Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Geen artikel 1.10, tweede lid, Activiteitenbesluit milieubeheer melding vereist indien de intentie tot blijvende verandering ontbreekt

Appellant 2 exploiteert een varkenshouderij. Tussen 2013 en heden heeft appellant 2 een tijd minder varkens gehouden en een tijd geheel geen varkens gehouden. Dit omdat zij met de bestaande stallen niet kon voldoen aan het Besluit emissiearme huisvesting. Verder had ze een vergunning voor de bouw van een stal die nooit gebouwd is. Op grond van artikel 1.10, tweede lid, van het Activiteitenbesluit moet een verandering van een inrichting en de verandering van de werking van een inrichting tenminste vier weken van tevoren worden gemeld aan het bevoegd gezag.

23 april 2024

Samenvatting

Samenvatting

Appellant 1 heeft het college van burgemeester en wethouders van Deurne (hierna: ‘het college’) verzocht om handhavend op te treden tegen appellant 2 wegens strijd met het Activiteitenbesluit. Het college heeft dit verzoek afgewezen omdat er volgens het college sprake is van concreet zicht op legalisatie. Door het college is namelijk in 2019 een omgevingsvergunning eerste fase verleend voor het veranderen van de inrichting.

Ook heeft appellante 2 een aanvraag gedaan voor een omgevingsvergunning tweede fase. De rechtbank heeft geoordeeld dat appellant 2 de melding op grond van het Activiteitenbesluit had moeten doen, maar dat het college mocht afzien van handhavend optreden. Tegen dit oordeel gaan zowel appellant 1 en 2 in hoger beroep. Appellant 2 stelt dat zij niet in overtreding is van het Activiteitenbesluit, omdat het nooit haar intentie is geweest om blijvend geen varkens meer te houden. Dit blijkt onder andere uit het feit dat ze in 2013 vergunningen heeft aangevraagd met het oog op uitbreiding van de varkenshouderij.

De Afdeling oordeelt dat nu appellant 2 niet de intentie heeft gehad om de inrichting blijvend te veranderen door minder of geen dieren meer te houden, zij de tijdelijke afwezigheid van varkens in de inrichting niet hoefde te melden. De rechtbank heeft onterecht overwogen dat appellant artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit heeft overtreden door geen melding te doen.

Nu het betoog van appellant 2 slaagt, faalt het betoog van appellant 1. Appellant 1 stelde dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat handhavend optreden onevenredig zou zijn. Nu de Afdeling heeft geoordeeld dat er geen overtreding heeft plaatsgevonden van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit, is er geen grond om handhavend op te treden.

Artikel delen