Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Overgangsrecht Omgevingswet: welk recht is van toepassing op een aanvraag tot vaststellen ruimtelijk plan?

Met het oog op de rechtsvorming en de rechtspraktijk zet de Afdeling met haar uitspraak van 17 april 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:1529) voor de tweede keer in korte tijd uiteen welk recht van toepassing is bij omgevingsrechtelijke besluitvorming.

25 april 2024

Samenvatting

Samenvatting

Dit keer ziet de voorlichting van de Afdeling op besluitvorming over aanvragen tot het vaststellen van en ruimtelijk plan. Als iemand de gemeenteraad vóór 1 januari 2024 heeft gevraagd om een bestemmingsplan vast te stellen en de gemeenteraad wijst die aanvraag af, dan blijft de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van toepassing tot het moment dat het besluit op de aanvraag onherroepelijk wordt. Het maakt daarbij niet uit of er naar aanleiding van de aanvraag al een ontwerpplan ter inzage was gelegd.

Dit volgt naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak uit artikel 4.3 van de Invoeringswet Omgevingswet (“IwOw”). Naar het oordeel van de Afdeling is op een besluit tot afwijzing van een aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen eveneens art. 4.3 IwOw van toepassing (en niet het overgangsrecht voor omgevingsplannen als bedoeld in art. 4.6 IwOw). Om die reden blijft op een nieuw te nemen besluit van de gemeenteraad op een eerder afgewezen aanvraag het oude recht van toepassing tot het besluit onherroepelijk wordt, ongeacht of dit besluit opnieuw een afwijzing van de voor 1 januari 2024 ingediende aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen inhoudt, de vaststelling van een voor 1 januari 2024 ter inzage gelegd ontwerpplan of de vaststelling van een na 1 januari 2024 ter inzage gelegd ontwerpplan. Voor de laatste twee gevallen gaat de Afdeling niet uit van de toepasselijkheid van art. 4.6 IwOw voor de vraag welk recht van toepassing is op het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan, aangezien op het besluit tot afwijzing van de aanvraag art. 4.3 IwOw van toepassing is en deze overgangsbepaling na vernietiging van dat besluit van toepassing blijft op verdere besluitvorming (ook als de aanvraag uiteindelijk leidt tot een vastgesteld bestemmingsplan).

De Afdeling wijst er ter verduidelijking op dat als een aanvraag om een bestemmingsplan vast te stellen is ingediend voor 1 januari 2024 en op die aanvraag niet afwijzend wordt beslist, maar deze aanvraag gelijk leidt tot een vastgesteld bestemmingsplan, art. 4.6 IwOw wel van toepassing is. De terinzagelegging van het ontwerpplan is dan bepalend voor de vraag welk recht van toepassing is op het besluit tot vaststelling van dat bestemmingsplan. Het hiervoor weergegeven overgangsrechtelijke kader geldt ook voor besluiten tot afwijzing van een aanvraag om een wijzigings- of uitwerkingsplan vast te stellen, aldus de Afdeling. Op de website van de Raad van State is het voorgaande schematisch verbeeld in een stroomschema. 

Artikel delen