Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Rli start met advies over toerisme in relatie tot de leefomgeving

De Rli is gestart met een advies over toerisme in relatie tot de leefomgeving. De toerisme- en recreatiesector is gebaat bij een goede leefomgevingskwaliteit. Aantrekkelijke steden, hoogwaardige natuur en bijzondere landschappen zijn potentiële trekkers van binnen- en buitenlandse toeristen. Dat betekent ook dat investeringen om de aantrekkelijkheid voor toeristen en recreanten te vergroten, mede ten goede kunnen komen aan de kwaliteit van de leefomgeving. Omgekeerd kan de druk van het toenemende toerisme en recreatie leiden tot nadelige consequenties voor de omgevingskwaliteit.

RLI 26 juli 2018

Nieuws

De sterke groei van de sector en de daarmee samenhangende toenemende (piek)belasting voor de leefomgeving maken toerisme en recreatie tot een interessant adviesonderwerp. Hoe kunnen kansen optimaal benut en nadelige gevolgen voor de leefomgeving verkleind worden? Welke taak hebben Rijk, provincies en gemeenten hierbij? De raad verwacht het advies halverwege 2019 uit te brengen.

Toerisme en recreatie in relatie tot de leefomgeving

Verwacht halverwege 2019

Aanleiding en toelichting

Toerisme is in de periode 2010-2015 belangrijker geworden voor de Nederlandse economie (trendrapport toerisme CBS, 2016). De bijdrage aan de bruto toegevoegde waarde steeg van 3 naar 3,8 procent. Jaarlijks zorgen toerisme en recreatie voor zon 72,7 miljard euro aan bestedingen in ons land. De gastvrijheidssector biedt werk en inkomen aan zon 626.000 mensen en vertegenwoordigt daarmee 6,3% van de beroepsbevolking (NBTC, 2017).

De toerisme- en recreatiesector is gebaat bij een goede leefomgevingskwaliteit. Aantrekkelijke

steden, hoogwaardige natuur en bijzondere landschappen zijn potentiële trekkers van binnen- en

buitenlandse toeristen. Dat betekent ook dat investeringen om de aantrekkelijkheid voor toeristen

en recreanten te vergroten, mede ten goede kunnen komen aan de kwaliteit van de leefomgeving.

Omgekeerd kan de druk van het toenemende toerisme en recreatie leiden tot nadelige

consequenties voor de omgevingskwaliteit.

Daarbij lijken er verschillen te bestaan tussen stedelijke en landelijke gebieden. In stedelijke

gebieden spelen vraagstukken als (interne) bereikbaarheid, overlast en spanning tussen bewoners

en toeristen (leefbaarheid). Het actuele voorbeeld is de grote toeristenstroom in Amsterdam. Dit is

geen nieuw verschijnsel, Venetië en Barcelona gingen ons al voor. In meer landelijke gebieden

kunnen bijvoorbeeld spanningen (of juist synergie) tussen de toerisme- en recreatiesector en het

landbouwbedrijf of natuurdoelen aan de orde zijn. Giethoorn is een veelgenoemd voorbeeld van die

spanningen. Omgekeerd biedt toerisme en recreatie bijvoorbeeld in bepaalde gebieden kansen voor

nieuwe verdienmodellen in de agrarische sector. Verschillen bestaan eveneens tussen gebieden met

een sterke verstedelijkingsdruk en krimpgebieden. In krimpgebieden kunnen toerisme en recreatie

een impuls geven aan de vitaliteit van dorpen en steden en een welkome bijdrage leveren aan de

regionale economie.

Het toeristisch beleid is traditioneel gericht op het vergroten van het aanbod en het aantrekken van

toeristen. Op nationaal niveau werkt bijvoorbeeld het Programma Nationale Parken van

Wereldklasse van (thans) het ministerie van LNV aan het versterken van de (internationale)

marktpositie van nationale parken in Nederland. Een samenhangend nationaal perspectief om de

toerisme- en recreatiesector te verbinden met de omgevingskwaliteit, zowel in het stedelijk als

landelijk gebied en in groei- en krimpregios, ontbreekt echter. De huidige gestage groei van de

sector en de daarmee samenhangende toenemende (piek)belasting voor de leefomgeving maken

toerisme en recreatie tot een interessant adviesonderwerp.

Mogelijke adviesvragen

  • Hoe kan de toeristische-recreatieve ontwikkeling van de steden en het platteland elkaar aanvullen, op een manier dat kansen optimaal worden benut en nadelige gevolgen voor de leefomgeving verkleind worden? Welke taak hebben Rijk, provincies en gemeenten hierbij?

  • Hoe kunnen investeringen in toerisme en recreatie bijdragen aan de leefomgevingskwaliteit en de instandhouding en uitbreiding van de natuur? Welke allianties tussen partijen zijn daarbij mogelijk of nodig en op welk schaalniveau moeten allianties worden gesloten? Welke rol heeft het Rijk daarbij?

  • Welke instrumenten kunnen ingezet worden om opbrengsten en maatschappelijke kosten van toerisme en recreatie met elkaar in evenwicht te brengen, zonder het regionaal economische belang van de toeristisch-recreatieve sector in gevaar te brengen?

  • Hoe kan toerisme en recreatie, gelet op de belasting van het milieu, verder verduurzaamd worden?

Planning

De verwachting is dat dit advies halverwege 2019 wordt uitgebracht.

Samenstelling raadscommissie

ir. M. Demmers MBA, raadslid en commissievoorzitter

drs. J. Kok, raadslid

De raad moet nog besluiten over het aanstellen van externe commissieleden. Als deze besluitvorming heeft plaatsgevonden wordt daarvan op deze plaats melding gemaakt.

Artikel delen