Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

(Letsel)schade door nalatigheid van een bestuursorgaan: publiek- of privaatrecht?

Boer, Saskia de
16 oktober 2020

Door: Saskia de Boer en Bernadette Raaijmakers

Een inwoner lijdt schade door een val over een losliggende stoeptegel in het gemeentelijk trottoir. De WA-verzekeraar van de gemeente weigert - na doorsturing door de gemeente van het schadevergoedingsverzoek - te betalen omdat de tegel niet meer dan 3 cm uitstak. De gemeente zelf heeft direct een nieuwe tegel geplaatst. Kan deze verzekeraar volhouden dat het hier privaatrecht betreft en deze gemeente geen bestuursbesluit hoeft te nemen . Ook een ambtenaar heeft deze burger al niet ontvankelijk verklaard en geschreven dat zij naar de Kantonrechter kan stappen. M.i. betreft het hier een overheid die een bestuursbesluit dien te nemen waarna bezwaar en beroep bij de bestuursrechter. Is dit laatste juist?

ANTWOORD

Het antwoord op de vraag luidt dat de veronderstelling niet juist is. Het betreft een privaatrechtelijke en geen bestuursrechtelijke kwestie. We lichten dat toe:

De gemeente is op grond van het Burgerlijk Wetboek (artikel 6:174 en 6:162 BW, artikel 16 Wegenwet) aan te spreken voor de goede staat van de weg. Dat is een civielrechtelijke aangelegenheid. Discussies daarover worden vervolgens ook via het civiele recht afgehandeld. Er is in geval van schade als gevolg van een gebrek aan de weg geen rechtsvraag die via het publiekrecht kan worden opgelost. Zo is er als het gaat om schadevergoeding in dit geval bijvoorbeeld geen vraag over handhaving van de bestemming in te lezen, want de weg of stoep functioneert conform de bestemming daarvan als weg. De rechtsgang loopt dus via het aansprakelijk stellen van de gemeente en het vervolgens procederen bij de civiele rechter over de geleden schade. Voor bedragen onder de € 25.000 kan de inwoner daarover zelf zonder advocaat procederen bij de kantonrechter.

Voor wat betreft de afwijzing van de verzekeraar merken wij nog op dat in de praktijk onder meer wordt gekeken naar de door het CROW geformuleerde norm, waarin een hoogteverschil van 3 centimeter of meer als ‘ernstig’ wordt gekwalificeerd, en daaronder niet.