Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Schaarste aan goedkope woonruimte onvoldoende onderbouwd: vergunningplicht Huisvestingsverordening in dit geval niet van toepassing, waarmee ook grondslag voor handhavend optreden vervalt

De Afdeling oordeelt in haar uitspraak van 24 april 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:1723) dat het college van burgemeester en wethouders (“college”) geen boetes aan een woningeigenaar mocht opleggen vanwege de toeristische verhuur van diens woning, omdat als gevolg van het onrechtmatig geoordeelde aanwijzingsbesluit van de gemeenteraad in dit geval geen sprake is van een overtreding van de Huisvestingswet (“Hw”).

2 mei 2024

Samenvatting

Samenvatting

Art. 21, aanhef en onder a, Hw bevat met het oog op het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad een verbod om woonruimte aan de bestemming tot bewoning te onttrekken, indien de gemeenteraad dit verbod met het nemen van een aanwijzingsbesluit in de lokale Huisvestingsverordening (“Hv”) van toepassing heeft verklaard op die betreffende (categorie van) woonruimte.

De Afdeling stelt vast dat de gemeenteraad met een aanwijzingsbesluit alle woonruimte in de gemeente onder dit verbod heeft gebracht. De Afdeling overweegt dat de gemeenteraad ingevolge art. 2, eerste lid, Hw alleen van deze aanwijzingsbevoegdheid gebruik mag maken, als dat noodzakelijk en geschikt is voor het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte.

In de uitspraak van 24 april 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:1666) heeft de Afdeling geoordeeld dat de gemeenteraad de gestelde schaarste aan goedkope woonruimte in de gemeente onvoldoende heeft onderbouwd, zodat niet kan worden beoordeeld of het aanwijzingsbesluit noodzakelijk en geschikt is voor het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van schaarste aan goedkope woonruimte.

Hieraan heeft de Afdeling het gevolg verbonden dat het in art. 15 Hv uitgewerkte onttrekkingsverbod in dit geval buiten toepassing moet worden gelaten. De Afdeling concludeert dat als gevolg daarvan geen sprake kan zijn van een overtreding van het verbod om de in dat artikel aangewezen woonruimte zonder vergunning aan de bestemming tot bewoning te onttrekken, zodat het college evenmin bevoegd was om hiervoor boetes op te leggen.

Artikel delen