Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Redelijke toepassing art. 4:17 Awb bij meervoudige aanvraag: indien voldaan is aan ‘samenhang-criterium’, verbeurt bestuursorgaan slechts één dwangsom wegens niet tijdig beslissen

Uit de Afdelingsuitspraak van 28 februari 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:818) volgt dat een redelijke uitleg van art. 4:17 Awb met zich brengt dat het bestuursorgaan in geval van een succesvol beroep wegens het niet tijdig beslissen op een handhavingsverzoek dat op meerdere situaties ziet slechts eenmaal een dwangsom verbeurt, indien (i) het verzoek om handhaving is neergelegd in één verzoek dat (ii) ziet op dezelfde (vermeende) overtreding én (iii) voor alle te handhaven situaties identiek is geformuleerd. 

5 maart 2024

Samenvatting

Samenvatting

Aanleiding voor dit oordeel was een bij GS per brief ingediend handhavingsverzoek dat zag op 34 biomassacentrales die volgens een gelijkluidende formulering allen art. 2.7 Wnb zouden overtreden. Niet in geschil was dat het GS voor wat betreft 17 biomassacentrales niet tijdig op het handhavingsverzoek hadden beslist.

De Afdeling overweegt dat uit vaste rechtspraak (vgl. de Afdelingsuitspraak van 3 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1746) volgt dat in beginsel per niet tijdig genomen besluit een dwangsom verschuldigd is, tenzij zich de situatie voordoet waarin aanvragen - inclusief bezwaarschriften - (nagenoeg) gelijktijdig zijn ingediend en inhoudelijk zodanig met elkaar samenhangen dat een redelijke toepassing van art. 4:17 Awb met zich brengt dat slechts één dwangsom wordt verbeurd. Gelet op de vastgestelde samenhang in deze zaak – één identiek geformuleerd verzoek voor alle biomassacentrale terzake van dezelfde (vermeende) overtreding – oordeelt de Afdeling dat een redelijke toepassing van art. 4:17 Awb met zich brengt dat in dit geval slechts één dwangsom is verbeurd.

Dat het om verschillende biomassacentrales gaat op verschillende locaties, doet aan die samenhang niet af, net zomin als de omstandigheid dat het college het verzoek om handhaving uiteindelijk niet in één besluit, maar in verschillende deelbesluiten heeft afgedaan. Ook de omstandigheid dat de verzoeker om handhaving om proceseconomische redenen ervoor heeft gekozen om één handhavingsverzoek, één ingebrekestelling en één bezwaar in te dienen, doet niet af aan de hiervoor weergegeven samenhang en leidt daarom ook niet tot een ander oordeel, aldus de Afdeling. 

Artikel delen