worden getoetst. Omdat het bouwplan in dat geval in strijd is met de bebouwingsvoorschriften van het bestemmingsplan dient de gevraagde vergunning te worden geweigerd. Volgens [appellant] heeft de rechtbank dit ten onrechte niet onderkend.8.1. Dit betoog van [appellant] heeft betrekking op de voorgenomen aanbouw met een diepte van 3,20 meter op de begane grond aan de achterzijde van de te bouwen woning (hierna: de aanbouw).8.2. Op de bij de aanvraag behorende en van de omgevingsvergunning deel uitmakende bouwtekening van 8 mei 2015, met nummer PG00, is de aanbouw met een rode kleur getekend, in die zin dat de beide zijgevels en de achtergevel van de aanbouw met rood zijn aangegeven. Hiermee heeft vergunninghoudster beoogd duidelijk te maken dat de aanbouw geen deel uitmaakt van de aanvraag. De muur die de achterzijde van de woning vormt en die de scheiding betreft tussen de woning en de aanbouw is niet met een rode kleur getekend en maakt wel deel uit van de aanvraag. Nu het college de gevraagde vergunning heeft verleend conform de op 8 mei 2015 gewijzigde aanvraag, heeft de verleende vergunning uitsluitend betrekking op de woning en ziet deze niet op de aanbouw.8.3. De rechtbank is het college gevolgd in zijn opvatting dat de aanbouw, gelet op het bepaalde in artikel 1 en artikel 2, derde lid, van bijlage II bij het Bor, op zichzelf vergunningvrij kan worden gebouwd. Aan de hand van hetgeen [appellant] in hoger beroep heeft aangevoerd, stelt de Afdeling vast dat hij de aangevallen uitspraak in zoverre niet bestrijdt. De vraag die partijen in hoger beroep op dit punt verdeeld houdt, is of het college de aanbouw buiten beschouwing heeft mogen laten bij de verlening van de vergunning en daarmee ook bij de toetsing van het bouwplan aan het bestemmingsplan.8.4. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 6 maart 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ3375) is splitsing van een bouwplan dat uit verschillende onderdelen bestaat in beginsel niet mogelijk. Het bouwplan dient als één geheel te worden beschouwd. Een bouwplan kan alleen worden gesplitst indien het bestaat uit onderdelen die in functioneel en bouwkundig opzicht van elkaar kunnen worden onderscheiden (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 4 maart 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:640).8.5. Blijkens de hiervoor genoemde bouwtekening van 8 mei 2015, die ter zitting is toegelicht door het college en vergunninghoudster, betreffen de woning en de aanbouw afzonderlijke bouwdelen. Naar het oordeel van de Afdeling heeft het college zich op het standpunt kunnen stellen dat deze bouwdelen in bouwkundig opzicht van elkaar kunnen worden onderscheiden en dat deze afzonderlijk van elkaar kunnen worden uitgevoerd. Tussen de woning en de aanbouw bevindt zich een dragende muur die in bouwkundig opzicht onderdeel uitmaakt van de woning. Deze muur vormt de achterwand van onder meer het toilet en de doucheruimte in de woning. De aanbouw kan slechts worden bereikt via een schuifdeur in de gang naast de toiletruimte in de woning. Aangezien de aanbouw daarmee geheel los staat van de woonkamer in de woning, heeft het college zich op het standpunt kunnen stellen dat de aanbouw in functioneel opzicht is te onderscheiden van de woning en van de daarin voorziene woonkamer. Gelet op het vorenstaande heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat het college de aanbouw in dit geval heeft kunnen splitsen van het overige deel van het bouwplan.8.6. De Afdeling overweegt verder dat [appellant] niet kan worden gevolgd in zijn betoog dat de aanbouw nodig is om te voldoen aan het bepaalde in artikel 4.3, vierde lid, van het Bouwbesluit 2012, zodat de aanbouw reeds daarom onderdeel had moeten uitmaken van de verleende vergunning. Ter zitting heeft het college aannemelijk gemaakt dat het bouwplan voorziet in een verblijfsruimte als bedoeld in de genoemde bepaling op de begane grond, aan de voorzijde van de woning. Dit betoog van [appellant] geeft dan ook geen aanleiding voor de conclusie dat het college het bouwplan niet heeft kunnen splitsen.8.7. Gezien het vorenstaande heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat het college de met rood aangegeven onderdelen van het bouwplan buiten de beoordeling van de aanvraag om omgevingsvergunning heeft kunnen laten.8.8. Het betoog faalt.Klik hier voor de volledige uitspraak.