Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Uitspraak over kostenverhaal bestuursdwang: geen betalingsonmacht en de vraag of relevant is dat er ook spullen van derden zouden zijn verwijderd

In een uitspraak van de Rechtbank Limburg 12 april 2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:1502 is een kostenverhaalsbeschikking naar aanleiding van toegepaste bestuursdwang aan de orde (bestuursdwang vanwege het verwijderen van afvalstoffen van een woonperceel). Interessante aspecten hierbij waren of er al dan niet sprake was van betalingsonmacht, en of het gegeven dat zich tussen de verwijderde spullen ook spullen van derden zouden bevinden uitmaakt voor of de kosten op de overtreder mochten worden verhaald.

14 april 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

In periode 2021-2022 heeft de gemeente meermaals controles uitgevoerd op het perceel van eiseressen en daarbij geconstateerd dat het perceel ernstig vervuild is door een opeenhoping van afvalstoffen. De afvalstoffen bevonden zich op de inrit, voortuin en achtertuin.

Op grond van artikel 5:25, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, komen de kosten voor het toepassen van bestuursdwang voor rekening van de overtreder, tenzij deze kosten redelijkerwijze niet of niet geheel ten laste van hem behoren te komen. Uit vaste jurisprudentie (ABRvS 13 maart 2024, ECLI:NL:RVS:2024:1042) van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) volgt dat het bestuursorgaan bij een besluit over kostenverhaal in beginsel geen rekening hoeft te houden met de financiële draagkracht van de overtreder. Dit komt pas bij de executiefase aan de orde, tenzij evident is dat de overtreder niet in staat is de kosten (volledig) te betalen. De overtreder dient dit aannemelijk te maken.

Verder volgt uit vaste jurisprudentie (ABRvS 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3485) van de Afdeling dat als regel de uitoefening van bestuursdwang en het kostenverhaal samen gaan. Voor het maken van een uitzondering hierop kan aanleiding bestaan als de aangeschrevene geen verwijt valt te maken over de ontstane situatie. Daar moet bijkomen dat bij het ongedaan maken van de strijdige situatie het algemeen belang in die mate is betrokken dat moet worden geoordeeld dat het onevenredig is om de kosten geheel of gedeeltelijk voor rekening van de aangeschrevene te laten. Ook andere, bijzondere omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat het bestuursorgaan uit een oogpunt van evenredigheid geheel of gedeeltelijk moet afzien van het kostenverhaal.

Uit het verweerschrift alsmede ter zitting is gebleken dat eiseressen de kosten van de toegepaste bestuursdwang inmiddels hebben betaald. Eiseressen geven aan dat zij deze kosten met behulp van derden hebben voldaan waardoor een nieuwe schuld is ontstaan. De rechtbank stelt vast dat eiseressen hun beroep op betalingsonmacht of op financiële problemen niet hebben onderbouwd met stukken. Dat maakt het voor de rechtbank lastig om hun financiële situatie te beoordelen. Ter zitting zijn eiseressen en hun gemachtigde niet verschenen, zodat de rechtbank daarover bij hen ook ter zitting geen informatie heeft kunnen inwinnen. De situatie van eiseressen is ter zitting besproken met de vertegenwoordiger van het college. Daarbij is gebleken dat eiseressen momenteel niet in hun eigen woning verblijven, maar bij hun ouders wonen. Het college heeft in het geval van eiseressen geen financiële noodsituatie aangenomen en heeft op zitting desgevraagd aangegeven ook geen informatie te hebben waaruit blijkt dat van een dergelijke situatie sprake is. De rechtbank ziet daarom in de gestelde financiële situatie geen aanleiding voor het oordeel dat de kosten van bestuursdwang niet op eiseressen verhaald mogen worden. Evenmin is gebleken van bijzondere omstandigheden die maken dat het college uit een oogpunt van evenredigheid geheel of gedeeltelijk had moeten afzien van het kostenverhaal.

Voor zover eiseressen stellen dat de kosten van het spullen van derden (de matrassen) niet op hen verhaald kunnen worden, volgt de rechtbank dit niet. Deze matrassen bevonden zich, met een zeer grote hoeveelheid andere (in onbruik geraakte) voorwerpen en (etens)resten en dergelijke op hun perceel. De matrassen maken daarmee onderdeel uit van de overtreding waarop de last onder bestuursdwang ziet. Eiseressen dragen als gemeenschappelijk eigenaar van het perceel de verantwoordelijkheid voor de spullen die zich op hun perceel bevinden. Of zij wel of niet juridisch eigenaar zijn van de betreffende matrassen, wat daarvan ook zij, is in dit verband niet relevant. Dat sprake is van een overmachtssituatie, waardoor eiseressen niet verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor specifiek de matrassen, is de rechtbank niet gebleken. Gezien de grote hoeveelheid voorwerpen en afval e.d. ligt het ook niet voor de hand om specifiek voor de matrassen aan te nemen dat eiseressen daarvoor niet verantwoordelijk zijn. Het voorgaande betekent dat zij ook de kosten voor het opruimen van de matrassen dienen te dragen.

Artikel delen