Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Strafrechtelijk ingrijpen van overtredingen van een bestemmingsplan is bestuursrechtelijk niet te forceren

In deze zaak stellen de omwonenden van een mini-camping dat zij overlast ondervinden van deze camping. Volgens de omwonenden is deze camping in strijd met het bestemmingsplan “Buitengebied”. Er wordt daarom een handhavingsverzoek ingediend.

28 april 2023

Maar de omwonenden doen hier nog een schepje bovenop. Ze wijzen naar de wettelijke plicht van B&W om aangifte te doen tegen overtredingen van het bestemmingsplan.1)

Het handhavingsverzoek wordt gedeeltelijk in het collegebesluit toegewezen. Maar B&W geven in dit besluit ook aan dat strafrechtelijk ingrijpen naar aanleiding van deze overtreding van het bestemmingsplan buitensporig is. Het college weigert daarom aangifte te doen.

Invulling van het ‘besluitbegrip’

Nu gaat het om de vraag of de mededeling van het college om geen aangifte te doen een besluit is. 2) In dat geval zou deze mededeling gericht zijn op rechtsgevolgen 3) Dat is echter niet zo. Het doen van aangifte is namelijk een feitelijke handeling en daarmee geen besluit. 4)

Kortom, bestuursrechtelijk staan de omwonenden met lege handen wanneer B&W mededelen dat zij niet van plan zijn aangifte te doen van overtredingen van het bestemmingsplan. Rechtsbescherming bij de bestuursrechter hoeven ze dan ook niet te verwachten.

Eigenstandige positie strafrecht

Dit past overigens ook in het plaatje5 dat de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is op de taken die het openbaar ministerie verricht in het kader van de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Dit heeft te maken met de eigenstandige positie van het strafrecht en het feit dat regels uit ons strafrecht uitputtend bedoeld zijn. Onze wetgever wil daarom (op dit terrein) geen vermenging van de rechtssferen van het bestuursrecht en het strafrecht.

  1. In de zin van artikel 162, eerste lid, onder c Wetboek van Strafvordering.

  2. Als bedoeld in artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  3. Dit is immers een van de vier cumulatieve criteria van het besluitbegrip van artikel 1:3 Awb.

  4. ABRvS 18 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3209, r.o. 9.

  5. Van artikel 1:6 Awb (inclusief de wetsgeschiedenis van dit artikel).

Bron: naast de genoemde bronnen in de voetnoten ook ABRvS 6 april 2022, AB 2023/103, m.nt. T. Groot.

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.