De VNG heeft een aantal belangrijke kanttekeningen bij de manier waarop BZK het verouderde woningwaarderingsstelsel voor onzelfstandige woonruimten (WWSO) wil moderniseren. We vrezen dat kamers voor veel mensen onbetaalbaar worden en willen dat de uitvoeringskosten voor gemeenten worden onderzocht.
Op basis van het WWSO kunnen huurders en verhuurders bepalen wat een redelijke huur is voor bijvoorbeeld een studentenkamer.
Dit stelsel is verouderd, waardoor het vaak niet aantrekkelijk is om dit soort woonruimten te bouwen. Daarom heeft het ministerie van BZK onder andere aan de VNG een voorstel voorgelegd om dit te wijzigen.
De VNG vindt op een aantal punten dat het voorstel moet worden aangepast of dat verdere analyse nodig is, voordat de volgende stap in de besluitvorming wordt genomen. Het gaat onder andere om de volgende zaken:
We vrezen dat met dit voorstel kamers onbetaalbaar worden voor een grote groep woningzoekenden. Het ministerie stelt immers voor om altijd 20% meer huur te mogen vragen dan wat redelijk is. Dit draagt niet bij aan bijvoorbeeld de gezamenlijke opgave om meer kwetsbare groepen aan woonruimte te helpen.
Ook vinden we dat woonruimten met slechte energielabels negatieve punten moeten krijgen. Denk aan de gevolgen van de hoge energieprijzen en slecht geïsoleerde woningen afgelopen winter. Er moet een prikkel zijn om deze woningen te verduurzamen, net als is voorgesteld voor zelfstandige woonruimten.
De WOZ-waarde van de woonruimte gaat een rol spelen bij het bepalen van de maximale huur. Hiervoor moeten wel eerst de uitvoeringskosten voor gemeenten in beeld worden gebracht. Want als de WOZ-waarde een groter belang krijgt, zullen meer verhuurders en huurders bezwaar aantekenen tegen een in hun ogen te lage of te hoge WOZ-waarde.